Dringend gevraagd: redders van het kapitalisme

De wereld van de globalisering (de massaproductie van McWorld) wordt aangevallen door fanatici (de islamitische en andere Jihad). Beide fenomenen bedreigen de democratie én het kapitalisme, zo leren we in ‘Jihad versus McWorld’.

Kerstmis is gekaapt door de commercie. Van de weeromstuit komen sobere cenakels tot stand, die teruggrijpen naar de authentieke betekenis. Bij die onopgesmukte oasen vinden we ook ethische of religieuze verzetshaarden die overal de verloedering van de maatschappij en de uitholling van essentiële waarden zien opduiken. Vaak is hun protest gezond, sociaal en legitiem, maar hun houding kan ontaarden in fundamentalistisch geïnspireerd geweld. Commercie en de centrale politieke organen worden dan al gauw op één hoop gegooid en verketterd.

De ontkerstening van Kerstmis en de reactie daarop vormen een duidelijke illustratie van het kernbetoog van de Amerikaanse politicoloog Benjamin Barber in zijn spraakmakende Jihad versus McWorld. Opzettelijk namen we geen islamitisch voorbeeld, omdat Barber met de term Jihad niet alleen verwijst naar de heilige oorlog van moslimfundamentalisten, maar naar elke vorm van fanatiek religieuze en politieke groeperingen die hun diepste overtuigingen aan anderen trachten op te leggen. Hij koos Jihad dan ook als een symbool van de eendimensionale strijd voor het behoud of de herovering van bepaalde waarden. Godsdienst of nationalisme blijken niet zelden de motor daarvan.

Zulke uitingen van Jihad vormen ook een reactie op de opmars van McWorld, wat bij Barber staat voor wereldwijde massaproductie, massaconsumptie en massa-entertainment. McWorld is de synthese van de globalisering zoals ze door de antiglobalisten afgeschilderd wordt: big business die als een pletwals de lokale culturen, de eigenheid en de democratie verpulvert en een eenheidsworst van producten en cultuur in de plaats brengt. Bij dit symbool denken we onvermijdelijk aan McDonald’s, dat de wereld (grotendeels) dezelfde hamburgers serveert. Op zich is daar niets mis mee, tenzij het de lokale eetcultuur zozeer gaat domineren, dat de vrije keuze alsmaar kleiner wordt of tenzij de productie van die hamburgers leidt tot ecologische en sociale wantoestanden.

Geen pamflet. Zo samengevat, lijkt het er verdacht veel op dat Barber een gewiekste mix bekokstoofd heeft: de ingrediënten uit de antiglobalistenpamfletten en de analyses na de moslimterreur van 11 september 2001 bijeengeklutst in één boek. Dat moest wel een bestseller opleveren. Barber schreef zijn beklijvende analyse evenwel in onverdachte tijden: in 1995. Antiglobalistische rellen konden toen niet eens vermoed worden. Na de monsteraanslagen tegen het World Trade Center in New York (“de tempel van het vrije ondernemerschap,” dixit Barber) en het Pentagon in Washington (“de kathedraal van de Amerikaanse militaire macht”) werd het boek wel heruitgegeven met een nieuwe inleiding. Van die editie rolde nu ook een Nederlandse vertaling van de persen.

Benjamin Barber (1939), adviseur van president Bill Clinton en nu professor Politicologie in New Jersey, blijkt ook niet de zoveelste intellectueel die zich laat inpalmen door het simplistische antiglobalisme of de modieuze kritiek op het kapitalisme. Hij wil het kapitalisme juist beschermen, maar dat kan alleen maar als de democratie intact blijft en de overheid voldoende slagkracht behoudt. De grote fout die momenteel gemaakt wordt, is dat kapitalisme een synoniem is van democratie of dat kapitalisme zelfs een noodzakelijke voorwaarde is voor democratie. Het is andersom: democratie is een absolute voorwaarde om het kapitalisme te laten gedijen. Wie dat niet gelooft, trekt maar naar vele voormalige Oostbloklanden. Zolang de democratie er niet stevig genoeg is, komt er alleen een karikaturaal wildwestkapitalisme van de grond. Zo’n junglekapitalisme kan niet lang overleven. Alleen een voldoende sterke overheid en democratie kunnen het kapitalisme redden.

Sociale samenhang. Om de democratie te voeden, is burgerzin nodig. Het volstaat niet om de politici de schuld te geven van alles wat misloopt, de burger moet interesse willen tonen voor de instellingen. Dat kan het best beginnen op lokaal niveau. Wie de democratie wil beschermen, moet de handen uit de mouwen willen steken, moet er ook tijd in investeren.

Vanuit lokale initiatieven moeten we (opnieuw) sociale samenhang tot stand brengen. Doen we dat niet, dan laten we de maatschappij over aan McWorld en Jihad. Zij vechten het weliswaar onderling uit, maar beide zijn nefast voor de democratie: McWorld omdat die met zijn materialisme alleen een illusie schept van vrijheid (maar ondertussen de sociale pijlers van de maatschappij onderuithaalt) en Jihad omdat die alleen tot tirannie leidt. Verban de tot dusver verschenen boeken over breeddenkend antiglobalisme, benepen fundamentalisme en de kloof tussen burger en politiek naar de bovenste uithoeken van het rek – in Jihad versus McWorld worden deze fenomenen grandioos uiteengezet.

Luc De Decker [{ssquf}]

Benjamin Barber, Jihad versus McWorld. Lemniscaat, 427 blz., 29,95 euro.

“De grote fout die momenteel gemaakt wordt, is dat kapitalisme een voorwaarde is voor democratie. Het is andersom: democratie is een voorwaarde om het kapitalisme te laten gedijen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content