EEN GECAMOUFLEERDE DOORBRAAK

VEV-CONGRES.

Vorige week hield het VEV zijn jaarlijks congres. Reikhalzend werd uitgekeken naar de speech van Karel Vinck. De VEV-voorzitter stelde een grondige herziening van het Belgische overlegmodel voor. Kort samengevat: op federaal vlak moet een advies uitgebracht worden over een federale loonnorm. Het gaat om een technische berekening, geen onderhandeling. De regionale sociale partners doen hetzelfde voor hun bevoegdheden. Pas dan starten de échte onderhandelingen; die gebeuren hoofdzakelijk op sectoraal vlak.

Bij vele commentatoren werd nogal lauw gereageerd. “Geen doorbraak”, titelde één van de collega’s. “Het voorstel van Karel Vinck is zeer verregaand, maar men begrijpt dat blijkbaar niet,” verklaarde Vlaams minister-president Luc Van den Brande aan Trends. “Dit is een echte doorbraak.”

Het probleem van Vincks boodschap is dat ze niet alles blootgeeft. In tegenstelling tot vroeger stelt de Vlaamse werkgeversvereniging zich pragmatisch op. Analyseren we Vincks toespraak. Waarom is het sociaal overleg geblokkeerd? Omdat er een gebrek aan differentiatie is. Op regionaal vlak (de economische ontwikkeling tussen Vlaanderen en Wallonië verschilt grondig), op sectoraal vlak (sommige sectoren zijn sterker dan andere) en op ondernemingsvlak. Door het VEV-voorstel wordt die differentiatie op de drie vlakken gerealiseerd. Tot daar Vinck.

Voor de regionale verschillen wordt er in de praktijk echter geen differentiatie bereikt. Ten eerste geeft het VEV geen ordewoord voor regionaal overleg; sectoren kunnen in alle vrijheid een nationale CAO afsluiten. Sterker nog, het VEV blijft voorstander van een federale loonnorm. En dat is een pure contradictie met de regionale differentiatie (zie ook blz. 5).

Als het VEV – consequent met zijn uitgangspunt – pleit voor een Vlaamse en Waalse loonnorm dan isoleert het zich volledig. Zoals het voorstel nu voorligt, zal het VEV bijvoorbeeld makkelijk aansluiting kunnen vinden bij de al eerder gedane vergelijkbare voorstellen van het NCMV. Wat meteen een sterk werkgeversfront kan opleveren.

Wanneer er een Vlaamse en Waalse norm komt, ligt dan de weg open naar een West-Vlaamse, Antwerpse, Limburgse… norm? Neen, omdat een norm geldt voor een land. En daar zal het VEV kiezen voor Vlaanderen. “We zijn geen separatisten,” zei Karel Vinck op de persconferentie tijdens het congres. “We blijven in een federale structuuur met een element van solidariteit. We vragen echter wel dat er na de verkiezingen een grotere fiscale en parafiscale autonomie komt voor de regio’s.” Opnieuw verdedigbaar en pragmatisch. Maar ook hier moet men consequent de basishypothesen van het VEV doortrekken. En dat kan alleen uitmonden in het verdedigen van een Vlaamse staat. Men kan daar voor of tegen zijn, dat is van geen belang. Wel belangrijk is de betekenis op lange termijn van bepaalde strategische opties.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content