“Durfkapitaal kan de economie weer aanzwengelen”

Woensdag 30 juni 2010 benoemde de algemene vergadering van de beursgenoteerde investeringsmaatschappij GIMV Dirk Boogmans als nieuwe bestuurder. De ex-topman van CFE en GIMV moet kennis omzetten in toegevoegde waarde.

Nadat hij een decenniumlang het operationele management van de GIMV en CFE had gevoerd, besloot Dirk Boogmans twee jaar geleden zijn leven over een andere boeg te gooien en zijn expertise als gedelegeerd bestuurder van twee beursgenoteerde ondernemingen te verzilveren in onafhankelijke bestuursmandaten. Als prille vijftiger wou de huidige voorzitter van de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI) geen consultancy doen. Evenmin wou hij nog dagelijks aan het hoofd van een groep staan. Zo bouwde hij geleidelijk een portefeuille aan bestuursmandaten op: Arcomet, P&V Verzekeringen, Vinçotte, Ethias Finance en BNP Paribas Fortis Bank.

CASH. Waarom keert u naar uw oude stal terug?

DIRK BOOGMANS. Als gevolg van de nieuwe wet over deugdelijk bestuur ( corporate governance) mogen onafhankelijke bestuurders maximaal drie mandaten achter elkaar uitoefenen. Zo kwamen er nu drie plaatsen bij de GIMV vrij. Omdat ik het huis goed ken, heeft voorzitter Herman Daems, die ook voorzitter is van BNP Paribas Fortis Bank, mij gevraagd een zetel in de raad van bestuur van de GIMV op te nemen. Ik heb veel vertrouwen in de bestaande ploeg en de strategie. Het aandeel heeft trouwens goed standgehouden tijdens de beurscrash. Bovendien heeft de groep ondanks de kredietcrisis haar dividendenpolitiek niet moeten wijzigen.

Nu ondernemingen als gevolg van de kredietcrisis moeilijker aan kapitaal geraken, krijgen de investeringsmaatschappijen meer dan ooit de rol van voortrekkers toebedeeld?

BOOGMANS. Durfkapitaal kan de economie weer aanzwengelen. We bevinden ons op een cruciaal punt. Bij het begin van de financiële crisis werden private equity en venture capital afgeschreven als een onwerkbaar model. Bepaalde fondsen hebben zich in het verleden inderdaad bezondigd aan te hoge risico’s, mede geïnspireerd door de soepele kredietpolitiek van de banken (hoge leverage). Gelukkig is de GIMV altijd sober geweest en heeft ze het aandeel van de schuldfinanciering bij overnames ( buy-outs) beperkt gehouden. Er werden nooit grenzen overschreden. Ondernemingen hebben altijd een gezonde kapitaalbasis nodig. Op dat vlak blijven investeringsmaatschappijen zoals de GIMV een belangrijke rol spelen voor groeibedrijven. Kijk maar naar het succes van het XL Fonds van de GIMV. Ondertussen herstelt de markt zich. Zo komt geleidelijk aan de appetijt van de banken voor financiering van acquisities – ook bij familiebedrijven – terug.

Hoe is de GIMV de dans kunnen ontspringen?

BOOGMANS. De GIMV heeft altijd alleen maar geïnvesteerd in bedrijven die ze goed kent. Ook specialiseerde de investeringsmaatschappij zich in bepaalde industrietakken – zoals life sciences, biotechnologie, informatie- en communicatietechnologie (ICT) en midcapbuy-outs – om beter de risico’s in te kunnen schatten en te kunnen anticiperen. Voorts hield de GIMV zich ver van de financiële sector, omdat ze daar geen mensen voor in huis had. Zo groeide de investeringsmaatschappij uit tot een Europese speler van formaat. Wat de financiering van buy-outs betreft, beperkt de GIMV zich wel tot België en de buurlanden. Haar tijdshorizon is vijf tot zeven jaar. Speculatieve investeringen zijn altijd uit den boze geweest.

Is duurzaamheid een selectiecriterium?

BOOGMANS. Je moet duurzaamheid in een brede context zien. Niet alleen het pure eindproduct telt. Veel ondernemingen integreren de drie componenten – people, planet en profit – in hun bedrijfsbeleid. Die zaken zijn voor een investeringsmaatschappij zeer belangrijk. Bovendien biedt de groene economie heel wat opportuniteiten.

Verwacht u een consolidatie binnen de sector?

BOOGMANS. Consolidatie in private equity is geen evidente zaak. Wel vinden er regelmatig samenwerkingsverbanden plaats. Zo heeft de GIMV altijd geïnvesteerd in fondsen van anderen, die complementair waren, zoals Capman.

Wat zijn de grote uitdagingen voor de toekomst van de GIMV?

BOOGMANS. In eerste instantie het behouden en aantrekken van goede mensen. Tot nu toe is het verloop beperkt gebleven, wat een goede zaak is. Ten tweede blijft de GIMV natuurlijk afhankelijk van de economische omgeving.

Tegenwoordig manifesteert de overheid zich steeds meer als regulerende factor op de financiële markten. Vreest u op termijn geen staatsinterventionisme?

BOOGMANS. Dat kadert in een Europees initiatief. De overheid heeft haar lessen getrokken uit de financiële crisis. Zo breidt de wet van 7 mei 2010 – de zogenaamde Twin Peaks – de bevoegdheden van de Nationale Bank van België en de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) uit. Dat is een goed zaak. De vraag rijst nu echter hoe die taken concreet ingevuld zullen worden, zodat dit tegen 2011 in voege kan treden. Ook de normen voor de banken worden steeds rigider, denk maar aan Basel III. Persoonlijk juich ik die evolutie toe, maar we moeten wel oppassen dat de nieuwe kapitaaleisen niet te streng worden. Dan krijgen ze namelijk een negatieve invloed op de kredietverlening aan de ondernemingen. Dat zou nefast zijn voor de economische ontwikkeling. Het bedrijfsleven kampt al met een tekort aan middelen om te investeren. We moeten daar een evenwicht tussen twee uitersten vinden. Ondernemen blijft hoe dan ook (beredeneerde) risico’s durven nemen.

Ondertussen besloot Europa midden mei ook de hefboomfondsen aan de ketting te leggen. Juicht u die beslissing toe?

BOOGMANS. Het probleem is dat in politieke discussies alle durfkapitaalfondsen in één adem genoemd worden. Nochtans is er een groot verschil tussen de drie categorieën. Venture capital richt zich vooral op kapitaalverstrekking aan beginnende en groeibedrijven. Private equity echter investeert het geld van de beleggers in het eigen vermogen van niet-beursgenoteerde ondernemingen om zo mee de strategie te kunnen bepalen. Het uiteindelijke doel is een beursgang of de verkoop van de participatie met winst door de creatie van aandeelhoudersmeerwaarde. Hedgefunds zijn echter besloten beleggingsfondsen, die werken met geleend geld. Zo ontkomen zij vrijwel volledig aan het toezicht van de beursautoriteiten. Hun tijdshorizon is de korte termijn. Als gevolg van hun opportunistische karakter nemen zij zeer grote risico’s. Daardoor liggen zij mee aan de basis van de financiële crisis. In die zin sta ik achter de beslissing om de hedgefunds meer beperkingen op te leggen, maar private equity en venture capital – die toegevoegde waarde creëren – moeten buiten schot blijven. Hun financieringsmogelijkheden door middel van vreemd vermogen zouden niet beperkt mogen worden.

Ook de kredietbeoordelaars komen onder publiek toezicht?

BOOGMANS. Iedereen is ervan overtuigd dat er aan het systeem van risicobeoordeling iets gedaan moet worden. In het verleden hebben de financiële instellingen zich te veel gebaseerd op de punten van de ratingagentschappen. Het probleem is echter dat zij zich baseerden op gegevens uit het verleden. Gelukkig speelde dat voor investeringsmaatschappijen, zoals de GIMV, geen rol. Zij doen zelf het onderzoek naar de levensvatbaarheid van de kandidaat-ondernemingen.

Heeft de financiële crisis de toekomst van de beurzen definitief de kop ingedrukt?

BOOGMANS. Na de sterke stijging van de beurs begin deze eeuw lag een technische correctie voor de hand, maar niemand had zo’n grote terugval verwacht. Nu zitten we met een hoge beweeglijkheid van de koersen (volatiliteit). Veel hangt ook van de macro-economische ontwikkelingen af. De beurs is en blijft in ieder geval een belangrijke kapitaalverschaffer voor de ondernemingen. Bovendien geven positieve aandelenmarkten vertrouwen aan consumenten en niet-beursgenoteerde bedrijven. Daar vaart iedereen wel bij. Vandaag staan we echter voor grote begrotingstekorten. De overheid zal moeten saneren. Hoe de onvermijdelijke inflatie de economie zal beïnvloeden, weten we nog niet. De uitdagingen zijn groot. De beleggers zullen meer dan ooit moeten diversifiëren om ongevallen in hun portefeuille te vermijden.

Staat de verkiezingsoverwinning van de N-VA en de PS het herstel van de Belgische beurs in de weg?

BOOGMANS. Markten reageren altijd voor een stuk emotioneel. Het is heel moeilijk om daar de percepties uit te krijgen. Begin juni 2010 veerde de rente voor de Belgische staatsobligaties lichtjes op, maar dat was van zeer korte duur. Onze beursindex is namelijk sterk afhankelijk van de internationale markten. Bovendien zijn de vooruitzichten voor de Belgische economie de laatste maanden niet echt gewijzigd.

Vreest u niet voor een soort van vermogensbelasting in eigen land of een Europese bankentaks?

BOOGMANS. Daar wordt veel over gesproken. Er zijn veel formules mogelijk. Het feit dat er bij ons nog altijd geen belasting op meerwaarden van aandelen bestaat, is positief voor een Belgische investeringsmaatschappij. Zelf als er een nieuwe kapitaalbelasting komt, zal private equity in ons land leefbaar blijven. Kijk maar naar de rest van de wereld. Hetzelfde geldt voor een bankentaks. Die heffing zal alleen een mogelijke invloed hebben op de kostprijs van de kredietverlening. Maar aangezien het een Europese maatregel betreft, zal de impact voor de GIMV beperkt blijven.

Als voorzitter van de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie (VRWI) pleit u voor de omzetting van kennis in toegevoegde waarde. Hoe doe je dat?

BOOGMANS. Door eerst te investeren in onderzoek en ontwikkeling. Daarna moeten de resultaten worden omgezet in nieuwe producten en diensten. Dat kan door de creatie van bedrijven. Daarvoor is de inbreng van venture capital nodig. Daar zorgt de GIMVwel voor! (C)

Door Eric Pompen

“Ik sta achter de beslissing om de hedgefunds meer beperkingen op te leggen, maar private equity en venture capital moeten buiten schot blijven.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content