Drie verzonnen levens

Voor zijn nieuwste boek dook de historicus Ian Buruma in het verleden van drie totaal verschillende figuren, die met elkander gemeen hebben dat ze tijdens de oorlogsjaren met vijandige mogendheden samenwerkten. Om na de oorlog met hun daden weg te komen, construeerden ze een verzonnen levensverhaal. Vooreerst is er Friedrich Weinreb. In Vlaanderen is hij onbekend. In Nederland wordt de naam van die chassidische Jood al decennialang vereenzelvigd met de ‘Weinreb-affaire’. Onder de Duitse bezetting verdiende Weinreb grof geld door Joden op zijn persoonlijke namenlijst te zetten. Wie op de Weinreb-lijst stond, zou bij een mogelijke deportatie tijdig worden vrijgelaten. In realiteit speelde de econoom-astroloog de namen door aan de nazi’s.

Tot lang na de oorlog probeerden grote delen van intellectueel Nederland Weinreb – zelfs tegen beter weten in – te rehabiliteren. Weinreb werd vergeleken met Alfred Dreyfus, een andere Joodse zondebok die moest opdraaien voor de misdaden van niet-Joden. De bekende schrijver Willem Frederik Hermans kwam tegen die zienswijze rabiaat in het verweer. In zijn jarenlange giftige polemieken omschreef hij Weinreb als een stinkbom, een verklikker die verantwoordelijk was voor heel wat doden. Vooral de pleitbezorgers van Weinreb, onder wie de journaliste Renate Rubinstein en haar man, D66-politicus Aad Nuis, moesten het bij Hermans in de jaren zeventig zwaar ontgelden.

Een tweede fantast was Felix Kersten, een levensgenieter met gouden handen die het tot de privémasseur van Heinrich Himmler schopte. De Zweedse autoriteiten, die worstelden met de neutrale positie die het land in de Tweede Wereldoorlog had ingenomen, zagen de terugkeer van die ‘wonderboeddha’ en zijn gezin allerminst zitten. De SS-lijfarts vond zichzelf echter een held. Hij had namelijk, zo meende hij, met zijn massagetechnieken weten te voorkomen dat de hele Nederlandse bevolking in 1941 zou worden gedeporteerd.

En dan is er de Chinese Aisin Gyoro Xianyu, veelal bekend onder haar Japanse naam Kawashima Yoshiko. Die prinses uit de voorname Qing-dynastie ontpopte zich tijdens de Tweede Chinees-Japanse oorlog (1937-1945) tot spionne en kan worden beschouwd als de Oosterse Mata Hari. Ian Buruma neemt de lezer mee op een tragikomische reis door de biografieën van drie ziekelijke dromers.

Ian Buruma, De fantasten, atlas contact, 384 blz., 24,99 euro

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content