Dromen van Duitse kredietkaart

Stoot de Europese ezel zich straks een tweede keer aan dezelfde steen? Sinds de introductie van de euro in 1999 en het geschenk van de sterke Duitse kredietwaardigheid, konden alle eurolanden zich bijna onbeperkt laven aan goedkoop krediet. Enkele landen weerstonden aan de verleiding en hielden de overheidsfinanciën op orde en de concurrentiepositie in de pas, zoals dat hoort in een monetaire unie. Maar de meeste landen konden die discipline niet opbrengen, en maakten van de rentehangmat gebruik om een decennium lang boven hun stand te leven. Bijsturen hoefde lange tijd niet, want zowel de financiële markten als de politici vielen in slaap achter het stuur, en ze schoten pas wakker toen het te laat was. Als de eurocrisis één grote les leerde, dan luidt die dat het mogelijk moet worden om tijdig, automatisch en afdwingbaar bij te sturen. Zonder deze mechaniek heeft de euro geen overlevingskansen.

Toch hopen de zwakkere eurolanden via de uitgifte van euro-obligaties de frontale botsing nog even uit te stellen. Als de sterkere landen, met Duitsland op kop, zich borg stellen voor hun overmatige schulden, dan kan de rente dalen en krijgen deze landen wat ademruimte en extra tijd om hun overheidsfinanciën op orde te zetten. Dan moet er zo hard niet bespaard worden, wat op korte termijn ook goed is voor de economische groei, zo luidt de redenering van de Franse president François Hollande, de nieuwe aanvoerder van de zwakkere landen. Opnieuw goedkoop krediet en Duitse solidariteit dus voor iedereen. Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad, waarschuwt er terecht voor dat Europa zich een tweede keer aan dezelfde steen zal stoten als solidariteit niet samengaat met verantwoordelijkheid, als er extra steun komt zonder automatische en afdwingbare correctiemechanismen. Of als er euro-obligaties worden ingevoerd zonder politieke of economische unie, waarbij een federale euroregering het laatste woord heeft in het economische beleid van elke lidstaat. Als Griekenland, Spanje, Italië of België zelf niet wil of kan hervormen, dan moet Europa het doen. Dat is de enige manier om een monetaire unie bij elkaar te houden. Precies met deze logica wilden de vaders van Europa de euro gebruiken om politieke unie en vrede in Europa af te dwingen.

Hollande & co willen echter niet weten van de machtsoverdracht die gepaard moet gaan met de creatie van euro-obligaties. Het huidige amalgaam van pacten, verdragen en sixpacks is een veel te zwak surrogaat voor deze politieke unie. De sterke landen passen terecht voor euro-obligaties zonder krachtige stok achter de deur. “Je geeft je kredietkaart toch niet aan iemand als je diens uitgaven niet kunt controleren”, vat Jens Weidmann, de voorzitter van de Duitse centrale bank, de Duitse stelling over euro-obligaties samen. Jammer dat België zich in deze discussie gedraagt als een zwak land en als voorstander van euro-obligaties, maar daar heeft premier Elio Di Rupo (PS) strategische redenen voor: de Europese legitimatie van het Belgische transfermodel.

Als de euro-obligaties er komen zonder echte fiscale unie, wordt het Belgische transfermodel toegepast op de hele eurozone. Ook in België transfereert de sterkere regio middelen (onder meer via de uitgifte van Belgische obligaties) naar de zwakkere regio’s zonder het beleid in de zwakkere regio te kunnen bijsturen, of zonder dat de zwakkere regio voldoende prikkels krijgt om zelf te hervormen. In België houdt dat model al decennialang stand, omdat de onderliggende solidariteit bijna als vanzelfsprekend wordt beschouwd. In een Europa zonder gemeenschappelijke geschiedenis is dit model onmogelijk te introduceren. Zelfs hier vervliegt het maatschappelijke draagvlak voor dit transfermodel dat de groei in beide regio’s afremt, zeker als de zwakkere regio ook nog eens een goed federaal beleid in de weg staat. Daar zit natuurlijk ook het gevaar van een Europese politieke unie: als de zwakke landen de meerderheid vormen, dan kunnen ze een goed beleid afblokken. In dat geval is het beter hier en nu met de euro te stoppen, voor het hele Europese project aan diggelen gaat. De tijd is op. Kan Europa in een paar maanden realiseren wat België al decennia niet voor elkaar krijgt met de creatie van een politieke unie die iedereen een goed beleid brengt? We hopen het beste, maar vrezen het ergste.

DAAN KILLEMAES Redactiecoördinator

Als Griekenland, Spanje, Italië of België zelf niet wil of kan hervormen, dan moet Europa het doen. Dat is de enige manier om een monetaire unie bij elkaar te houden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content