ECONOMISCH PATRIOTTISME

Ze zien het goed zitten, de financiële directeurs van het Europese bedrijfsleven. Een recente peiling van de Erasmus Universiteit in Rotterdam en de Duke University in Amerika wees uit dat de meeste van de financiële keukenmeesters op het oude continent rekenen op “snelle winststijgingen, hoge kapitaalinvesteringen en een laag inflatierisico” in de komende twaalf maanden.

Gunstig nieuws. Eén donderwolk verhinderde echter dat de naald van de barometer volledig naar rechts sprong: het groeiende protectionisme in de Europese Unie. Denk maar aan het geharrewar over de Chinese textielquota en – in het bijzonder – de oproep van de Franse premier Dominique de Villepin voor meer “economisch patriottisme” na de (ingebeelde?) obsessie van diverse van zijn landgenoten voor een overname van het Franse zuivelconcern Danone door het Amerikaanse PepsiCo.

Een potje yoghurt of een goed draaiend casino inroepen als hefboom voor meer economisch chauvinisme doet bij de meeste niet-Franse Europeanen een meewarige glimlach op de lippen verschijnen. Maar dat het de Fransen menens is, moet blijken uit een verklaring van de Franse staatssecretaris voor Economische Zaken. Vorige week zei die doodleuk dat “de monetaire en financiële regelgeving onlangs is aangepast om de regering de mogelijkheid te geven de controle te verwerven over economische sectoren die ze van strategisch belang acht”.

Genoeg om EU-bonzen en technocraten in Brussel nerveus op het puntje van hun stoel te krijgen. Protectionisme is een reële dreiging. Ook de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) waarschuwde deze zomer nog dat dit fenomeen, naast een verouderde bevolking en stroeve arbeidsmarkten, de potentiële economische groei in de eurozone bedreigt. Als er geen extra maatregelen volgen, zou dit de groei voor de periode 2010 tot 2020 kunnen fnuiken tot gemiddeld 1,3 % per jaar en voor de tien jaar daarna tot 0,9 %.

Niets tegen een land dat zijn lokale financiële en fiscale wetgeving aanpast om competitief sterker voor de dag te komen. Maar als dit land zijn regelgeving misbruikt om oude verworvenheden, sectoren en bedrijven te beschermen, roept dat oude demonen op.

We beseffen het niet, maar het nieuwe (neo)liberale marktdenken dat voor een duidelijke naoorlogse groei en welvaart in Europa zorgde, kan hierdoor snel vergiftigd worden. Kijk maar naar de depressie van de jaren dertig, toen een hevige vorm van economisch nationalisme, doorspekt met een mix van mercantilisme en protectionisme, de liberale reflexen de kop indrukte.

In tijden van wervelende globalisering (met de hete adem van China en India in de nek) een politiek pleidooi houden voor nationale sectoren, is economische onzin (zie Opinie, blz. 124). Het remt verdere spontane groei. Erger nog, beleidsmakers die deze slogan hanteren, zetten hun bedrijven gevangen in een glazen stolp en wiegen de bedrijfsleiders in slaap.

In tegenstelling tot wat we nu denken, waren het niet de bedrijven die in de jaren tachtig en negentig de neoliberale agenda bepaalden. Veel van de Europese multinationals – uit de auto-, textiel- en staalindustrie – nestelden zich toen behaaglijk in een monopolistische marktlogica. Zij waren de pleitbezorgers van het protectionisme. Sommige onder hen waren zelfs fervente tegenstanders van doorgedreven privatisering, omdat dit hun voorkeursbehandeling door de overheid zou doen verminderen.

Het laatste wat Europese politici, aangespoord door hun Franse collega’s, dan ook moeten doen, is die oude demonen wakker roepen. De tijden zijn veranderd. Maar er hoeft niet veel te gebeuren voordat een oproep tot economisch patriottisme opnieuw tot verkeerde reflexen kan leiden. Denk maar aan de ijver voor meer Vlaamse bevoegdheden. Vlaams parlementsvoorzitter Norbert De Batselier (SP.A) waarschuwde op 11 juli terecht voor “het spook van het ouderwetse nationalisme, dat zich in paniek terugplooit binnen zijn oude grenzen, dat roept om protectionisme en dat zich optilt aan vijandbeelden”.

piet depuydt

Een politiek pleidooi houden voor nationale sectoren, met de hete adem van China en India in de nek, is economische onzin.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content