Een conflict oplossen zonder rechtszaak

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

De wetgeving op de bemiddeling, een manier om rechtszaken te vermijden, wordt aangepast. Rechters kunnen nu ook buitengerechtelijke akkoorden over een geschil bekrachtigen.

S ee you in court. Die Amerikaanse klassieker is steeds meer van toepassing op Vlaamse ondernemers. Met alle gevolgen van dien. “Het aantal processen steeg de voorbije vier decennia met factor twintig, terwijl de personeelsbezetting van Justitie amper verdubbelde,” weet advocaat-bemiddelaar Arvid De Smet. “Ellenlange wachttijden zijn een gesel voor bedrijven. Een alternatief is de bemiddeling, waarbij de twee partijen met een derde een oplossing uitwerken.”

De partijen kunnen zeer ver gaan in de uitwerking van een compromis. Een voorbeeld uit de praktijk (waarbij de namen werden veranderd):

Electro A en Digital B verdelen de lokale markt van de consumentenelektronica. Tot nieuweling Consumer Deals zwaar onder hun prijzen duikt en een neerwaartse prijzenspiraal op gang brengt. De marges dalen dramatisch. A en B stappen naar de rechter omdat dit de eerlijke handelspraktijken zou schenden. C stelt voor om een bemiddelaar aan te stellen. Na een dag onderhandelen bereiken ze een akkoord over wat bemiddelaar De Smet “gezonde winstmarges” noemt.

Arvid De Smet: “Ik overtuigde iedereen dat het niet in zijn belang was de andere dood te concurreren. Meer nog: besloten werd om gezamenlijke acties op het getouw te zetten. Via een gerechtelijke vechtprocedure was een van de partijen waarschijnlijk van de kaart verdwenen. Mocht deze situatie zich binnenkort voordoen, kan een rechter de overeenkomst homologeren. Hij kan alleen weigeren als de openbare orde of de goede zeden in het gedrang komen.” Binnenkort vergemakkelijkt de wet deze vorm van conflictbeheersing. Vanaf volgende week 30 september 2005 bestaat de rechtsfiguur van de ‘gerechtelijke bemiddeling’.

Interventie van het gerecht

Wanneer twee ondernemingen in de clinch liggen, maar liever niet naar de rechtbank stappen (omdat ze nog moeten samenwerken, bijvoorbeeld), schakelen ze nu al een bemiddelaar in om een regeling uit te werken in hun beider belang. “Een bemiddelaar gaat uit van de belangen, en veel minder van de rechten van de partijen,” situeert advocaat Eric Monard (Monard D’Hulst). “Die neutrale derde peilt soms in een biechtstoelgesprek naar het ultieme compromis, dat partijen bij een geschil aanvaarden. Hij laat ook andere aspecten dan louter het onderwerp van het geschil aan bod komen. Een rechter kan dat niet.”

Advocaat Kurt Creyf, bestuurslid van de Orde van Vlaamse Balies, beklemtoont dat bemiddeling geen mirakeloplossing is. “Het is een complementaire, vrij klassieke techniek voor conflictoplossing, naast advies bij klachten, ontwerp van documenten, deelname aan onderhandelingen en het pleidooi voor rechtbanken.”

Als een van de partijen zich niet houdt aan de dading, moet de andere naar de rechtbank van koophandel stappen (of de burgerlijke rechtbank in geschillen tussen particulieren). Dat kan tijdrovend zijn. Dat verandert nu. De bemiddeling via een erkende bemiddelaar (los van een rechtszaak zelfs) kan immers worden gehomologeerd door de rechtbank, waardoor het document gerechtelijk uitvoerbaar wordt. Met andere woorden: een partij moet uitsluitend via de beslagrechter (een zeer snelle procedure) de uitvoering verkrijgen.

Elke partij kan per aangetekende brief aan de advocaat van de tegenpartij(en) vragen om een beroep te doen op een bemiddelaar. Eventuele lopende rechtsprocedures en verjaringstermijnen worden zo geschorst. Iedere partij kan de bemiddelingsprocedure steeds, zonder schadelijk gevolg, afbreken, ook per aangetekende brief.

De rechter kan in de toekomst zelf suggereren dat beide partijen beter een bemiddelaar inhuren. “Een rechter kan vaststellen dat men elkaar kapot procedeert, en dat de zaak beter in der minne wordt geregeld,” weet De Smet. Een door ons geconsulteerde rechter noemt de nieuwigheid ” much ado about nothing”, omdat de huidige wetten al voldoende ruimte laten voor bemiddeling. De magistraat: “Nu al kunnen we een dading – over de afbetaling in termijnen, bijvoorbeeld – noteren en een akkoordvonnis geven. De partijen kunnen hiertegen niet in beroep gaan.” Dat geldt dan wel voor zaken die al aanhangig zijn gemaakt voor de rechtbank.

Erkende bemiddelaars

Iedereen kan zich bemiddelaar noemen, ook na 30 september. Alleen erkende bemiddelaars (of advocaten, zoals vandaag) kunnen hun dossiers laten bekrachtigen door de rechtbank. De erkenning gebeurt door een federale commissie, waarin advocaten, notarissen en andere bemiddelaars zetelen. Er zijn drie subcommissies: voor sociale zaken, personen- en familierecht en burgerlijke (ook commerciële) dossiers.

Er werden al bemiddelaars aangewezen uit alle mogelijke beroepsgroepen: notarissen, accountants en psychologen (handig in familiegeschillen). De federale bemiddelingscommissie werkt ook de deontologie van de bemiddelaars uit. Elke beroepsgroep behoudt haar eigen deontologische code. Dat het beroepsgeheim soms een voordeel heeft, bewijst de volgende zaak:

Flemish Quality Carpets heeft problemen nadat Dieter, zoon van stichter Paul Van Gheluwe, gestorven is. Schoondochter Alice erft zijn aandeel in het bedrijf en wil dat haar nieuwe echtgenoot, Vlerick-boy François de Cay, meer betrokken wordt bij de dagelijkse leiding. De rest van de familie ziet dat niet zitten en op de raden van bestuur komt het tot laaiende ruzies. De Cay dreigt Deminor in te schakelen en suggereert de fiscale ontwijkingsconstructies mee te delen aan de administratie. Als laatste redmiddel wordt een bemiddelaar ingeschakeld.

Drie weekends intensief onderhandelen leiden tot een oplossing. De Cay mag in de toekomst de divisie Noord-Amerika van FQC, die een aparte NV wordt, leiden. Er wordt een wettelijk aanvaardbare oplossing gevonden voor de grijze geldstromen. FQC en De Cays NV hebben een minderheidsparticipatie bij elkaar. Iedereen krijgt drie jaar de vrijheid van bestuur (één jaar als de cijfers tegenvallen), waarop een evaluatie volgt.

De Smet: “In dit geval was de tussenkomst van een advocaat-bemiddelaar noodzakelijk. Niet alleen is die in staat om een vennootschapsconstructie en een fiscale techniek op papier te zetten. Hij is door zijn beroepsgeheim ook verplicht om discreet te blijven over eventuele strafrechtelijke inbreuken. Hoe dat juist zit met personen zonder beroepsgeheim, is niet helemaal duidelijk. Revisoren, bijvoorbeeld, hebben een meldingsplicht als ze op dergelijke zaken stoten.”

Partijen die na een mislukte bemiddeling documenten gebruiken die tijdens de onderhandelingen op tafel kwamen, kunnen veroordeeld worden tot een schadevergoeding. Nieuw is dat een bemiddelaar die de discretieplicht schendt, strafrechtelijk bestraft kan worden (maximumstraf: zes maanden en een geldboete van 2750 euro). De bemiddelaar mag evenmin worden opgeroepen als getuige in een procedure met betrekking tot de feiten waarvan hij in de loop van zijn bemiddeling kennis heeft genomen.

Wanneer een bemiddelaar?

Bemiddeling is volgens sommigen een ideale manier om de rechtbanken te vermijden. “De uitkomst van een proces valt soms even moeilijk te voorspellen als een loterij,” weet De Smet. “Je weet nooit 100 % zeker wat de rechter beslist. Bemiddeling is voor een deel de privatisering van de rechtsgang. Als de bemiddelaar bovendien advocaat is, kan hij inschatten in welke richting een vonnis zou kunnen gaan.”

De Smet, die zelf 100 euro per uur aanrekent als bemiddelaar, noemt de bemiddeling ook “erg goedkoop”: “Niet alleen moet de maatschappij de kosten van een rechtszaak niet voor zich nemen. De partijen vermijden ook gerechtskosten en erelonen van advocaten die, naarmate het conflict verder escaleert, uit de hand kunnen lopen.”

Advocaat Kurt Creyf noemt de redenering van zijn confrater “simplistisch”. Hij raadt aan om zich bij de bemiddeling te laten flankeren door een advocaat, en dat kost nu eenmaal ook geld. “Een bemiddelaar is geen tovenaar. Hij helpt alleen de partijen, die zelf tot een oplossing dienen te komen. Die oplossingen kunnen ideaal door een advocaat worden aangereikt. Die zal er trouwens op toezien dat de rechten van zijn cliënt absoluut gevrijwaard worden. Bovenal is de advocaat, door zijn opleiding en vorming, perfect in staat om toekomstige probleemgevallen en eventuele conflictmodellen, bij een later geschil, in te schatten en daarvoor oplossingen aan te reiken.”

Dat de aanwezigheid van een specialist, die meer kan dan louter bemiddelen, soms een voordeel is, blijkt uit de volgende zaak:

Digidistribution verkoopt geregeld software aan Business Solutions, dat informatica levert aan ondernemingen. Een bepaald pakket diskettes functioneert niet, omdat het slecht verpakt was en vochtschade had geleden. Business Solutions betaalt de klanten terug, maar Digidistribution weigert de producten terug te nemen. Volgens de factuurvoorwaarden worden producten slechts acht dagen na levering teruggenomen. Een bemiddelaar bereikt na 3,5 uur een akkoord. Digidistribution vergoedt een deel van de schade, maar verkrijgt dat er een contract wordt gesloten voor de volgende drie jaar. Bovendien worden andere betalingscondities en garantievoorwaarden, en ook een fiscaal voordelige BTW-constructie uitgedokterd.

De Smet: “In totaal kostte de bemiddeling elke partij 250 euro. Zeer typisch voor bemiddeling is de win-winoplossing. Niet alleen wordt een proces vermeden. De klant verkreeg bovendien een sterkere betalings- en garantiepositie. Ook werd een bestaande handelsrelatie niet bruusk verbroken, integendeel.”

Die zaak bewijst dat de bemiddeling ideaal is voor ondernemingen die een langdurige relatie onderhouden en voor wie het afbreken van de contracten leidt tot problemen. In de bouwsector is mediatie legio. “Ook tussen zeer grote bedrijven,” weet De Smet. “Vlaamse KMO’s zijn echter minder bekend met de constructie. Vandaar dat Justitie start met een mediacampagne rond de rechtsfiguur. Een uitstekende zaak.”

Wanneer geen bemiddelaar?

Niet alle zaken zijn geschikt voor bemiddeling. Het is bijvoorbeeld veel goedkoper om onbetaalde facturen onmiddellijk te laten opeisen voor een rechtbank. Bemiddeling in fiscale zaken is evenmin mogelijk, omdat de administratie (voorlopig) geen dadingen mag afsluiten. Advocaat Thierry Claeys (Claeys & Engels) meent dat ook sociale zaken niet echt geschikt zijn voor deze vorm van bemiddeling: “Er is al een verplichte verzoeningspoging voor de rechter. Zelf trachten we in een geschil tussen onze klanten, bedrijven, en werknemers altijd een minnelijke schikking uit te werken, al dan niet in aanwezigheid van een vakbondsvertegenwoordiger. Ik zie niet snel gebeuren dat partijen tijdens een bemiddeling plots van mening veranderen. Vergeet ook niet dat zo’n bemiddelingspoging meestal zal gebeuren als de advocaten hun werk al grotendeels hebben gedaan. Op dat moment zijn de meeste partijen klaar voor de ultieme juridische strijd.”

Kurt Creyf wijst erop dat sommige partijen soms doelbewust aansturen op een vonnis, “al was het maar om daaruit een belangrijk precedent af te leiden of om een evolutie in de rechtspraak te forceren.” Volgens hem leidt een bemiddeling dikwijls tot niets “omdat beide partijen het been stijf houden.”

“Dat zijn dan kosten op het sterfhuis,” geeft De Smet grif toe. “Maar een goed opgeleide bemiddelaar kent de technieken om daar een draai aan te geven. Er gaan trouwens stemmen op om extreem onredelijke partijen te laten opdraaien voor alle kosten. Misschien is dat een optie.”

Hans Brockmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content