ééN FAILLISSEMENT AUB

Hebt u zich ooit al eens afgevraagd waar uw spaarcenten zich werkelijk bevinden? Netjes op de spaarrekening van uw bank, denkt u ongetwijfeld. Klopt, maar die bank laat uw geld natuurlijk niet ondersneeuwen. Ze gebruikt het om aan andere mensen of instellingen geld te lenen. Wie weet, misschien wel aan een hefboomfonds of een durfkapitalist. Die uw geld dan weer gebruikt om het te investeren in aandelen of om een onderneming over te nemen. Onrechtstreeks bent u zo betrokken in het geldcarrousel dat vandaag draait op steeds meer investeringen en nog meer kredieten. En zo zal u ongetwijfeld ook de shock voelen als dit geldcarrousel stopt met draaien. Een navraag bij de Belgische banken over hun uitstaande kredieten aan durfkapitalisten en hefboomfondsen leverde trouwens onbeantwoorde telefoons en vage reacties op. Maar het zou naïef zijn te denken dat Belgische banken zouden verschillen van hun Europese en Amerikaanse collega’s en geen geld pompten in durfkapitaalfondsen en hefboomfondsen.

Op het carrousel zitten ondernemingen, durfkapitalisten, hefboomfondsen, financiële instellingen en massa’s adviseurs. De mechaniek is op het eerste gezicht simpel. Ondernemers verkopen voor een bom geld hun bedrijf aan durfkapitalisten. Die betalen de overnamesom voor een stuk met eigen kapitaal. Maar het gros van het bedrag financieren ze met krediet dat ze losweken bij banken. Kredieten die trouwens niet door de durfkapitalisten zullen terugbetaald worden, maar wel door de ondernemingen die ze hebben overgenomen. De banken spelen het spel mee, want de kredieten aan durfkapitalisten leveren hogere marges op.

Op de aandelenmarkten zijn de hefboomfondsen aan zet. Ook zij worden fors gefinancierd door financiële instellingen en gebruiken het geld om te investeren in aandelen en complexe financiële afgeleide producten die op korte termijn veel winst kunnen opleveren. Pervers is dat die afgeleide producten vaak zijn uitgegeven door diezelfde financiële instellingen die geld pompen in de hefboomfondsen. De kapitaalmarkten zijn een aaneenschakeling geworden van financieringsmechanismen waarbij iedereen elkaar het hoofd boven het water houdt. Een rimpeling in het water kan zo een storm veroorzaken.

Iedereen ziet dat de markt aan het verhitten is, maar niemand onderneemt actie. Overheden bakkeleien over het al dan niet verhogen van belastingen voor durfkapitalisten en hefboomfondsen. Financiële toezichthouders roepen de banken op hun risicobeheer in het oog te houden en te verbeteren, maar ondernemen geen concrete acties. Durfkapitalisten vragen luidop aan hun collega’s om geen te gekke prijzen te betalen voor nieuwe investeringen, maar de ene miljardenovername blijft de andere opvolgen. Alarmberichten stoppen de spelers niet. Net als kleine kinderen hebben ze een voorbeeld nodig. Een faillissement van een middelgrote private-equityspeler of hefboomfonds, dat de financiële markten stevig opschrikt, maar niet doet verdrinken, kan dus de prijs zijn die moet worden betaald om een algemene financiële crisis te voorkomen.

In de Verenigde Staten wankelen de eerste hefboomfondsen. De Amerikaanse vastgoedmarkt kreunt onder de stijgende rente. Steeds meer inwoners kunnen hun woningkrediet niet meer afbetalen. Kredietverschaffers gaan overkop en sleuren de hefboomfondsen mee die investeerden in de risicovolle obligaties uitgegeven door de kredietverschaffers. Maar ook op andere fronten begint het tij te keren. De overnameprijzen die private-equityspelers betalen voor hun prooien bubbelen en hypothekeren het toekomstige succes van de onderneming en de durfkapitalist. Financiële instellingen zien hun kredietportefeuille zo steeds risicovoller worden.

Private-equityspelers en hefboomfondsen zijn noodzakelijk. De eersten leveren een versnelde groei in de ondernemerswereld. De tweede groep activeert het professionalisme op de financiële markten. Indien zij nu verwikkeld geraken in een grootschalige financiële crisis, verliezen ze eensklaps hun geloofwaardigheid voor decennia lang. Vergelijk het met het uiteenspatten van de technologiebubbel eind jaren negentig. Hoeveel ICT-projecten hebben nadien nog de kans gekregen zich te bewijzen? De vooroordelen veroorzaakten een quasistilstand in de sector. Spijtig, want het gros van de projecten had en heeft potentieel. Net zoals het gros van de financiële spelers vandaag potentieel en toegevoegde waarde heeft.

an goovaerts adjunct-hoofdredacteur

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content