DRAAGVLAK CREËREN DOE JE ZELF

ILSE TANT "We komen van een oude cultuur waarin we van bovenaf wisten wat het beste was." © DEBBY TERMONIA

Rekening houden met alle belanghebbende partijen – en dus zeker de omwonenden – is cruciaal om grote infrastructuurwerken tot een goed einde te brengen. De hoogspanningsnetwerkbeheerder Elia heeft daarvoor sinds kort een chief public acceptance officer in dienst.

” Ik werk al vijftien jaar voor Elia en was vroeger zelf projectleider van grote infrastructuurprojecten”, zegt Ilse Tant, die sinds acht maanden de nieuwe functie van chief public acceptance officer uitoefent bij de hoogspanningsnetwerkbeheerder. “Bij een van die projecten zaten we helemaal vast. Alles was uitgeschreven en uitgetekend, maar toen zeiden de burgemeesters stop en legden ze de plannen voor aan de bevolking, die niet akkoord ging. We beseften dat dat niet de juiste manier van handelen was. Het is belangrijk vroeg naar de buurtbewoners te gaan en uit te leggen wat het project inhoudt en hun mening te vragen. Door het zo aan te pakken en tot een gezamenlijke visie te komen, konden we het project deblokkeren.”

Vooral voor het Stevin-project kreeg Elia enkele jaren geleden de wind van voren. De hoogspanningsverbinding moet zorgen voor een betere elektriciteitsdoorstroming van de kust naar het binnenland. Buurtcomités en gemeentebesturen trokken naar de Raad van State om de werken aan te vechten. De uitvoering liep vertraging op. Ondertussen is het Stevin-project weer vlot getrokken, onder meer door een deel van de lijn ondergronds aan te leggen. Vorige week nog kondigde Elia een investering van 400 miljoen euro aan voor een zogenoemd stopcontact op zee, dat op 40 kilometer voor de kust van Zeebrugge komt. Het platform zal de kabels van de toekomstige windparken bundelen en de geproduceerde energie via een gemeenschappelijke kabel naar het land brengen.

Elia is niet het enige bedrijf dat veel meer dan vroeger aandacht besteedt aan het creëren van een draagvlak bij de lokale bevolking. Burgers zijn veel mondiger dan twintig à dertig jaar geleden en kunnen zich door het internet veel beter informeren en organiseren. Betrek je hen niet bij grote werken in hun buurt, dan organiseren ze zich met steeds meer succes in actiegroepen. Hoe goed georganiseerd en volhardend die kunnen zijn, bleek de afgelopen jaren nog in het dossier van de Antwerpse Oosterweelverbinding.

Actiegroepen

“De komende vijf jaar investeren we 2,2 miljard euro in infrastructuurwerken”, zegt Ilse Tant, die lid is van het directiecomité van Elia. “Dat is enorm. We vinden het daarom belangrijk dat we een maatschappelijk draagvlak creëren voor onze projecten.” Tant verwijst naar de Oosterweelverbinding als voorbeeld van hoe het fout kan lopen. “Als een procedure niet goed gestart is, lopen de partijen zich vast en blokkeert het dossier volledig. Het is dan heel moeilijk de zaak nog recht te trekken. Je moet vermijden dat je actiegroepen tegen je krijgt. Als mensen niet gehoord worden en het absoluut niet eens zijn met je plan, verenigen ze zich om te protesteren. Je moet vermijden dat mensen niet geïnformeerd zijn. Dat kun je doen door in een heel vroeg stadium niet alleen met de burgemeester te gaan praten, maar ook te bekijken hoe je de lokale bewoners erbij kunt betrekken.”

“We komen van een oude cultuur waarin we van bovenaf wisten wat het beste was, omdat we alle expertise en kennis in huis hadden”, zegt Ilse Tant. “Die ivorentorenmentaliteit hebben we met je plan, verenigen ze zich om te protesteren. Je moet vermijden dat mensen niet geïnformeerd zijn. Dat kun je doen door in een heel vroeg stadium niet alleen met de burgemeester te gaan praten, maar ook te bekijken hoe je de lokale bewoners erbij kunt betrekken.”

“We komen van een oude cultuur waarin we van bovenaf wisten wat het beste was, omdat we alle expertise en kennis in huis hadden”, zegt Ilse Tant. “Die ivorentorenmentaliteit hebben we veranderd. Dat we een gereguleerd monopolie hebben, betekent dat we onze licentie, die binnen een paar jaar wordt vernieuwd, ook moeten verdienen door rekening te houden met de verwachtingen van de maatschappij. Het gaat om behoeften: is er nieuwe elektriciteitsinfrastructuur nodig of zijn er alternatieven? Bouwen we bovengronds of ondergronds? Dat traject bewandelen samen met onze stakeholders, is de filosofie achter public acceptance.”

Start-ups

Elia gooide het roer om. Het veranderde zijn bedrijfscultuur en zijn bedrijfsprocessen, het stimuleert innovatie en het steunt burgerinitiatieven. “We hebben het infrastructuurdepartement volledig geprofessionaliseerd”, zegt Ilse Tant. De 22 programmamanagers, de 30 projectleiders en alle ontwerpers – in totaal 220 mensen – worden begeleid om beter te onderhandelen, te communiceren en te luisteren. Elk infrastructuurproject volgt door de verschillende projectstadia een traject om de publieke aanvaarding te verbeteren. “Dat betekent dat we nog voordat we het project starten, verscheidene stakeholders ontmoeten en hun commentaar verzamelen, om te weten of er een draagvlak bestaat. Als dat er niet is, sturen we het project bij en bekijken we wat haalbaar is.”

Opvallend is dat Elia niet alleen beter, vroeger en transparanter overlegt met de lokale partijen die bij een project betrokken zijn, maar ook investeert in innovatie om de publieke aanvaarding van zijn infrastructuurwerken te verbeteren. In oktober organiseerde Elia de Startup Innovation Challenge, met de hulp van het Franse adviesbedrijf Onepoint, dat gespecialiseerd is in digitale transformaties. Een dertigtal start-ups van overal ter wereld nam deel aan de wedstrijd. Die groep werd in februari herleid tot vijf finalisten, waaruit het Duits-Italiaanse Ensiplan als winnaar werd gekozen.

Ensiplan kreeg van Elia 20.000 euro om het winnende voorstel uit te werken. “Zij maken 3D-visualisering die je tijdens het plannings-, vergunnings- en communicatieproces kunt gebruiken. Door informatie uit de buurt in kaart te brengen, kunnen we bijvoorbeeld beter plannen, omdat we meer zicht krijgen op de gevoeligheden in de regio. Tijdens infosessies kun je met die simulaties visueel voorstellen wat je wilt. Dat is veel beter dan een papieren plan, dat op zich niet zo veel zegt.” Elia hoopt nog dit jaar de software van Ensiplan los te laten op enkele van de 650 projecten die op stapel staan.

Burgerinitiatieven

Naast de interne transformatie en de innovatiewedstrijd ging Elia samenwerken met Be Planet. Dat is een stichting van openbaar nut die burgerinitiatieven steunt. Enkele van de zes projecten die Elia via Be Planet helpt, zijn Terre@air (educatie over duurzame energie), Bûûmplanters (bomen planten op privéterreinen voor een biodiverser Brussels Gewest) en Dagen Zonder Vlees (minder vlees eten om de ecologische voetafdruk te verkleinen). Met die initiatieven bouwt Elia een inhoudelijke band op. Als netwerkbeheerder speelt het bedrijf een centrale rol in de energietransitie in ons land, en de verbetering van de biodiversiteit stimuleert mensen om infrastructuurwerken in hun buurt te aanvaarden.

“De overeenkomst met Be Planet vertrekt opnieuw van het idee dat we bruggen willen bouwen met de bevolking. In zones waar we belangrijke infrastructuurwerken hebben, lanceren zij projectoproepen. Dat kan gaan om een project dat gekoppeld is aan energie of de aanleg van een visueel scherm rond onze lijnen. Zo krijgen we een beeld van wat leeft in die zone, en welke bezorgdheden er bij de mensen zijn. Het laat ons toe gemakkelijker contacten te leggen. We willen die samenwerking dit jaar testen om te zien of ze bijdraagt tot het algemene draagvlak voor infrastructuurwerken.”

Enkele weken geleden nog haalde Elia de media met een ander project, dat het onder meer opzet in samenwerking met Natuurpunt. De netwerkbeheerder plaatste vogelkrullen op een hoogspanningslijn in de Gentse Kanaalzone, waar veel vogels tegenaan vlogen en zich verwondden. Volgens Natuurpunt vliegen in België elk jaar 170.000 vogels tegen hoogspanningslijnen.

Het mooiste voorbeeld van wat zo’n samenwerking kan opleveren, komt uit Wallonië. Om de drie jaar moest Elia de begroeiing in de corridor onder zijn lijnen snoeien, omdat het gevaarlijk is als die de lijnen raakt. Dat kost veel geld en het is niet goed voor de biodiversiteit. Nu werkt Elia samen met grondeigenaars, lokale autoriteiten en natuurorganisaties om de corridors te beplanten met lage inheemse planten of weides voor schapen. “Dat heeft een mooie dynamiek op gang gebracht”, zegt Tant. “We gaan dat nu ook in Vlaanderen uitrollen. Het creëert een bijkomend draagvlak voor onze infrastructuur en het draagt bij tot de biodiversiteit. Bovendien dalen onze onderhoudskosten, omdat we niet langer om de drie jaar bomen hoeven te kappen.”

Blauwdruk voor de toekomst

Via de holding Eurogrid International is Elia de meerderheidsaandeelhouder van 50Hertz, de transmissienetbeheerder in het noorden en het oosten van Duitsland. De Elia Groep (Elia én 50Hertz) stelt meer dan 2100 mensen te werk en is een van de vijf grootste netbeheerders in Europa. Volgens de jongste jaarresultaten steeg de omzet in 2016 met 2 procent tot 868,1 miljoen euro, terwijl de nettowinst met 14,6 procent daalde tot 179,8 miljoen euro. Elia Groep krikte het eigen vermogen op tot 2,6 miljard euro. Door stormen in Duitsland stegen de onderhoudskosten, met als gevolg dat de nettowinst met 22,2 procent verminderde. In België was er een stijging met 13,4 procent. Het bedrijf zet dit jaar zijn investeringsprogramma voort en verwacht 347 miljoen euro te investeren in het Belgische hoogspanningsnet en 141 miljoen in Nemo, een project voor een onderzeese stroomverbinding tussen Groot-Brittannië en België.

De Duitse dochter van Elia heeft veel meer ervaring met publieke aanvaarding en biedt een blauwdruk van wat er in België mogelijk is. “Wij zien dat ze geëvolueerd zijn van een communicatieaanpak in één richting naar participatie”, legt Ilse Tant uit. “In workshops zetten ze mensen rond de tafel om in een vroeg stadium de input te verzamelen, terwijl wij nog een beetje vastzitten in pure communicatie. Het is ook onze doelstelling te evolueren naar een meer participatieve aanpak. Je hoeft niet bang te zijn in een vroeg stadium bepaalde denksporen af te toetsen. Ik denk dat we soms uit schrik voor de buitenwereld veel te lang werken op iets waarvan we vinden dat het een fantastisch project is. We durven te weinig met externen te praten, terwijl dat een belangrijke sleutel is tot succes.”

BENNY DEBRUYNE, FOTOGRAFIE DEBBY TERMONIA

“Je hoeft niet bang te zijn in een vroeg stadium bepaalde denksporen af te toetsen”

“Als mensen niet gehoord worden en het absoluut niet eens zijn met je plan, verenigen ze zich om te protesteren”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content