Dubbele belasting behoort tot verleden

Belgische bedrijven moeten voortaan geen bronheffing meer betalen op Amerikaanse dividenden, en omgekeerd. In ruil komt er een gedeeltelijke opheffing van het bankgeheim. Ons land wordt zo een meer aantrekkelijke vestigingplaats voor holdings.

Vanaf 1 februari zijn de bronbelastingen op inkomsten uit Amerikaanse dividenden afgeschaft, en vice versa. Dat is het gevolg van het dubbelebelastingverdrag dat België en de Verenigde Staten op 28 december 2007 sloten. Ook de intresten en royalty’s vallen sinds begin dit jaar onder een nultarief.

“De overeenkomst levert ons vijf miljoen euro per jaar op”, zegt Guy Elewaut, woordvoerder van Delhaize Groep. De Belgische distributiegroep realiseert ongeveer 70 % van haar geconsolideerde omzet in Noord-Amerika: 13,3 van de 18,9 miljard euro in 2007. Jaarlijks vloeit de winst van 1570 supermarkten over de Grote Plas terug naar Brussel – goed voor 100 miljoen euro. Hierop zou de onderneming 15 % roerende voorheffing moeten betalen. Maar aangezien de Belgische aandeelhouders een meerderheidsparticipatie van 80 % in Food Lion bezitten, is de taks gereduceerd tot 5 %. Toch is en blijft dat een dubbele belasting, aangezien alle inkomsten van Delhaize al aan een vennootschapstarief onderworpen zijn.

Aan deze discriminatie komt eindelijk een einde. Al meer dan twee decennia dringen de Belgische autoriteiten bij hun Amerikaanse collega’s aan op een volledige opheffing van de dubbele belasting. Maar de Verenigde Staten waren niet geneigd hun extra inkomsten zomaar te laten schieten, zeker niet nadat ons land de genocidewet had goedgekeurd. Die maakte dat elk slachtoffer van een schending van de mensenrechten een buitenlands staatshoofd kon aanklagen voor een Belgische rechtbank. De Amerikaanse president George Bush voelde zich persoonlijk aangevallen. Een jaar lang bleven de deuren van het Witte Huis voor onze diplomaten gesloten.

In januari 2006 keerde het tij. Dankzij de bemiddeling van de voormalige Amerikaanse ambassadeur in Brussel Tom Korogolos – een persoonlijke vriend van Henry Kissinger en de echtgenoot van Anne McLoughlin, voormalig minister onder Ronald Reagan – mocht Guy Verhofstadt naar Washington komen om er de notionele-intrestaftrek te promoten. “Wij zijn altijd geïnteresseerd om minder belastingen te betalen”, luidde de redenering van Bush. Toen de president zijn Belgische collega aan het einde van het gesprek vroeg of er nog variapunten waren, greep de Belgische premier de kans met beide handen en bracht het dubbelebelastingverdrag ter sprake. Tot grote verbazing van de aanwezige fiscalisten, hapte Bush toe. Daarna ging het snel, voor juristen alleszins. Na nog geen twee jaar is de nieuwe regeling door beide parlementen ondertekend en geratificeerd.

Beroepsgeheim uitgehold

Maar België heeft wel een prijs moeten betalen. De Verenigde Staten krijgen het recht persoonlijke inlichtingen op te vragen. Feitelijk komt dit neer op een gedeeltelijke opheffing van het Belgische bankgeheim.

“In de praktijk verandert echter niet veel”, nuanceert Philippe Coosemans, Global Head Tax Merchant Banking van Fortis. “In de eerste plaats zal de Amerikaanse fiscus aan de hand van bepaalde feiten belastingplichtigen en banken moeten identificeren alvorens vragen aan de Belgische fiscus te kunnen richten. Bovendien zullen de financiële instellingen niet zomaar informatie over hun cliënteel prijsgeven. Ten derde bestaat al een gelijkaardige regeling. Banken die in de Verenigde Staten zakendoen, zijn verplicht hun systeem van klantenidentificatie te laten controleren door een externe auditor om het statuut van gecertifi- ceerd tussenpersoon ( qualified intermediary) te krijgen. Zonder die certificering krijgen ze moeilijker toegang tot de Amerikaanse kapitaalmarkt.”

Toch ondergraaft de nieuwe clausule het Belgische beroepsgeheim, zelfs tegen de nationale belastingwetgeving in. Axel Smits, partner International Tax Services van PricewaterhouseCoopers (PwC): “Bij niet-naleving kunnen de Verenigde Staten unilateraal een einde maken aan de vrijstelling van de bronheffing, waardoor meteen dan wel de opheffing van het bankgeheim vervalt. De vraag blijft hoe de Belgische belastingadministratie de clausule in de praktijk zal interpreteren.”

“Amerikanen zijn zeer beducht voor misbruik van verdragen ( treaty shopping)”, zegt advocaat Eric Osterweil van Steptoe & Johnson, voorzitter van de werkgroep voor dubbele belasting van de Amerikaanse Kamer van Koophandel in Brussel (AmCham): “Daarom voegen de Verenigde Staten aan elk dubbelebelastingverdrag deze clausule toe. Ze willen vermijden dat het misbruikt wordt door belastingbetalers uit derde landen ( limitation onbenefits). Als de Amerikaanse fiscus binnen vijf jaar de gevraagde gegevens niet ontvangt, vervallen sommige voordelen voor dividenden. Toch biedt de overeenkomst rechtszekerheid aan de investeerders, omdat het verdrag van toepassing blijft zelfs als de wetgeving verandert. Bovendien zal in geval van discussie tussen beide administraties, een onafhankelijk arbitragebureau uitsluitsel geven.”

Ook liggen de drempels voor het nultarief hoger bij de Belgen dan bij de Amerikanen. Coosemans: “De Belgische vennootschap moet over een directe of indirecte participatie van minstens 80 % in de Amerikaanse vennootschap beschikken, terwijl omgekeerd een directe deelneming van 10 % volstaat. Hier speelt het recht van de sterkste. Maar het verdrag vergemakkelijkt de investeringen van Belgische durfkapitaalspelers, pensioen- en beleggingsfondsen in de Verenigde Staten. Het nultarief versterkt ook de positie van België als vestigingsplaats voor holdings en financieringsvennootschappen. Zo komt ons land opnieuw op de kandidatenlijst van Amerikaanse investeerders. Vraag is echter of de Belgische wetgeving voldoende stabiliteit biedt. De notionele intrestaftrek wordt na amper een jaar al weer ter discussie gesteld. Dat bevordert de rechtsonzekerheid, waar elke ondernemer van gruwelt.”

Vrachtwagen bloemen

Toch reageert het bedrijfsleven zeer positief op de overeenkomst. “Het nultarief zal Amerikaanse investeerders aantrekken”, zegt Jean Baeten, fiscaal adviseur van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO): “Tijdens de onderhandelingen heeft de speciale cel van de federale overheidsdienst Financiën mirakels verricht. Zij verdienen een vrachtwagen vol bloemen.”

“Het verdrag levert ons een besparing van één miljoen euro op”, bevestigt Michel Alloo, financieel directeur van Umicore: “Voortaan hoef je geen ingewikkelde tussenstructuren op te zetten om dubbele belastingen te vermijden. Zo verliezen we minder tijd, gaan de kosten omlaag en verhoogt de transparantie. Dankzij de notionele-intrestaftrek en het uitstekende netwerk van dubbelebelastingverdragen staat België opnieuw op de kaart.” Maar niet elke onderneming is even euforisch. Volgens Luc Dhont, tax manager van Procter & Gamble voor de Benelux, weegt het voordeel niet op tegen het gunstregime voor het coördinatiecentrum. Hij betwijfelt of de fiscale regelgeving het mogelijk maakt voor internationale groepen zoals P&G om meer investeringen naar België te brengen. Dhont: “Ondertussen zitten de Nederlanders en de Luxemburgers ook niet stil.” (T)

DE AMERIKAANSE KAMER VAN KOOPHANDEL ORGANISEERT EEN SEMINARIE OVER HET DUBBELEBELASTINGVERDRAG OP 28 FEBRUARI 2008 (ZIE WWW.AMCHAM.BE).

Door Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content