Een gemengd beeld

Jan Longeval

ALS JE DE MEESTE BELEGGERS mag geloven, was 2018 een zeer slecht beursjaar. Ze vergissen zich. Aandelen uit de eurozone zetten in 2018 naar slechte gewoonte een pover resultaat neer en verloren 13 procent. De Bel 20-index verloor 18,5 procent. Opkomende markten verloren in dollar bijna 15 procent. Kommer en kwel. De beursindex die alle aandelen wereldwijd weergeeft, verloor in 2018 echter slechts 4,8 procent in euro. Met dat al bij al beperkte verlies was 2018 een zwak beursjaar, maar geen ‘zeer slecht beursjaar’. De Amerikaanse aandelenmarkt vertegenwoordigt meer dan de helft van de wereldmarkt en zette omgerekend in euro een vlakke prestatie neer. Overheidsobligaties uit de ontwikkelde landen deden, zelfs bij een extreem lage rentestand, wat je van hen mag verwachten in periodes van turbulentie en leverden in 2018 een positieve opbrengst. Overheidsobligaties uit de eurozone zetten een prestatie neer van 1 procent. Wie wereldwijd belegde in overheidsobligaties kreeg, in euro, zelfs een opbrengst van 4 procent. Elke belegger kon deze opbrengst behalen door te beleggen in passieve vehikels zoals exchange-traded funds (ook wel trackers genoemd) of traditionele passieve fondsen.

Vaderlandsliefde kan nobel zijn, maar kan catastrofale gevolgen hebben bij beleggen.

DE PORTEFEUILLES VAN de meeste beleggers hebben een ‘medium’ risicoprofiel: circa 50 procent aandelen en circa 50 procent obligaties. Indien we de opbrengst van de wereldaandelenmarkt in 2018 (-4,8%) samentellen met de opbrengst van overheidsobligaties in euro (+1%), dan was de normale opbrengst van een portefeuille met een medium risicoprofiel -1,9 procent in 2018. Voor dezelfde portefeuille maar met wereldwijde overheidsobligaties in plaats van overheidsobligaties in euro, was de normale opbrengst -0,4 procent. Vanwaar komt dan het idee dat 2018 zo’n slecht beursjaar was?

De reden is dat 2018 weliswaar niet zo’n slecht beursjaar was, maar wel een zeer slecht jaar voor de gemiddelde belegger. Morningstar becijferde dat gemengde fondsen, die zowel in aandelen als in obligaties beleggen, met een neutraal risicoprofiel gemiddeld bijna 7 procent verloren in 2018. Flexibele gemengde fondsen (fondsen die zeer actief inspelen op de marktevolutie) deden het nog slechter en verloren gemiddeld bijna 9 procent. Onder de rodelantaarndragers vinden we Europa’s protagonist van flexibel gemengd beheer, Carmignac Patrimoine. Het fonds verloor meer dan 11 procent en zette daarmee voor het negende jaar op rij een prestatie neer onder zijn zelfgekozen referentie-index.

DIE SLECHTE PRESTATIES zijn toe te schrijven aan tal van factoren. Er zijn natuurlijk de kosten. De gemiddelde kosten van een gemengd fonds aangeboden in België zijn 1,7 procent. Maar zelfs na kosten blijft het verlies significant. Grosso modo zijn daar twee redenen voor. Ten eerste blijven te veel beleggers verliefd op aandelen uit de thuisregio. Ze kennen daarom een te hoog gewicht toe aan aandelen uit de eurozone. Vaderlandsliefde kan nobel zijn, maar kan catastrofale gevolgen hebben bij beleggen. In de periode 2008-2018 brachten Amerikaanse aandelen, omgerekend in euro en inclusief dividenden, 158 procent op en aandelen uit de eurozone slechts 15 procent. De economie uit de eurozone blijft, in tegenstelling tot de Amerikaanse, aanmodderen. De chronische navelstaarderij in Europa, al te vaak de les spellend aan de rest van de wereld, houdt die ongepaste beleggersliefde voor de thuismarkt in stand. Ten tweede is het gewoon zo dat vele bewegingen van de beurs op korte termijn niet te voorspellen zijn en wordt de huidige marktcontext nog bemoeilijkt door de invloed van de high frequency traders, die instaan voor meer dan de helft van de handel op de beurs. Ook het directe interventionisme van de centrale banken in de financiële markten speelt een rol omdat het de fundamentele waardering van financiële activa op de schop gooit.

IN HET KADER VAN de Europese MiFIDII-richtlijn brengt 2019 een totale transparantie over de kosten van een beleggingsfonds. Dat is verplichte lectuur voor elke eindbelegger. Vermogensbeheerders zullen meer dan ooit hun toegevoegde waarde moeten bewijzen, anders zal de exodus richting goedkoop passief beheer, spaarrekeningen, vastgoed en private equity onverminderd doorgaan.

De auteur is onafhankelijk financieel expert en docent aan de Vlerick Business School

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content