‘Een catastrofe voor havenbedrijven’

Volgende week starten de gesprekken over de herziening van het Belgische zeerecht. Fernand Huts, CEO van Katoen Natie, luidt de alarmklok over het voorstel dat op tafel ligt.

De vergadering die volgende week op de agenda staat, is nog maar een eerste verkenning. De eigenlijke rondetafelgesprekken over de herziening van het Belgische zeerecht zijn voor de herfst. Op zich lijkt die eerste bijeenkomst dus een zaak voor het beperkte kringetje van maritiem juristen, maar er is meer aan de hand. Volgens Fernand Huts, CEO van Katoen Natie, staat er heel wat op het spel. “Wat in het voorstel van herziening staat, is een catastrofe voor de goederenbehandelaars, de economische ruggengraat van onze havens.”

De Commissie Maritiem Recht (Comar) is belast met de herziening van het Belgische zeerecht. De voorzitter van de commissie is de Antwerpse advocaat Eric Van Hooydonk. De Comar heeft een ontwerp van Scheepvaartwetboek uitgewerkt, de Codex. Die behandelt niet alleen het recht dat geldt op zee, maar ook het transport- en verzekeringsrecht voor alle vervoer aan het water. En daar wringt de schoen.

Fernand Huts: “Ik kan best begrijpen dat de advocatuur wil sleutelen aan het zeerecht van meer dan honderd jaar geleden. Dat gaat nog uit van zeilschepen die stukgoed vervoeren, terwijl de sector is geëvolueerd naar enorme containerschepen”, zegt Fernand Huts. “Maar er is geen enkele reden om meteen ook de overslagsector in die maritieme codex mee te nemen. De juridische kant van de overslag van goederen en de stockage in de magazijnen wordt vooral geregeld door de algemene regels van het Burgerlijk Wetboek. Verladers, reders, verzekeraars, behandelaars en andere betrokkenen weten perfect waaraan ze zich moeten houden. Een apart wetboek met compleet nieuwe regels, zoals de Comar voorstelt, zal leiden tot een enorme rechtsonzekerheid en vele jaren van dure procedures om uit te maken waar we juridisch staan.”

En dat is niet het enige. “Het zou ook betekenen dat de opslag in de haven aan andere juridische regels onderworpen is dan die in het hinterland”, vervolgt Huts. “Erger nog, voor opslagloodsen die in hetzelfde land op 500 meter van elkaar staan, zullen verschillende aansprakelijkheidsregimes gelden. Leg dat maar eens aan je klanten uit. Twee compleet verschillende juridische statuten in een land van een zakdoek groot, dat is waanzin. Die juridische chaos kunnen we echt missen.”

FERNAND HUTS. “De reders vragen dat al enkele jaren. De redersvereniging heeft de opstart van de Comar gefinancierd en zetelt als enige beroepsgroep uit de havens in die commissie, naast advocaten – die overigens vaak voor diezelfde reders werken. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt. En dus stelt de Comar een zwaardere aansprakelijkheid voor de behandelaars voor.

“Dat vind ik trouwens bizar, want de boten van de belangrijke Belgische rederijen – met uitzondering van de sleepboten – doen amper Vlaamse havens aan. De beroepsfederaties van de goederenbehandelaars en de verzekeringsmaatschappijen waren vanaf het begin tegen deze hervorming, maar hun kritiek werd gewoon van tafel geveegd. De Comar werkt heel eenzijdig en ondoorzichtig.”

Eric Van Hooydonk, de spil van de hervorming, wil de “immuniteit” van de behandelaars opheffen, die ze ooit verkregen na een uitspraak van het Hof van Cassatie. Dat verbood toen de rechtstreekse schadevordering tegen behandelaars.

HUTS. “De voorbije jaren is onze klantenportefeuille in de haven gevoelig uitgebreid. Denk je nu echt dat dat zou kunnen als wij zonder enig gevolg schade konden veroorzaken bij de opslag of bij het laden en lossen? Dat soort zaken regelen we in der minne met de schadelijder. Met succes. In de voorbije twintig jaar hebben we met onze klanten amper processen moeten voeren over behandelingsschade. De nieuwe regels zullen onvermijdelijk leiden tot hogere premies voor de stuwadoors. Ze ondermijnen dan ook de concurrentiekracht van de Vlaamse havens. Rotterdam heeft niet liever dan dat het onze klanten met een gigantisch prijsverschil kan bedienen.”

Tot nog toe bleef de discussie beperkt tot werkgroepen, waarin technici zitten zoals uw riskmanager Carl Leeman. Vanwaar nu uw persoonlijke, scherpe reactie?

HUTS. “We dachten de zaak intern op te kunnen lossen, maar die hoop hebben we opgegeven. Ik heb de zaak zelf al aangekaart bij meester Van Hooydonk en kreeg een erg lauw antwoord. Het was beter geweest als de goederenbehandelaars veel eerder hadden laten blijken dat het ontwerp voor een nieuwe zeewet onaanvaardbaar was. Binnenkort wordt formeel onderhandeld over eventuele aanpassingen, maar ik heb de indruk dat we enkel hier en daar een komma mogen veranderen. We willen echter een fundamentele bijsturing, door het hele hoofdstuk over de niet-maritieme sectoren uit het wetboek te lichten. Zover wil de Comar niet gaan.

“De verantwoordelijke minister, Johan Vande Lanotte, heeft al gezegd dat de regering nog dit jaar zelf een voorstel zal voorleggen aan het parlement als we er niet uit raken. De politiek moet weten dat niet enkel onze sector, maar de economie van ons land een pandoering van jewelste krijgt als dit voorstel door onze strot wordt geramd. Ik trek aan de alarmbel voordat het schip gezonken is. Ook in het belang van mijn klanten en Antwerpen.”

HANS BROCKMANS, FOTOGRAFIE JELLE VERMEERSCH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content