‘Dromen doe ik niet meer’

In betere tijden vocht de bank-verzekeraar ING zich een weg naar de wereldwijde top vijf, maar de crisis bracht de bescheidenheid terug. De nieuwe topman Jan Hommen kreeg een Europees dieet voorgeschoteld, en de kilo’s vliegen eraf. Het afscheid van de verzekeringspoot wordt volop voorbereid. Dilemma: mag die de naam ING behouden?

Jan Hommen is niet het type dat zomaar zijn mond voorbij- praat, maar zijn mening mogen we horen. “Ik denk dat onze bankpoot het meeste te winnen heeft bij de naam ING. Maar dat moeten we nog officieel bevestigen. De analyses zijn nog niet helemaal afgerond. Wie wordt de beste drager van het merk ING? De bank, of de verzekeraar van de Groep? Het onderdeel dat niet langer bij het merk blijkt te passen, moet een nieuwe naam krijgen. Geen gemakkelijke denkoefening, en een dure zaak.”

Vorig jaar werd duidelijk dat de ING Groep haar verzekeringsactiviteiten moet afsplitsen. Het is een van de duidelijke eisen die de Europese Commissie stelde, in ruil voor de goedkeuring van de staatssteun die de bank-verzekeraar ontving om de crisis te kunnen overleven. Die molen draait nu volop, bij ING, maar niet van harte. De groep begon bij het Europees Gerecht van Eerste Aanleg zelfs een juridische procedure tegen de beslissingen van de Europese Commissie. Een uitspraak wordt pas in de loop van volgend jaar verwacht.

JAN HOMMEN (CEO ING GROEP). (lachje) “Nou ja, kijk. We moeten ons houden aan het schema en aan de tijdslijn die ons werden opgelegd. ING heeft de ambitie om de staatssteun tegen eind 2011 terug te betalen aan de Nederlandse overheid. En in 2013 moeten we ons Europese herstructureringsprogramma hebben afgerond. Die afspraken liggen daar. Maar het is inderdaad een beetje tweeslachtig: voortdoen, en tegelijkertijd wachten op die gerechtelijke uitspraak. Die kan uiteraard consequenties hebben.”

ING zal achteraf toch geen zaken kunnen terugdraaien?

HOMMEN. “Dat is het vervelende van die procedure. Graag zou je hebben dat er meer snelheid in zat, dat je eerder wist waar je aan toe bent. Maar het is wat het is. Ik kan er niks aan veranderen.”

De afsplitsing van de Amerikaanse tak van ING Direct – een paradepaardje van de groep – wordt uitgesteld tot het laatste. Droomt u er soms van dat de Europese Commissie zal plooien, en dat ING Direct helemaal van u blijft?

HOMMEN. “Ik heb het afgeleerd om te dromen. Dat lukt niet meer.” (lacht)

Kan het ‘strenge’ Europa soms handig zijn als voorwendsel? De afstand tussen de bank- en de verzekeringspoot van ING werd al vóór de crisis groter en groter.

HOMMEN. “Neeneenee. Er werd al wel eens gesproken over een splitsing, maar daar is nooit echt een vervolg aan gebreid. De zaken zijn in een stroomversnelling geraakt toen we van Europa hoorden dat we onze balans met 45 procent moesten inkrimpen, door te knippen in zowel de bank als de verzekeraar. Het werd meteen duidelijk dat we zoiets nooit adequaat konden uitvoeren, tenzij we het hele bedrijf kapot zouden maken. En dus hebben we gepleit voor een opdeling van ING: een bank, en een verzekeringsbedrijf. Dat laatste zouden we vervolgens afstoten. Beter één heel bedrijf dan twee halve.”

Wat vindt u eigenlijk van de nieuwe kapitaaleisen voor de banken, die vorm krijgen in Basel III?

HOMMEN. “Ik heb daar niks op tegen, hoewel het natuurlijk een stuk lastiger wordt. Gelukkig zit ING heel dicht tegen de eisen aan. We moeten nog wel wat dingen doen, hoor. Maar de meeste activiteiten van ING houden weinig risico’s in, met Basel III kunnen we dus wel uit de voeten.”

Het verhaal is nog niet gedaan. Het Basel-comité oppert nu om strengere regels in te voeren voor grote systeembanken. Ook ING valt daaronder.

HOMMEN. “Ik denk niet dat het een gedane zaak is. Er is nog wel discussie. Pas eind november, als de G20 bijeenkomt in Korea, weten we definitief waar we aan toe zijn.”

Worden de consumenten en de aandeelhouders de dupe van die almaar strengere regels?

HOMMEN. “Als een bank meer kapitaal moet bijhouden, beginnen de aandeelhouders zich af te vragen hoeveel rendement er nog mee gemaakt kan worden. En of ze nog wel in de bancaire sector willen investeren. Plus: als een bank minder kapitaal vrij ter beschikking heeft, kan ze minder leningen maken. Dat gaat ten koste van de consument. Kortom, banken moeten keuzes maken. Welke consument wel, en welke niet? Je krijgt een uitsorteren van activiteiten, regio’s, en risico’s. Een regelrechte bezinning. Wat betekent dat allemaal? De banken zijn daarover in discussie getreden met het Basel- comité, en dat is in een positieve sfeer gebeurd.”

Bij de consument is er veel ongenoegen over de dure hypotheekleningen. De rente die gevraagd wordt, staat totaal niet in verhouding met de rente die banken bieden op gewone spaarboekjes. Een gevolg van de strengere kapitaaleisen voor de banken?

HOMMEN. “Ik heb laatst een grafiekje gezien, en daaruit bleek dat de hypotheekleningen in Nederland tot de goedkoopste van Europa behoren. In het verleden was het natuurlijk wel zo dat banken elkaar geld konden lenen. Maar die interbancaire markt is opgedroogd, sinds het faillissement van Lehman Brothers eind 2008. Nu moeten banken hun hypotheekleningen financieren met het spaargeld dat ze ophalen bij de consument, en dat is veel duurder – waardoor ook hypotheken duurder worden.”

Bij de publieke opinie ontstaat de indruk dat de financiële wereld te veel met de fluwelen handschoen wordt aangepakt. Trekt de sector wel lessen uit de crisis?

HOMMEN. “Dat weet ik niet. Dat is voor elk bedrijf anders. ING heeft het in elk geval streng aangepakt, en behoorlijk in zijn kosten gesneden. Ik denk dat wij bij de eersten zijn die een beloningsbeleid hebben neergezet waarbij het variabele deel niet hoger kan zijn dan het salarisgedeelte. En we hebben heel nadrukkelijk de klant centraal gezet in ons bedrijfsgebeuren.”

Toen u net was aangesteld als topman van ING, riep u het management op om zijn bonussen in te leveren. Maar veel duidelijkheid is daar achteraf nooit over verschaft. Werd u toen teruggefloten?

HOMMEN. “Nee. Nee. Ik heb beslist om het niet te meten, omdat ik bang was dat er intern een soort jij-wel-jij-niet-mentaliteit zou ontstaan. Het was toch een heel gevoelig onderwerp.”

U bent topman van ING geworden omdat u uw verantwoordelijkheid niet wilde ontlopen. Was dat de enige reden?

HOMMEN. “Ik kon niet weigeren. Zowel de directie als de Raad van Commissarissen van ING had me gevraagd. Zodra dat bekend raakte, begonnen mensen uit bepaalde kringen mij te bellen. Zo van: dat moet je doen, jong! En ik heb het dus gedaan.”

Soms wordt uw aanstelling tot topman van ING beschouwd als een putsch van de Nederlanders in de groep. Uw voorganger – en Belg – Michel Tilmant moest vertrekken.

HOMMEN. “Nee, absoluut niet. Een putsch is er nooit geweest. We hebben een aantal fantastische Belgen bij ons in de Groep. Eric Boyer (die aan het hoofd staat van de bankpoot van ING, nvdr) is een ongelooflijk knappe man, waar ik geweldig mee samenwerk. Echt een bijzonder talent.”

Hebt u er al een idee van wie uw opvolger zal worden?

HOMMEN. “Daar mag ik niks over zeggen.”

Zowel u als Peter Elverding, de president-commissaris van ING, heeft een industriële achtergrond. Toeval, of heeft de financiële wereld meer dan ooit behoefte aan doortastende industriëlen?

HOMMEN. “Ik denk dat industriële bedrijven al heel wat verder staan met de kwaliteit van hun interne processen. ING kan daar nog veel van leren. Elke klant wil dat zijn transacties worden uitgevoerd, precies op het juiste tijdstip, en op de juiste plaats. Hij wil daar voor 100 procent op kunnen vertrouwen. In dat soort dingen denk ik ING wel te kunnen helpen.”

U hebt een mandaat voor vier jaar gekregen. Doet u dat uit?

HOMMEN. “Ik voel me moreel verplicht om mijn taak hier zo goed mogelijk af te ronden, en ik vind het nog altijd plezant. Maar als ik eerder klaar ben, dan ben ik eerder klaar. Ik zit hier niet om een stoel warm te houden.”

Bent u nog altijd van plan om terug te keren naar de VS, waar uw kinderen – en intussen ook kleinkinderen – al wonen sinds uw Alcoa-periode?

HOMMEN. “Op een zeker moment wel, denk ik. Wellicht zullen we gedeeltelijk hier wonen, en gedeeltelijk daar. Mijn kinderen wonen op vier plaatsen in Amerika: New York, Miami, Denver, en San Francisco. Ik heb dus een ruime keus.”

Koestert u al plannen voor na uw pensioen?

HOMMEN. “Nee, ik ben helemaal gefocust op wat ik nu moet doen. Ik heb geen tijd om over dat soort dingen na te denken.”

Meer tijd doorbrengen met uw hond misschien? Uw leiderschapskwaliteiten schijnen op hem geen vat op te hebben.

HOMMEN.(zwak glimlachje) “Toen we hem kochten, was het een relatief klein hondje. Maar intussen is het een hele grote hond geworden. (laat zijn hand een meter boven de grond zweven) Dat beest is zo verschrikkelijk sterk, en hij weegt 50 kilo. (op dreef) Als hij eraan komt rennen, val je gewoon omver. En als hij op zijn achterpoten staat, kijkt hij recht in je ogen. Het is een heel leuk beest, echt een hele vriendelijke hond. Maar als hij een bepaalde kant uit wil, kun je hem niet tegenhouden. Je kunt trekken wat je wil.”

Geruchten doen de ronde dat u – na alle nachtelijke reddingsacties voor ING – thuis wél nog binnen mocht van uw vrouw, maar niet van uw hond.

HOMMEN.(lacht hartelijk) “De hond had toen wel een probleem, ja.”

Jullie hebben het toch al bijgelegd?

HOMMEN. “Mja. Jaja. Het hangt er een beetje vanaf. Je moet op een bepaalde manier binnenkomen. Met een koekje, of met een stukje vlees of zo.”

Dat is pure chantage!

HOMMEN. (slimmig) “Een beetje wel.”

Celine De Coster in Amsterdam

“Ik denk dat onze bankpoot het meeste te winnen heeft bij de naam ING”

“Een Nederlandse putsch is er nooit geweest bij ING. We hebben een aantal fantastische Belgen in de groep”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content