DRUGS EN HOGE LONEN

Niet dankzij, maar ondanks

Zes Amerikaanse mannen hebben in het verleden de Nobelprijs voor literatuur gekregen. Vijf van die zes dronken buitenissig vóór, tijdens en na het schrijven : Sinclair Lewis, Eugene O’Neill, William Faulkner, Ernest Hemingway en John Steinbeck. De zesde, Saul Bellow, kon wel met drank omgaan. Vijf op zes, dat is een hoog percentage alcoholisten. In 1988 schreef psychiater Donald Goodwin in zijn boek “Alcohol and the Writer” dat relatief veel schrijvers een drankprobleem hebben.

Iedereen weet dat niet elke stevige drinker een groot schrijver is, maar misschien is een goed schrijver noodzakelijkerwijze een heftige drinker ? Harde bewijzen zijn er niet, maar wel veel voorbeelden van het tegendeel : saaie “droge” mannen die prachtig schrijven. Misschien produceren Nobelprijswinnaars hun grootse boeken niet dankzij, maar ondanks de alcohol ?

Uit arbeidsmarktonderzoek onder meer gewone stervelingen is bekend dat alcoholgebruik op de werkplek leidt tot lagere productiviteit. Drinken en werken gaan niet samen. Lagere productiviteit leidt tot minder promotie, misschien zelfs tot ontslag en in elk geval tot een gemiddeld lager loon. Drinkers verdienen gemiddeld significant minder dan niet-drinkende werknemers met een vergelijkbare opleiding en ervaring. Dat zal niemand verbazen.

VERRASSING.

Recentelijk werd soortgelijk onderzoek verricht naar het effect van drugsgebruik op het loon. Het betreft hier Amerikaanse studies. Dat is niet zo verwonderlijk, want de Amerikaanse overheid heeft drugsvrije werkplaatsen zeer hoog in het vaandel staan. De eerste onderzoeksresultaten bleken een verrassing : marihuanarokers en cocaïnesnuivers hebben gemiddeld hogere lonen dan niet-gebruikers.

Deze resultaten komen uit een onderzoek dat Robert Kaestner deed in 1991. Hij beschikte over enquêtegegevens van ruim 8000 Amerikaanse jongeren die in 1984 tussen 18 en 27 jaar oud waren. Bijna 72 % van de jonge mannen en ongeveer 62 % van de jonge vrouwen hadden tijdens hun leven wel eens marihuana gerookt. In de maand vóór de enquête hadden 30 % van de mannen en 21 % van de vrouwen nog een stickie gerookt. Wat cocaïne betreft, waren dat respectievelijk 23 % en 15 % voor “ooit gesnoven” en 6 % en 3,5 % voor recent gebruik.

A priori verwachtte Kaestner dat drugsgebruikers minder werklust zouden vertonen en dus minder zouden verdienen ; een “dopehead” is immers minder productief dan een heldere geest. Tot zijn verbazing vond hij precies het tegenovergestelde : drugsgebruikers incasseren een significant hoger loon. Dit is een raar resultaat, en onmiddellijk rijst de vraag : wat zit hier achter ?

VERKLARING.

Dat positief verband zou verklaard kunnen worden door het feit dat jongeren die meer geld verdienen zich ook gemakkelijker drugs kunnen permitteren. Wanneer echter in het onderzoek zowel rekening wordt gehouden met de positieve invloed van een hoger loon op meer drugsconsumptie als met de invloed van drugsgebruik op de productiviteit en op de hoogte van het loon, dan blijft er nog steeds netto een positief effect over : drugsgebruikers zijn productiever dan andere werknemers.

Een tweede mogelijke verklaring voor het verband tussen drugsconsumptie en hoge lonen is het feit dat drugsgebruikers een korte tijdshorizon hebben : ze leven voor het heden en denken niet aan morgen. Daarom gebruiken ze drugs ; daarom kiezen ze ook het soort werk waar ze de blits kunnen maken en direct veel geld verdienen, liever dan een baan waarvoor stages en bedrijfsopleidingen nodig zijn en waar pas later het grote geld komt. Kaestner vergelijkt de loopbanen van drugsgebruikers en niet-gebruikers om te zien of deze verklaring kan kloppen, maar hij vindt geen significante verschillen in het soort werk. Hier zit het dus ook niet in.

Als mogelijke verklaring voor het positief verband tussen drugs en hoge lonen blijft nu nog over dat drugsgebruikers persoonlijke eigenschappen en kenmerken vertonen (zoals bijvoorbeeld creativiteit, zelfvertrouwen, sociale vaardigheden) die alles te maken hebben met zowel gemakkelijk veel geld verdienen als geneigd zijn om drugs te proberen. Deze eigenschappen en kenmerken blijven echter meestal verborgen voor de onderzoeker ; ze zijn vaak niet waar te nemen in een enquête. Hoe meet je bijvoorbeeld of iemand creatief is ? Wordt dezelfde persoon met zijn verborgen karaktertrekken twee keer op verschillende tijdstippen geënquêteerd en wordt voor hem of haar twee keer het verband tussen drugsgebruik en loonniveau waargenomen, dan komen onderzoekers ondanks alles nog een heel eind.

RESULTAAT.

Recentelijk publiceerde Kaestner onderzoek met nieuwe gegevens over dezelfde jongeren. In dit nieuwe onderzoek kan hij rekening houden met de verborgen karaktertrekken van deze jongeren. Hij doet dat en vindt nu ook geen verband meer tussen drugsgebruik en hoge lonen : drugsgebruikers verdienen niet meer of minder dan anderen. Dit nieuwe resultaat doet hem besluiten dat het psychisch effect van drugsgebruik verschillend is voor verschillende jongeren. Bij de ene pakt het slecht uit en bij de andere goed ; dit betekent dat het effect op de productiviteit en dus op het loonniveau verschilt van jongere tot jongere.

Op het einde van de onderzoeksrit zijn we uitgekomen op een minder verrassend, maar wel zeer aannemelijk resultaat. Het roken van een stickie en het snuiven van coke heeft veel te maken met persoonlijke voorkeuren en kenmerken. Dezelfde karaktertrekken zorgen ervoor dat mensen én drugs gebruiken én relatief veel verdienen. Dit leidt in eerste instantie tot een positief verband tussen drugsgebruik en loonniveau. Houdt men in het onderzoek echter rekening met die kenmerken, dan wordt duidelijk dat het effect van drugs op werk verschilt van persoon tot persoon en dat er geen algemene uitspraken over te doen zijn. Behalve misschien wat hierboven al werd beweerd over de Nobelprijswinnaars : ze leveren hun prestaties niet dankzij, maar ondanks drank en drugs.

JULES THEEUWES

Dr. Jules Theeuwes is hoogleraar economie aan de Rijksuniversiteit Leiden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content