EEN NIEUWE DURFCULTUUR ?

Heeft Europa nu ook zijn “Mekka van de durf” ? In november stak de groeibeurs Easdaq ( European Association of Securities Dealers Automated Quotation system) van wal. De jonge Vlaming Dirk Tirez (32 j.), nu general counsel van Easdaq, was in een vorig leven actief op het kabinet van minister van Financiën Philippe Maystadt ( PSC). Hij hielp er (o.a.) meeduwen aan de lancering van de privak, een instrument dat investeringen van durfkapitaal in kmo’s moet bevorderen. Vandaag is het entoesiasme voor de privak in België zo goed als geluwd. Hoe staan de kansen van Easdaq ervoor ?

TRENDS. Easdaq heet een “exacte kopie” te zijn van de Amerikaanse Nasdaq.

DIRK TIREZ. Niet helemaal terecht, Easdaq is een pan-Europese beurs en in die zin uniek. Ook juridisch oogt Easdaq spitsvondig. Omdat we erkend zijn in één land namelijk België kunnen we onze schermen plaatsen in alle lidstaten van de EU. Ik zou Easdaq niet zomaar een kopie noemen van de Nasdaq. Onze doelgroep zijn voornamelijk Europese groeibedrijven met internationale ambities. We willen hen een Europese verankering bieden en zo een springplank zijn naar andere internationale markten. We maken wel gebruik van de US GAAP ( nvdr – Generally Accepted Accounting Principles : de Amerikaanse regels voor boekhouding en financiële rapportering) en baseren ons op dezelfde standaarden inzake transparantie, corporate governance en integriteit als de Nasdaq.

Toch zijn de verschillen tussen de Europese en Amerikaanse markt voor risicodragend kapitaal nog steeds erg groot.

Ik denk dat dit onderscheid niet zo absoluut is. Kleine bedrijven die op de small cap van de Nasdaq noteren, kunnen niet genieten van de zogenaamde blue sky-wetten in de VS : zij moeten in elke staat afzonderlijk een vergunning aanvragen. Als je dat vergelijkt met Easdaq, dan bieden wij meer mogelijkheden voor een beursnotering van kmo’s. Wel is het zo dat er inderdaad fiscale verschillen bestaan tussen de EU-lidstaten al hoeft dit op zichzelf geen handicap te zijn. We zijn voorstander van één uniform, toegankelijk fiscaal kader dat de transparantie van groeibedrijven zoveel mogelijk bevordert.

In welke taal moet een bedrijf dat zich op de Easdaq waagt, zijn prospectus verspreiden ?

Eén van de redenen waarom Easdaq precies naar België is gekomen, is het feit dat de Commissie voor Bank- en Financiewezen ( CBF) hier die instaat voor de tweedelijnscontrole van de Easdaq zowel het Engels, Duits, Frans als Nederlands als werktaal aanvaardt. Maar het is onze ervaring dat een prospectus in elk geval in het Engels moet worden opgesteld omdat dit aanvaardbaar is in de meeste lidstaten van de EU.

De CBF is niet alleen toezichthouder maar ook de spil waarrond de Europese erkenning van elk Easdaq-dossier draait. Kan een Belgische autoriteit alleen die taak wel aan ?

We hebben een uitstekende verstandhouding met de CBF. Zij heeft op haar beurt onderlinge internationale afspraken gemaakt met andere toezichtsorganen uit de diverse lidstaten. Wat betreft de werking van de CBF : het komt aan de minister van Financiën en het parlement toe om hier hun verantwoordelijkheid op te nemen. De audit die onlangs door Price Waterhouse werd uitgevoerd, diende juist om na te gaan of álle autoriteiten zowel de Easdaq, de Beurs van Brussel, Belfox of CBF over de nodige middelen beschikken om hun wettelijke opdrachten uit te voeren.

Critici wijzen erop dat Easdaq zeker in de aanvangsfase vooral een onderonsje van Angelsaksische “market makers” en institutionelen is.

Het is nog te vroeg om hierover nu al conclusies te trekken. Maar wanneer we de aandeelhouders van Easdaq bekijken, dan stel ik vast dat hier een zeer ruime spreiding is in nationaliteiten : 21 % is in handen van Franse kredietinstellingen en investment bankers, 16 % is Brits, 13 % Amerikaans, maar ook landen zoals België, Nederland of Denemarken bezitten elk meer dan 10 %.

Blijft de vraag waarom een bedrijf voor Easdaq zou kiezen, als de Nasdaq in de VS zoveel liquider is ?

Wie een analyse maakt van de liquiditeit van groeibedrijven, moet een onderscheid maken tussen Europese en Amerikaanse waarden. Studies wijzen uit dat Europese groeibedrijven die op de Nasdaq zijn genoteerd en niet op een gelijkaardige Europese beurs doorgaans over minder liquiditeit beschikken dan hun Amerikaanse beursgenoten. Je zou daaruit kunnen besluiten dat ondernemingen met een Europese investeerdersbasis er beter aan doen eerst naar de Easdaq te komen, omdat dit hun liquiditeit, handel én bekendheid in de VS alleen maar ten goede kan komen. In Lernout & Hauspie Speech Products of Xeikon hebben vooral Europese beleggers geïnvesteerd : voor dergelijke vennootschappen heeft het dus zin om ook een Europese notering te hebben.

Het beursklimaat was de voorbije maanden zeer gunstig. Zal een jonge Easdaq overeind blijven als het venster plots dichtklapt ?

(Lange stilte) Ik ben er niet zo zeker van dat er een direct verband bestaat tussen het succes van de Easdaq en de gunstige beursconjunctuur. Investeerders verliezen nooit een zekere termijnvisie uit het oog. Zo schommelt het rendement voor wie op middellange of lange termijn belegt in een korf van Nasdaq-vennootschappen, rond de 18 %. In die zin zal Easdaq altijd een interessant alternatief bieden voor investeerders welke ook de conjunctuur moge zijn.

Zal risicokapitaalbeurs Easdaq voor een cultuurverandering zorgen ? Ondernemers en investeerders die risico nemen en toch failliet gaan, worden hier in tegenstelling tot de VS nog steeds met de vinger gewezen.

Noteren op Easdaq vormt geen garantie voor succes. Wij kunnen er enkel voor zorgen dat er voldoende transparantie is opdat de belegger met kennis van zaken de evolutie van een vennootschap kan volgen. Maar laat het mij zo stellen : Easdaq is er precies gekomen omdat de nationale beurzen er niet in zijn geslaagd een pan-Europese markt uit te bouwen. Wij zijn het zuiverste bewijs dat een mislukking óók aanleiding kan geven tot succes.

PIET DEPUYDT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content