Diensten blijven binnen de grenzen

In de dienstensector is de grenzeloze Europese markt nog lang niet verwezenlijkt. De Europese Commissie pakt uit met een strijdplan om de obstakels op te ruimen.

Er zijn nauwelijks belemmeringen om gelijk waar in Europa producten te kopen. Zelfs wijn en sigaretten kunt u zonder problemen uit het buitenland meebrengen als het maar voor persoonlijk gebruik is.

Vergeleken hiermee is de dienstensector een versterkte burcht, waar elk land met certificaten, reglementen, specifieke wetgeving, diploma’s en erkenningen het eigen territorium zoveel mogelijk afschermt. Er zijn al een paar kleine openingen gemaakt in die vestingen, maar de Europese Commissie heeft nu een strijdplan klaar dat de omwalling in twee jaar wil slopen.

Wie wordt daar beter van? De burger en het bedrijf, zegt de Commissie, want die kunnen dan gelijk waar in Europa de ondernemingen onder de arm nemen die het best en in alle landen hun marketing- en promotiecampagnes of hun klantenopvolging organiseren, hun logistiek of distributie regelen, hun verzekeringen en financiële zaken afhandelen. Het moet allemaal leiden tot een betere dienstverlening tegen lagere kosten. Mooi zo en nog beter is dat daardoor bijkomende arbeidsplaatsen worden geschapen en wij sneller op de weg van de meest moderne economie ter wereld raken.

45 miljoen nieuwe jobs. Het zal allemaal zo’n vaart niet lopen en de 45 miljoen nieuwe jobs die Amerika in de dienstensector op ons voorheeft, zullen niet meteen gerealiseerd worden. Bij al het gegoochel met getallen over bijkomende jobs lijkt het alsof alle burgers vanaf hun veertiende tot hun tachtigste in het getouw moeten om alle plaatsen in te vullen.

Maar de Commissie heeft natuurlijk een punt: de Europese interne markt voor diensten is vrijwel onbestaand. Diensten worden nationaal geleverd en wie toch een stap in een ander land waagt, lijkt dit vooral te doen als pionier, want in de helft van de gevallen vertegenwoordigt de activiteit niet meer dan 10% van de omzet. In de nota Een interne marktstrategie voor de dienstensector worden voor elke fase van het bedrijfsproces de bronnen van belemmering voor het dienstverlenend bedrijf aangeduid:

Oprichting van het bedrijf: verschillen in de praktijk voor de oprichting zelf, specifieke voorwaarden om de dienst in dat land te mogen verrichten, eisen inzake beroepskwalificaties.

Gebruik van arbeid, zakelijke diensten, financiering: voorschriften over aanwerving van personeel, beschikbaarheid van financiering, het meedoen aan overheidsbestellingen vanuit het buitenland.

Verkoopbevordering: verschillen in de manier waarop bedrijven diensten van commerciële communicatie, reclame, pr, sponsoring en verkoopbevordering kunnen gebruiken. Regeling van vergelijkende reclame of verplichtingen tot geheimhouding.

Distributie: verschillen op het gebied van logistiek, opslag en detailhandelsvoorwaarden. Belemmeringen uit gebrek aan vertrouwen in het leveringssysteem ( e-commerce).

Verkoop: praktijken en eisen over prijszetting, betalingssystemen, contract- en afrekeningssystemen. Specifieke regels in verband met gezondheid of veiligheid.

Klantenservice: verschillen in geschillenregeling, aansprakelijkheid, gerechtelijke beroepsprocedures, afdwingbaarheid door overheden.

Harmonisatie. Dergelijke belemmeringen spelen ook nog een rol bij het vrije verkeer van goederen, maar door de harmonisatie van standaarden en technische specificaties zijn belangrijke hinderpalen ondertussen opgeruimd, terwijl ze in de dienstensector nog grotendeels overeind staan.

Wat er precies fout gaat, moet dit jaar duidelijk worden. Enkele duizenden bedrijven krijgen de vraag wat hen tegenhoudt om in andere landen hun diensten te verkopen. Gewapend met deze informatie zullen in 2002 initiatieven genomen worden om de weg vrij te maken. De Commissie wil maatregelen doordrukken op basis van de verdragsbeginselen, met niet-wetgevende acties en met gerichte harmonisatie.

Het beginsel van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten ligt vast in de verdragen. De verplichting om in elk land waar men de diensten wil verkopen, een vestiging te moeten hebben, is in principe een inbreuk op dit beginsel. Eén lidstaat zou voldoende moeten zijn. Een verschillend belastingregime als men de diensten in eigen land aankoopt dan wel uit een ander EU-land betrekt, is een ander voorbeeld.

Nationaal belang. Om het vertrouwen in grensoverschrijdende diensten te bevorderen, hoeft men geen wetten te maken. Een Europees stelsel van geschillenregeling (buiten de rechtbank) en een betere informatie zouden de gebruikers makkelijker over de grens helpen. De toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning van diploma’s, certificaten, toezichthouders en reglementen valt onder de politiek van gerichte harmonisatie.

Op papier lijkt dit een goed en coherent plan, maar men kan nu eenmaal niet vooruit als de raad van ministers of de Europese parlementsleden op geregelde tijdstippen het nationaal belang laten primeren. De verdere liberalisering van de posterijen en de richtlijn die de overnames moest vergemakkelijken, prijken ook nog steeds op het prioriteitenlijstje, maar kunnen omwille van interne verdeeldheid niet worden doorgezet. Pas als deze én de voorstellen over de verkoop op afstand van financiële diensten, de richtlijnen betreffende de overheidsopdrachten, de richtlijn over het auteursrecht in de informatiemaatschappij en de richtlijn over BTW op on line-diensten dit jaar goedgekeurd worden, zit een interne markt van diensten er op termijn ook wel in.

De auteur is sinds 1990 European Affairs Officer bij Ford Motor Company en was voordien actief in de pers en de financiële wereld.

Voor opmerkingen over de strategie voor de dienstensector: markt-services-cec.eu.int

Huib Crauwels

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content