“Dit is echt wel de laatste kans voor Wallonië”

Terwijl de PS-staat van het ene in het andere schandaal rolt, ontvouwt Elio Di Rupo zijn Marshallplan. De zoveelste opsmukoperatie of verandert er écht iets? Ja, zeggen Luc Vansteenkiste (Recticel, ex-VBO) en Patrice Thys (ex-InBev). Beiden zetelden in een internationale jury die een selectie heeft gemaakt uit 131 innovatieve projecten voor het nieuwe Wallonië.

Zowat een jaar geleden ontvouwde de Waalse regering haar Marshallplan. De pot van 1,4 miljard euro wordt misschien de laatste kans die l’état PS uit zijn lethargie moet halen. Centraal in het plan staan vier competitiviteitsassen rond logistiek, voedingsindustrie, biotechnologie en lucht- en ruimtevaart (zie kader: Wat zijn competitiviteitsassen?). Bedrijven krijgen subsidies voor innovatieve projecten rond kerntaken waar Wallonië goed in is. Een elfkoppige internationale jury maakte drie maanden lang voor rekening van de Waalse minister van Economie Jean-Claude Marcourt (PS) een selectie uit 131 ingediende projecten. Op 7 juli werden de namen van de winnaars bekend. Trends had vooraf een exclusief gesprek met juryvoorzitter Luc Vansteenkiste (Recticel) en jurylid Patrice Thys, gewezen topman bij de brouwersmultinational InBev. “Er waait echt een nieuwe wind door Wallonië. Men beseft ook wel dat dit de laatste kans is.”

LUC VANSTEENKISTE. “In Vlaanderen was er veel kritiek. Dit initiatief zou gewoon een herhaling zijn van het bekende verleden. Niets nieuws onder de zon, alweer geld in een bodemloze put gegooid. Maar ik heb de indruk dat het niet zo is. Misschien ben ik enthousiast en naïef -”

PATRICE THYS. “( lacht) Enthousiast, maar niet naïef.”

VANSTEENKISTE. “- maar de kans is groot dat het nu wél lukt. Er is geen politieke inmenging geweest. De jury heeft in alle onafhankelijkheid kunnen werken. Er werd nooit een voorkeurbehandeling geëist.”

Waarom komt een Vlaming aan het hoofd van een jury die de Waalse economie moet rechttrekken?

VANSTEENKISTE. “Ik ken Jean-Claude Marcourt van toen ik voorzitter van het Verbond van Belgische Ondernemingen was. Ik heb hem meegemaakt tijdens de cao-onderhandelingen. Hij is een man van zijn woord. Ook al zal hij niet gauw zijn woord geven. Daarom heb ik deze baan aanvaard. Uiteraard was die keuze noch voor hem, noch voor mij evident.”

Was dat juist geen noodzaak? De keuze voor een Waalse industriële coryfee zou misschien minder geloofwaardig zijn geweest.

VANSTEENKISTE. “Misschien was dat een bijkomende reden. Maar men heeft me nooit vooraf gepolst. Ik werd plots gevraagd. In de zin van: ‘We willen absoluut dat jij de voorzitter wordt’. Ik heb daar toch even over moeten nadenken. Geen 24 uur, maar toch een kwartier.”

Meneer Thys, waarom bent u gekozen als jurylid? U hebt toch geen uitgebreid politiek netwerk in Wallonië?

THYS. “Helemaal niet. Luc evenmin. Wij zijn duidelijk geen politieke benoeming. De selectie van de juryleden gebeurde door PricewaterhouseCoopers.”

VANSTEENKISTE. “PwC heeft schitterend werk geleverd. De consultant heeft mensen geselecteerd op basis van criteria die wellicht zijn opgesteld door Marcourt.”

THYS. “Ik heb mijn hele leven in het buitenland gewerkt, ik heb ervaring met export op grote schaal. Ik woon vandaag in de economisch meest dynamische regio van de wereld: Hongkong. Ik ben voorzitter geweest van de Waalse afdeling van Fevia, de federatie van de voedingsnijverheid. Dat zal zeker meegespeeld hebben.”

U begrijpt dat dit zoveelste initiatief in Vlaanderen erg sceptisch wordt onthaald.

THYS. “Ook in Wallonië is er de nodige scepsis. Dit initiatief heet zowat de laatste kans voor Wallonië. Merkwaardig genoeg valt dit initiatief samen met de gebeurtenissen in Charleroi. Al die schandalen die nu losbarsten rond het Waalse behoorlijke bestuur. Maar ik zie wel degelijk verandering. Ook de Waalse ondernemers moeten de verantwoordelijkheid op zich nemen. Je kan wel zeggen: er is te veel overheidsinmenging. Maar het is ook aan de industriëlen om de verantwoordelijkheid op zich te nemen. Ze moeten de kansen grijpen via de competitiviteitsassen. Vergelijk het met een spel. De overheid heeft ons een monopolyspel gegeven. De jury speelde bankier. En de industriëlen zijn de spelers. Zij gaan de teerlingen werpen en dus bewegen. Als ze alleen klagen en nieuwe eisen aan de overheid stellen, op zoek naar een nieuw bordspel, zal het nooit lukken. Maar de reacties waren enthousiast. Het is het duidelijkste bewijs dat er nog zoiets bestaat als een industrieel weefsel in Wallonië. Nu moet dat tot ontwikkeling komen.”

VANSTEENKISTE. “( met een licht sceptische blik) Die verandering bij de industriëlen vind ik niet zo verrassend. De Waalse ondernemersvereniging UWE doet al jaren een oproep – al dan niet samen met het VBO of Voka – tot de politieke wereld in Wallonië. Het is hoog tijd dat we veranderen. We moeten zelf voor onze welvaart kunnen instaan. Zo niet verdwijnen we. Als we als privéspelers echt ons lot in handen mogen nemen, zullen we dat ook doen. Als er bij de overheid al sprake is van een verandering, is dat het feit dat de Waalse regering zich totaal niet met ons jurywerk bemoeid heeft. Ze heeft natuurlijk een concept opgesteld. Maar het was aan ons om het werk te doen. Tot vandaag heeft de regering ons geen enkele voorwaarde opgelegd. En ik ben er oprecht van overtuigd dat ze dat ook in de toekomst niet zal doen. Ik denk dat minister Marcourt onze aanbevelingen echt zal overnemen ( nvdr – de besluiten uit het juryverslag zijn intussen integraal door de regering overgenomen).”

Op vrijdag 7 juli gaf de minister een persconferentie over jullie aanbevelingen. Was het, louter symbolisch, niet beter geweest dat de jury dit zelf had gedaan?

THYS. “Een jury is een comité van experts. Wij leveren uiteraard ons advies, onze mening. Maar het is nog altijd de regering die de beslissingen neemt. Een overheid die een mandaat geeft aan een derde partij om haar werk op te knappen, is onverantwoord bezig. Overheidsgeld investeren in de economie blijft een verantwoordelijkheid van de politieke overheid.”

Na de dure Waalse woorden ‘uitmuntendheidsassen’ en ‘clusters’ zijn er nu de competitiviteitsassen. Wat is het verschil?

VANSTEENKISTE. “Er bestaan inderdaad al structuren in Wallonië. Nu komt daar nog eens een competitiviteitsas bovenop. Wij vragen als jury een vereenvoudiging van al die structuren. Maar dat is niet makkelijk. Zeer eenvoudig gesteld willen de uitmuntendheidsassen alle betrokken spelers rond de tafel brengen. Dus ook de overheidspelers in het veld. Maar competitiviteit betekent concurrentie. Dat komt neer op toekomstgerichte projecten en selectief te werk gaan. Het idee komt onder meer uit Frankrijk. Daar zijn 77 competitiviteitsassen actief. De Waalse regering heeft dat aantal voor Wallonië beperkt tot vijf. In Vlaanderen bestaat er iets gelijkaardigs met Flanders Drive. Selectiviteit is zeer belangrijk. Neem nu onze competitiviteitsas logistiek. Ondanks het grote aantal kleine spelers heeft men gekozen voor enkele zeer specifieke punten. Het is geen grote, algemene vergadering van alle spelers in de logistieke sector. Het is evenmin een project van een vereniging of federatie.”

THYS. “We willen niet dat de competitiviteitsassen het verlengde worden van een beroepsfederatie. Federaties moeten de wensen van hun leden, die lidgeld betalen, verwezenlijken. Ze hebben dus minder bewegingsvrijheid. Maar voor de competitiviteitsas moet je geen bijdrage betalen. De as zal evenmin lobbyen voor specifieke eisen. Misschien word je als bedrijf geselecteerd, maar dat is niet zeker.”

VANSTEENKISTE. “De competitiviteitsassen gaan uit van de privésector. Het is een apolitiek initiatief, het is de privésector die beslist over de gebruikte middelen. De industriële partners beslissen zelf over hun toekomst. Gedurende een welbepaalde, korte periode gaat de overheid die assen sturen en ondersteunen. Het geld voor de oprichting van die as komt dus van de overheid. Maar die instelling moet uiteindelijk in privéhanden komen en geleid worden door mensen uit de privésector. Het instituut moet ook gefinancierd worden door de privé. Liefst binnen twee, drie jaar. Dan moet de overheid zeggen: alle assen zijn nu klaar, wij trekken ons eruit terug. Deze jury was er voor de eerste selectie van de projecten. Maar de jury heeft slechts één roeping: zo snel mogelijk verdwijnen. We geven nog enkel geld in het kader van de Europese subsidieregeling, maar vanaf nu is het aan jullie om het te doen.”

Is de fundamentele zwakte niet dat het initiatief moet uitgaan van de overheid? Innovatie voer je toch niet in per decreet?

VANSTEENKISTE. “Uiteraard. Je kan enkel ondersteunend werken. Maar in Vlaanderen gaan we hetzelfde doen. Economieminister Fientje Moerman levert enorme inspanningen om dezelfde structuur op poten te zetten. Ze weet heel goed dat Vlaanderen sneller dan verwacht achterstand kan oplopen. Men moet niet te veel naar het verleden kijken. We moeten weg uit onze ivoren toren.”

Hebt u verborgen schatten gevonden?

VANSTEENKISTE. “We hebben vooral sommige projecten geweigerd. Ook dat is een belangrijke breuk met het verleden. Er waren prachtige ideeën bij. Maar zaten de consumenten erop te wachten? Hoe groot was de potentiële markt? Twee mensen, 10.000 consumenten? Deze oefening moet tewerkstelling creëren. Als er geen bloeiende economie volgt, heeft het allemaal geen zin. Daarom vonden we bijvoorbeeld technologisch onderzoek nutteloos, als dat al op de markt is. Ga een licentie kopen, want de overdracht van technologie is even waardevol voor de creatie van de economie. Het heeft geen zin om het wiel weer uit te vinden om zogezegd exclusief te zijn.”

THYS. “Voor de aankoop van technologie krijg je bovendien subsidies. Er zijn heel weinig mensen die dat weten. Waarom zelf vier jaar onderzoek doen, terwijl een ander al voorsprong heeft? Na die vier jaar moet je trouwens opnieuw een achterstand overbruggen. Koop toch gewoon die technologische kennis. Je krijgt er subsidies voor.”

VANSTEENKISTE. “Als 10 % van de bedrijven die aan fundamenteel onderzoek doen slaagt, ben je goed bezig. Fundamenteel onderzoek rond technologie blijft een risico. Wij hebben voortdurend benadrukt dat het geld dat we geven, banen moet creëren. Het moet dus gebaseerd zijn op marktonderzoek. Bovendien ging het meestal om de fase van de productontwikkeling, dus het lanceren van producten op de markt. Dat kost opnieuw veel geld. Er kunnen allerlei problemen opduiken. Een verkeerde marktanalyse. Gebreken aan het product. Rond die tweede fase is er nog een verschil tussen Vlaanderen en Wallonië. Wallonië heeft nog de gewestelijke investeringsmaatschappij SRIW, Vlaanderen niet. De Gimv ondersteunt alleen privé-initiatieven, terwijl de SRIW nog overheidsgeld kan geven. De SRIW kan nog een ondersteunende partner zijn in die fase van de productontwikkeling.”

Wanneer kunnen we resultaten van deze operatie verwachten?

VANSTEENKISTE. “Ik ben wat bang voor makkelijke kritiek. Wat als we binnen een jaar nog geen resultaten zien? Het zal zeker drie tot vijf jaar duren voordat Wallonië op grotere schaal bedrijven zal creëren rond die vijf assen. Van de bedrijven hebben we wél een ondernemingsplan geëist. We wilden geen dromen subsidiëren die niets zullen opleveren.”

Wolfgang Riepl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content