Economische outlaws moeten aan de galg

België is een paradijs voor seriefraudeurs. Ze richten de ene vennootschap na de andere op, ontduiken RSZ of btw, betalen uiteindelijk ook hun leveranciers niet en beduvelen hun concurrenten door fiks onder de marktprijs te werken. Deze outlaws ontnemen de winst van gezonde ondernemingen en hun opbrengst verdwijnt in een resem miserabele spookvennootschappen. Ze opereren onder meer in de onderhouds-, bouw- en transportsector.

Als de schuldeisers reageren, wordt de vennootschap leeggehaald, benoemen ze een randdebiel als zaakvoerder en verhuist de zetel naar een spookadres. Soms leggen ze nog snel een verzoekschrift neer voor een gerechtelijke reorganisatie, om enkele weken tijd te kopen voor hun frauduleuze activiteit. Kostprijs van deze justitiële actie: minder dan een etentje in een bis-trootje. Door telkens een beperkt bedrag te frauderen, komen deze witteboordcriminelen niet in het vizier van de onderzoekers. De pakkans is zo goed als onbestaande. Dat bevestigen diverse getuigenissen, zoals die van de Antwerpse magistraat André Buysse in deze Trends.

In sommige rechtbanken is dit alles een gevolg van onwil of incompetentie. In principe moeten de kamers voor handelsonderzoeken deze fraudeurs opsporen en doorverwijzen naar de parketten. In de ‘bloedrechtbank’ van Dendermonde gebeurt dat consequent. In Antwerpen doet de rechtbank haar best, met veertig kamersessies per maand. In een aantal Waalse rechtbanken vergadert die kamer eens per maand. Als signaal kan dat tellen.

Dikwijls ligt het parket mee aan de oorzaak van de verspreiding van de faillissementsfraude. Rechters van de koophandel klagen dat meldingen van ondernemingen in zware moeilijkheden aan het parket zonder gevolg werden geklasseerd. De parketten zijn onderbemand, hebben de financiële expertise niet of weigeren die extern in te huren (“te duur”). Bovendien willen ze hun voeten niet vuil maken aan de opsporing van een delict waarmee de criminelen voor de correctionele rechtbank makkelijk wegraken. Veel liever speuren de parketten naar misdrijven waar ze nog frauduleuze opbrengsten kunnen recupereren of georganiseerde misdaadcircuits (witwassers, btw-carrousels).

De aanpak van ‘kleine’ fraudeurs en hun dubieuze adviseurs is ook geen prioriteit, omdat de politiek er weinig belang aan hecht. Nochtans infecteren ze gezonde bedrijven die het in deze crisis al extra zwaar hebben. Niet alleen voor gewelddelicten, maar ook voor deze economische inbreuken is er nood aan een zero tolerance. Als de volgende minister van Justitie belang hecht aan de gezondheid van het bedrijfsleven en zich niet alleen laat leiden door de waan van de dag, zet hij hierover dus best duidelijke richtlijnen op papier – ondersteund door mensen en middelen. Deze witteboordcriminelen moeten worden gedetecteerd, vervolgd en uitgeschakeld.

‘Sjoemelende ondernemers zijn geen prioriteit voor het parket’, blz. 20

Door Hans Brockmans

De parketten zijn onderbemand, hebben de financiële expertise niet of weigeren die extern in te huren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content