EEN KONINGSKWESTIE

Enerzijds telt België sedert het weekeinde enkele duizenden royalisten minder. Anderzijds liggen de benoemingen tot baron voor een handvol getrouwen van Fortis klaar. Dat Fred Chaffart van Generale Bank deze adellijke bekroning nooit zal ontvangen, weet hij al maanden en deren zal het de nuchtere Antwerpenaar niet. De 2000 tot 5000 bedienden die hun baan verliezen door de integratie van Generale Bank bij Fortis – en hun familieleden – zullen zich herinneren dat het hof een hoofdpartij speelde bij de mobilisering van het verzet tegen ABN Amro. Prestigedrift, nationale identiteit, schrik voor het samenspel met nuchtere professionals, afkeer van de Bataven, bevoordeling van de leden van de Belgische financiële bourgeoisie, verzet tegen de pluspunten die Vlamingen zouden hebben kunnen halen uit een alliantie tussen Generale Bank en ABN Amro vloeiden samen in de publiek geëtaleerde afkeer van het hof voor het bod van de grootste bank van de Lage Landen. Als Luc Van den Brande aandacht opeist voor de verankering, krijgt hij de koosnamen provincialist en Vlaams Blokker naar het hoofd van de kringen – en de hen gunstig gestemde kranten – die gisteren en vandaag front vorm(d)en tegen de Nederlanders. Ancrage belge is edeler dan verankering en een nationale plicht. Overnames door Fransen bevallen de hoge heren van België, overnames door Nederlanders zijn staatsgevaarlijk.

Zoals bij het emotionele verzet van de hoogste kringen tegen de integratie van Sabena en KLM symboliseert Jacques van Ypersele de Strihou (62 j.), kabinetschef van de koning, de wisselwerking tussen hof en de strategische – of als dusdanig aangevoelde – economische dossiers. Herman De Croo heeft dat als minister van Verkeer ervaren toen hij pleitte voor het afbouwen van Sabena en ter compensatie de voorrang legde bij de uitbouw van Zaventem als mainport. Het mocht niet. Sabena en Generale Bank zijn vlaggen van het koninkrijk en hen verdedigen is een bewijs van burgerzin.

Jacques van Ypersele de Strihou behoort tot de Belgische Franstalige bourgeoisie, geadeld in 1896. In het wapenschild prijkt de leuze Coeur Vaillant Bonne Etoile. Jacques van Ypersele studeerde aan de UCL, woont in de faciliteitengemeente Kraainem, was medewerker van het Internationaal Muntfonds, inspecteur-generaal van financiën, ex-kabinetschef van financiën en een premier, en heeft een christen-democratische signatuur. Zijn wapenspreuk zou kunnen zijn het Boergondisch-Nederlandse Ic Dien, de leuze van de middeleeuwse Brugse familie Gruuthuuse. Zijn publieke en politieke profiel loopt gelijk met dat van Bernard Snoy d’Oppuers, de landgenoot bij de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling in Londen en leden van de familie du Bus de Warnaffe. Jacques van Ypersele huwde Brigitte du Bus de Warnaffe. Ook een ijkpunt is de dynastie- Nothomb, alhoewel die zich louter in de partijpolitiek ophoudt. Jacques van Ypersele en Bernard Snoy vormen de economische vleugel van de Franstalige christen-democratie. Jacques van Ypersele heeft een ouderwets aandoende degelijkheid, als een commis d’état wijdt hij zich volledig toe aan de landsbelangen, zonder oog voor persoonlijk gewin. Werken voor een Belgische vorst is interessant en vererend, rijk worden doe je ten paleize niet.

Jacques van Ypersele is Franstalig, maar niet-sectair, hij weet van waar de wind komt, alhoewel die wind hem al jaren niet bevalt. De de-centralisering van België en de autonomisering van Vlaanderen ondergaat hij. Zijn lancering in de politiek heeft hij te danken aan Vlamingen, minister van Financiën Andries Vlerick bood hem een eerste kabinetsfunctie aan, gevolgd door Willy Declercq en Gaston Geens

Jacques van Ypersele behoort tot de binnenste kring rond Philippe Maystadt. Deze kring blijft, ondanks de emancipatie van de Vlaamse elite, de financiële commandoposten van België bezetten; onder meer Thierry Faut bij het Beroepskrediet en als jongere volgeling Olivier Lefebvre, het hoofd van de Beurs van Brussel. De benoeming van Philippe Maystadt als opvolger van Fons Verplaetse bij de Nationale Bank (weinigen twijfelen aan de politieke belofte dat dit staat te gebeuren, als dank voor de reddingspoging die Maystadt onderneemt bij de PSC) is de jongste bevestiging van deze situatie. De PSC bezit ondanks haar smalle electorale basis een buitenmaatse invloed in de Belgische economische beleidsprocessen. De Vlaamse zuster blijft ook in 1998 de partij van het middenveld, de vakbond, het onderwijs, de cultuur en de sociale dossiers. Bij het bedrijfsleven en in de energiesector voelt de CVP zich onbehaaglijk.

Jacques van Ypersele moderniseerde mee het financieel-economische bestel door: te pleiten voor een Big Bang op de beurs, het afbouwen van het overheidstekort, het beheren van de staatsschuld, het beëindigen van het bancaire consortium voor de vaste opname van de staatsleningen. Jacques van Ypersele werkte aan het begin van zijn loopbaan bij het IMF in Washington en is op zijn Angelsaksisch geïnteresseerd in de liberalisering van de financiële markten. Tot de emoties de overhand halen en hij mee de deur sluit voor een bank die op een doorzichtige wijze een Belgische acquisitie wil doen. Men leze de Wall Street Journal Europe van maandag 8 mei om te weten wat de internationale financiële gemeenschap over België denkt. Zeer pijnlijk.

Bij het overlijden van koning Boudewijn werd gesteld dat het best was dat de nieuwe vorst, na een overgangsperiode, een nieuwe kabinetschef zou kiezen. Na vijf jaar is Jacques van Ypersele nog immer op post. Waarom? Klikt het goed tussen de onbesproken vertrouweling en de koning, speelt een toekomstige opvolgingskwestie reeds mee en treedt daar dan pas een nieuwe kabinetschef aan?

Tien jaar geleden werd Jacques van Ypersele gekoppeld aan de charismatische beweging in de katholieke kerk. Koning Boudewijn en zijn kabinetschef vonden elkaar ook daar. De charismatische beweging bouwt bruggen naar de Brusselse establishment-concerns. Een gebedswake bij bijvoorbeeld Tractebel groepeerde invloedrijke christenen. Hubert De tremmerie, ex -BAC, is bedrijvig in die kringen. Evenals Henri Simonart, secretaris-generaal van Generale Bank; een bekwame lobby’er, met veel saloncultuur en de hautaine gedrevenheid van een topman van Generale Bank (“Wij zijn bestemd voor de eeuwigheid, wie doet deze bank, dit instituut wat?”). Is de charismatische beweging een machtsfactor in de Belgische economie? Een christelijke loge? Dat is overdreven. De charismatische beweging is een schakel te meer in een keten tegen buitenstaanders. Het weze bankiers van ABN Amro.

FRANS CROLS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content