Een hele rits troeven

Bonduel, in de jaren ’80 nog een noodlijdend familiebedrijfje, is vandaag een perfect geïntegreerde Europese groep die de concurrentie met Japanse confectie- ondernemingen niet langer uit de weg gaat. Zijn geheim ? Zich op verscheidene doelmarkten industrieel inplanten en er rechtstreeks verkopen.

Op het eind van de jaren ’80 werd Rubanerie Bonduel in Komen bijna verpletterd door de Japanse stoomwals YKK. Bonduel, een bescheiden familiebedrijf uit Komen met een omzet van 350 miljoen frank, leverde linten en continue kettingen aan de Europese fabrikanten van ritssluitingen, die echter slecht waren opgewassen tegen de prijzenconcurrentie van de Japanse multinational. Bonduel, dat slechts een tussenproduct vervaardigt, zag zijn bestellingen schaarser worden naarmate zijn klanten marktaandelen verloren. Tot overmaat van ramp stortte de uitvoer naar verre markten zoals Algerije en het Midden-Oosten ineen.

Vandaag heeft Bonduel Industries het bedrijf heeft een nieuwe naam gekregen productie-eenheden in België, Frankrijk, Groot-Brittannië en Spanje in juli ’96 nam het nog de Spaanse firma Areitio over en een geconsolideerde omzet van ongeveer 900 miljoen frank. Elk jaar verlaten 45 miljoen meter ritsen, het equivalent van 110 miljoen afgewerkte stukken, de fabrieken. En de onderneming concurreert nu op de grootste Europese markten met het Japanse YKK en het Duitse Opti.

Harold Ostijn, die door de familie Bonduel werd gemandateerd om het bedrijf uit het moeras te halen, ging in ’85 met de reorganisatie van start. Als eerste stap nam Bonduel één van zijn klanten over, het Ninoofse Dewolf, dat gespecialiseerd is in de afwerking van ritssluitingen. Vier jaar later deed zich een buitenkans voor : het Franse Eclair Prestil legde de boeken neer en de familie Bonduel, die ook denimfabrikant Bonduel Textiles controleert, nam de zaak prompt over. “Door die aanschaf hebben we tien jaar gewonnen, omdat we tegelijk een productie-instrument en een merk in handen kregen,” beklemtoont Harold Ostijn. Het in 1912 gestichte Eclair Prestil bezat weliswaar verouderd materieel en een gebrekkige productiviteit, maar ook een naam die goud waard is. De fermeture Eclair, het handelsmerk van de firma, is immers een generische naam geworden, zoals Bic of Thermos. Later nam Bonduel ook Fermeture Ailée over van de textielgroep DMC, zodat het zijn activiteiten vervolledigde met de vervaardiging van glijders en metalen accessoires. Momenteel controleert het de hele keten, van het weven van de linten tot het vernikkelen van de tanden.

Soepelheid.

Deze allesomvattende technologie is één van de pluspunten van Bonduel Industries. Een tweede troef is zijn flexibiliteit. Met 150 standaardkleuren bestrijkt het 95 % van de behoeften van de klanten, maar desgevraagd kan het tot 2000 verschillende kleuren uit zijn verfbaden tevoorschijn toveren. Commercieel directeur André Vanderkerke, overgestapt van de groep Santens, volgt de modetrends op de voet. “Eigenlijk verkopen wij een service,” vertelt Harold Ostijn. “In de collecties kiest men de accessoires als laatste stap. De levertijd is dus primordiaal. Ik geloof niet in de dood van de Europese kledingindustrie, integendeel. De massaproductie voor het begin van het seizoen gebeurt in de lagelonenlanden, maar de aanvullingen van de collecties kunnen alleen in Europa worden geproduceerd en betekenen een aanzienlijk volume.”

Voor de bevoorrading van Le Sentier, het zenuwknooppunt van het Parijse textiel, beschikt Bonduel over een vaste stock in de Franse hoofdstad. Het bedrijf schrikt voor bijna geen enkele bestelling terug : de 3000 artikels ritsen van verschillende lengten en kleuren kunnen in hoeveelheden van 20 tot 5000 stuks worden geleverd. “Grotere bestellingen zijn zeldzaam, want dan gaat het meestal om ingevoerde massaproductie uit het Verre Oosten.”

Hoewel Harold Ostijn nog altijd sterk gelooft in de Europese kledingindustrie is hij ook niet blind voor klanten die delokaliseren. En hij is er zich goed van bewust dat hij op de één of andere manier de beweging moet volgen. Daarom prospecteert hij al verscheidene jaren in de Oost-Europese landen, Noord-Afrika en Azië. In Casablanca heeft hij Fournitures Distribution gevestigd, dat een stock van niet-ingeklaarde goederen bewaart voor de bevoorrading van de vele Europese confectiefabrikanten die een deel van hun productie hebben overgebracht naar de kusten van de Middellandse Zee Deltex, één van de belangrijkste Belgische confectiefabrikanten, besteedt onder meer in Marokko werk uit en heeft in Tanger een fabriek met honderden personeelsleden. In ’92 miste de baas van Bonduel de overname van een Oost-Duitse fabriek die door de Treuhand werd geprivatiseerd. Nu zouden zijn contacten in het vroegere Oostblok dan toch concrete resultaten kunnen opleveren. “Eén van onze dossiers schiet goed op,” zegt Ostijn terloops. Deze pragmatische manager heeft ook het terrein verkend in China en Vietnam, maar koos uiteindelijk India. Binnenkort zal Bonduel daar in een joint venture met een plaatselijke fabrikant van ritssluitingen een nieuw bedrijf openen. De potentiële partner, die op eigen terrein niet kan concurreren tegen de Japanse reus YKK, is op zoek naar westerse technologie, materieel en marketing. “De kwaliteit van de plaatselijke productie is te laag voor de westerse bedrijven die ter plekke produceren, en wij zouden het monopolie van de Japanners graag breken,” lacht Harold Ostijn. “Het personeel is heel goed opgeleid en de bevolking heeft een behoorlijke koopkracht. Dat is niet te verwaarlozen.”

Productiviteit.

De strategische optie van Bonduel bestaat erin zich op verscheidene doelmarkten industrieel te vestigen en er rechtstreeks te verkopen. Hoewel hij in Oost-Duitsland een kans heeft gemist, kon Harold Ostijn in ’94 de overname van een Engelse fabrikant van ritssluitingen tot een goed einde brengen. Het in Londen gevestigde bedrijf is nu een zuiver filiaal van Bonduel België en bevoorraadt de Angelsaksische markt. “Wij moeten de klant rechtstreekse technische bijstand kunnen geven,” vindt Harold Ostijn. Al deze overnames en de herstructureringen die ermee samengaan, vertegenwoordigen sinds ’89 meer dan 550 miljoen frank investeringen.

De algemene verbetering van de productiviteit is één van Ostijns belangrijkste bekommernissen. Met zijn buitengewoon hoge loonkost (in het textiel de derde op wereldvlak, na Japan en Zwitserland, volgens de recentste wereldwijde vergelijking van het studiebureau Werner International) heeft België geen andere uitweg. Bij Eclair Prestil, waar de loonkost nog een stuk lager is dan in Wallonië, hebben investeringen en een motiveringsprogramma voor het personeel een productiviteitsstijging van 30 % tot 35 % opgeleverd, zodat het Belgische niveau is bereikt.

Door de overname van Eclair Prestil heeft Bonduel Industries een beroemd merk in handen gekregen, waar het zijn commerciële inspanningen nu op richt. Het Komense bedrijf, dat in de Benelux nog steeds op de eerste plaats bekend is als fabrikant van continue kettingen, heeft een commercieel team samengesteld om de Belgische en Nederlandse markten te prospecteren en zich vooral bij de traditionele confectiefabrikanten te introduceren. De confectie vertegenwoordigt 60 % van de omzet en de overige klantenkring is erg divers : fabrikanten van schoenen, lederwaren of tenten, maar ook het leger en de auto-industrie. Bonduel is de vaste leverancier van Longchamp, het bekende Franse merk van lederwaren, en levert aan de groep PSA ( Peugeot en Citroën). Aangezien het zich op de Europese markt concentreert, is slechts een tiende van de verkoop afkomstig uit de verre export naar een twintigtal landen. Het is echter de bedoeling de internationale aanwezigheid te versterken. “We hebben nog plannen voor overnamen,” besluit Harold Ostijn, een manager die duidelijk een langetermijnvisie heeft.

CHANTAL SAMSON

HAROLD OSTIJN (BONDUEL INDUSTRIES) Via een uitgekiend overnamebeleid de internationale aanwezigheid verder versterken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content