Een maat voor niets

Luc Huysmans senior writer bij Trends

Minister van Energie Marie Christine Marghem (MR) heeft net voor het parlementaire zomerreces een akkoord bereikt met uitbater Electrabel over de verlenging van de levensduur van de kerncentrales Doel 1 en 2. Algemeen applaus was er niet.

Ik twijfel niet aan de veiligheid van Doel 1 en Doel 2. Maar betrouwbaar? Als uw auto van 25 jaar grondig is nagekeken, is hij misschien wel veilig genoeg om ermee naar Zuid-Frankrijk te rijden. Alleen weet ik niet of u er in één dag raakt. Hier spreken we over technologie van 40 jaar oud.” KU Leuven-professor Ronnie Belmans, CEO van de onderzoeksinstelling Energyville, is niet wild van het akkoord over de levensduurverlenging van de oudste twee kerncentrales.

Die verlenging is volgens de minister nodig om het gevaar op een brown-out, een gecontroleerde afschakeling van de elektriciteit in delen van het land, in te perken. “De federale regering heeft zich, overeenkomstig het regeerakkoord, geëngageerd om alles in het werk te stellen om voor België de elektriciteitsbevoorradingszekerheid te garanderen”, luidt het. Uiteraard hangt daar een prijskaartje aan vast (zie kader Wat staat in het akkoord?).

Om de kernreactoren veilig te kunnen exploiteren, moeten de uitbaters Electrabel en EDF Luminus zwaar investeren. Het gaat om 600 tot 700 miljoen euro, afhankelijk van de ramingen van respectievelijk de nucleaire waakhond FANC en de energiebedrijven zelf. Eerder werd voor de levensduurverlenging van Tihange 1 ook al 600 miljoen euro uitgetrokken.

Lagere nucleaire bijdrage

Uit vrees voor een black-out manoeuvreerde de regering zich dus in de positie van vragende partij, wat haar onderhandelingspositie met Electrabel verzwakte. Dat laat zich voelen in de nieuwe deal. Electrabel en EDF Luminus krijgen een forse vermindering van de nucleaire rente. Die in 2008 ingevoerde repartitietaks bedroeg eerst250 miljoen euro, maar werd onder de vorige regering opgetrokken tot 550 miljoen euro. Door het uitvallen van een aantal kerncentrales en de lage stroomprijs werd vorig jaar 469 miljoen euro gevorderd.

Met de nieuwe deal dalen die bedragen fors. De energieregulator CREG maakte in maart een update van de studies over de kostenstructuur van de kerncentrales en een raming van de nucleaire rente. De studaxen kwamen voor 2014 uit op een winst uit de nucleaire activiteiten tussen 421,38 en 506,91 miljoen euro, met als uiteindelijke cijfer 434,3 miljoen euro. Daarvan moet nog een billijke vergoeding op de geïnvesteerde kapitalen worden afgetrokken.

Dat is een pak minder dan de 1,8 miljard euro die de CREG berekende als winst over 2007. Er zijn wel wat zaken gewijzigd sindsdien. Sinds de financiële crisis zijn de marktprijzen voor elektriciteit een pak lager. Een stijging lijkt er door de opkomst van hernieuwbare energie en goedkope kolen niet meteen in te zitten. Op de koop toe liggen de ‘scheurtjescentrales’ Doel 3 en Tihange 2 stil, en ook Doel 4 was door sabotage maandenlang buiten strijd.

Cijferdans is schaduwspel

Toch blijven er kanttekeningen te plaatsen bij het bedrag. Op basis van informatie van Electrabel-moederbedrijf Engie (het vroegere GDF Suez) berekende KBC Securities vorig jaar de impact van het stilliggen van Doel 3 en Tihange 2 op de netto-recurrente winst op 40 miljoen euro per maand. Die twee centrales zijn goed voor 2 van de6 gigawatt nucleaire capaciteit. Een extrapolatie (40 miljoen maal twaalf maanden maal drie) levert een winst op van 1,44 miljard euro per jaar.

Tegen die berekening verzette Electrabel-topman Philippe Van Troeye zich eerder dit jaar in Trends. “Ik denk niet dat die marge van 20 miljoen euro per gigawatt nog klopt. De prijzen zijn tussen 2011 en 2014 sterk gedaald. En als een centrale stilligt, moeten we energie kopen tegen een duurdere prijs. Bovendien blijven de kosten van personeel en onderhoud gelijk. Die impact is hoger dan 20 miljoen per maand. Trouwens, onze boekhouding wordt gecontroleerd door revisoren. De realiteit is dat Electrabel verlies maakt.”

Zo boekte het bedrijf in 2013 liefst 906 miljoen euro verlies. In 2014 verscheen een nettowinst van 1,1 miljard op de tabellen, maar die kwam grotendeels van de 849 miljoen euro meerwaarde op de verkoop van de aandelen in de Vlaamse intercommunales achter de distributienetbeheerder Eandis. In de toelichting bij de jaarrekening wijst Electrabel erop dat dit vooral een boekhoudkundige winst is. Het reële bedrijfsresultaat bedraagt 380 miljoen euro, dat na aftrek van de nucleaire bijdrage van 407 miljoen euro uitmondt in 27 miljoen euro verlies.

De cijferdans is echter een schaduwspel. Een voormalig kaderlid van een groot energiebedrijf stelt boudweg dat het onmogelijk is de cijfers te achterhalen zonder interne informatie. “Als de regering de markt wil reguleren, legt ze beter een outputprijs op: een verkoopprijs per eenheid elektriciteit, met controles op de kosten door de CREG.”

In de nieuwe regeling zal de nucleaire bijdrage 40 procent van de operationele marge bedragen. Vanaf 2017 heeft de Belgische staat er dus belang bij dat Electrabel (en in mindere mate EDF Luminus) winst boekt. Aangezien de heffing/winstdeelname geldt voor alle uitbaters van kerncentrales, is er niet noodzakelijk sprake van discriminatie, maar in een vrije markt is het op zijn minst een ongewenste collusie, en creëert het een schijn van belangenvermenging die kan uitmonden in concurrentievervalsing.

Investeringsklimaat

Het belangrijkste probleem is echter dat de deal het investeringsklimaat opnieuw fnuikt, meent het kaderlid: “In de jaren voor de kernuitstap mag niet de minste twijfel rijzen over de sluiting van de centrales.”

Want de nieuwe maatregelen zijn vooral een oplossing voor de korte termijn. Niet iedereen is er enthousiast over. Peter Claes, directeur van de grootverbruikersfederatie Febeliec, vindt het “de juiste keuze om het licht niet te laten uitgaan. Maar het is me nog niet duidelijk of we hier als gebruiker beter van worden. De bevoorradingszekerheid stijgt, maar de impact op de prijs ken ik nog niet.”

Ronnie Belmans vindt de deal zelfs overbodig. “De levensduur van die centrales moest helemaal niet worden verlengd. We zijn de afgelopen winter zonder problemen doorgekomen. En zelfs als we gecontroleerd moeten afschakelen, hoeft dat geen ramp te zijn. Wanneer je een brown-out goed voorbereidt, valt er echt geen dode omdat er twee of drie uur geen stroom is.”

Dat kan energiespecialist André Jurres beamen. Op vakantie in Zuid-Frankrijk werd hij verschillende dagen urenlang zonder stroom gezet, iets wat blijkbaar gebruikelijk was in de streek. Nochtans staat Frankrijk niet bepaald bekend als een ontwikkelingsland waar stroompannes investeerders afschrikken.

De vraag sturen

Belmans kijkt nog verder. “We hebben vorige winter al veel geleerd over vraagsturing (het aanpassen van de vraag in functie van de noden, door bijvoorbeeld delen van industriële installaties af of aan te schakelen, nvdr).Op Vlaams niveau is daarop voortgebouwd, maar federaal is daar niets mee gebeurd. Had men dat wel gedaan, dan hadden we nu veel verder gestaan.”

Dat gebrek aan aandacht voor de mogelijkheden van vraagsturing hindert ook Claes. “Twee voorbeelden. Nu mogen noodgeneratoren alleen worden gebruikt om extra productie te leveren. Dat wil zeggen dat ze moeten concurreren met professionele productiecentrales. Terwijl ze ook zouden kunnen worden ingezet in de strategische reserve (vooral centrales die anders zouden sluiten, maar die in ruil voor een vergoeding beschikbaar moeten blijven, maar ook demand response: schakelbaar vermogen van industrieën die tijdelijk machines aan of af kunnen zetten, nvdr).”

“Tweede voorbeeld: als de CREG vindt dat een voorstel om deel te nemen aan de strategische reserve manifest onredelijk is, dan kan de minister zelf de voorwaarden opleggen. Voor bedrijven die wel geïnteresseerd zijn in deelname aan demand response, is dat een stap te ver, want het zou neerkomen op verplichte deelname. Ik schat dat tientallen bedrijven daardoor hebben afgehaakt.”

Energiepact

Bovendien houdt de deal op lange termijn nog grote risico’s in. “Heeft er iemand enig idee hoe we tussen 2023 en 2025 in twee jaar voor 6 gigawatt aan nucleaire capaciteit gaan vervangen?”, vraagt Belmans zich af.

Daarvoor rekent het kabinet-Marghem op het Energiepact, dat er in de loop van 2016 moet komen. Dat pact zou investeerders zekerheid moeten bieden. Belmans: “Mijn advies aan Vlaanderen? Stuur een brief dat je niet thuis bent! Bouw een energiesysteem voor een grootstad, en laat de industrie aansluiten op het Europese net. Met de wet op de kernuitstap is tien jaar tijd gekocht om alternatieven op te zetten, maar die heeft men niet benut.”

Het politieke risico dat in 2023-2025 de levensduur van de kerncentrales opnieuw wordt verlengd, is levensgroot. Dat zou de rendabiliteit van plannen voor grootschalige energieproductie kelderen. Toch blijkt niet iedereen er dadelijk het bijltje bij neer te willen gooien.

“De federale regering moet het juiste beleidskader uittekenen”, vindt Adrian Bobula, projectmanager van Dils-Energie, een project van de Zwitserse ontwikkelaar Advanced Power en het Duitse Siemens om in Dilsen-Stokkem een grote gascentrale (920 MW) te bouwen. “De levensduurverlenging is een antwoord op de huidige situatie, maar geen langetermijnoplossing voor de Belgische capaciteitsproblemen. Maar we zijn ervan overtuigd dat de regering op korte termijn het aangewezen kader zal uittekenen om de bouw van nieuwe energieproductie te stimuleren.”

Claes bekijkt het economisch. “Ten eerste: hoe erg is de situatie? De forwardprijs, de prijs die wordt betaald om in 2016 of later energie te hebben, ligt iets hoger dan in Duitsland, Nederland en Frankrijk, maar is dat voldoende om een investering te doen? De ‘laatste’ 400 megawatt, de centrale die pas in nood wordt gebruikt, is in de winter van 2013 amper zeven uur gebruikt. Dat is niet rendabel. Tenzij dat aantal uren oploopt, is het beter iets minder te verbruiken.”

“Daarnaast weten we eigenlijk niet hoe groot de behoefte aan nieuwe capaciteit is. Om dat te weten, moeten er eerst drie vragen wordenbeantwoord”, gaat Claes verder. “Geloven we nog in de markt of niet? Sommige politici willen een bepaalde minimumcapaciteit garanderen, maar dat komt neer op een minstens gedeeltelijke herregulering. Ten tweede: willen we een Europese of een nationale oplossing? Iedereen zegt het eerste, maar intussen werkt elk land aan het tweede. En ten slotte: hoe gaan we om met de mogelijkheden en de beperkingen van hernieuwbare energie? We gaan hoe dan ook naar meer hernieuwbare energie, maar dé technologie die én veilig, én goedkoop, én betrouwbaar is, hebben we nog niet. België moet eigenlijk een overgangstechnologie kiezen. Duitsland en Nederland hebben kolencentrales gebouwd, Frankrijk blijft bij kerncentrales. We hebben, behalve in kernenergie, weinig technologie waarin we een competitief voordeel hebben. Dus is dat een heel moeilijke keuze, en is het allerbelangrijkste nu te investeren in onderzoek en ontwikkeling.”

“Eigenlijk lijden wij aan een andere vorm van de Dutch disease“, concludeert Belmans. “Nederland heeft heel weinig gedaan aan de energietransitie, want ze hadden het hoofdkussen van het aardgas. Ons hoofdkussen was kernenergie. Beide landen hebben zich in slaap laten sussen. Japan en Duitsland hebben de bocht gemaakt en kernenergie afgezworen. Dat kunnen wij blijkbaar niet. Deze deal hypothekeert elke energietoekomst op federaal niveau. Als dit akkoord tien jaar overeind blijft, heeft het federale niveau zijn onnut bewezen.”

Luc Huysmans

“Dé technologie die én veilig, én goedkoop, én betrouwbaar is, hebben we nog niet. België moet eigenlijk een overgangstechnologie kiezen” – Peter Claes, Febeliec

In de nieuwe regeling zal de nucleaire bijdrage 40 procent van de operationele marge bedragen. Vanaf 2017 heeft de Belgische staat er dus belang bij dat Electrabel winst boekt.

“De levensduur van die centrales moest helemaal niet worden verlengd” – Ronnie Belmans, Energyville

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content