Die Residenz

Op 3 oktober viert de Duitse natie haar nationale feestdag, de Tag der Deutschen Einheit. Dat wil zeggen dat de champagne zal knallen in de Duitse ambassades en residenties overal ter wereld. Ook in de allernieuwste, de allergrootste en de meest prestigieuze. Het betreft de residentie van de Duitse ambassadeur in Washington D.C. Oswald Mathias Ungers is de maker ervan.

Zelden heeft de residentie van een ambassadeur voor zoveel discussie en heibel gezorgd in het moederland, als dat het geval was – en is – voor de woning van de ambassadeur van Duitsland in de Verenigde Staten. En inderdaad, wie het gebouw slechts met een vluchtige blik bekijkt, en meteen zijn oordeel klaar heeft, zal wellicht tot negatieve bevindingen komen. Het ontwerp van Oswald Mathias Ungers vraagt namelijk enige tijd en aandacht; en niet iedereen heeft dat ervoor over. Jammer, want de ervaring van een wandeling door het gebouw, de bestudering van de details, de beleving van de ruimte… zijn verrijkend. En verrukkelijk!

Laten we het zo stellen. De Residentie van de ambassadeur van Duitsland in Washington D.C. is gebouwd op spitsvondigheden, bereikt meermaals de architecturale perfectie en is een samengaan van ruimte en symboliek. Tot in de allerkleinste details. Het gebouw heeft klasse, is discreet, en levert een prachtstaaltje van hedendaagse architectuur.

Die Residenz ligt op Reservoir Road, en die loopt via de noordkant van de campus van Georgetown University, eindeloos verder, richting westen, waar de residentiële wijk begint en elke voorbijganger aangenaam verrast wordt door het vele groen dat het hier, in dit deel van de hoofdstad van de Verenigde Staten, al evenzeer naar zijn zin schijnt te hebben als zijn bewoners. Dat Reservoir Road een lange straat is, blijkt alvast aan de huisnummers. De Residentie van de ambassadeur van Duitsland ligt op nummer 4645; de dichtstbijzijnde diplomaten-buren wonen wat verder op: het zijn Frankrijk en België.

Het

was in 1976 dat de Bundesrepublik voor 5 miljoen DM een lap grond kocht van zo’n 21.000 m² groot, incluis het toenmalige Harryman House, een villa die midden op het domein prijkte en als privé-woning diende. Sterke persoonlijkheid; dat was het kenmerk van dit pand, en dat bleek zeer zeker ook uit de constructie ervan. De woning doet inmiddels dienst als cafetaria voor het personeel.

Ernaast prijkt de indrukwekkende ambassade van Duitsland. Ze werd in 1964 ontworpen door Egon Eierman: de architect die voor de Expo 58 in Brussel het Duitse paviljoen ontwierp. De metalen en glazen structuur van het jaren ’60 gebouw zijn duidelijk futuristisch. Wat niet gezegd kan worden van het huidige residentiegebouw. Het stenen complex brengt namelijk hulde aan traditie. Met andere woorden: de enige gemeenschappelijke noemer van beide gebouwen is dat ze beiden producten van hun tijd zijn.

In 1992 lanceerde de Duitse regering een eerste architectuurwedstrijd en kende de eerste prijs toe aan Oswald Mathias Ungers uit Frankfurt. Toeval of niet: Ungers is een oud-leerling van Eierman. In mei 1992 werd de eerste steen van Die Residenz gelegd, en twee jaar later, in september 1994 opende het gebouw de deuren.

De bouw en de inrichting ervan hebben om en bij de 30 miljoen DM gekost. De grote omliggende tuin werd aangelegd door tuinarchitect Bernhard Korte uit Düsseldorf. Voor de inrichting werd een beroep gedaan op hedendaagse Duitse kunstenaars, zoals daar zijn Gerhard Merz, Markus Lüpertz, Christa Näher, Rosemarie Trockel en Simon Ungers. Kunst en architectuur werden verenigd. Ungers ontwierp tot en met de meubels; voor de tafeldecoratie riep hij de hulp in van de Milanese producent Sawaya & Moroni.

Het huis werd opgetrokken door Duitsers en Amerikanen, en de meeste materialen werden ook in die landen aangekocht. Het kalksteen van de gevels en het donkere eikenhout van het deur- en raamwerk verwijzen naar de Duitse traditie, naar ambachtswerk ook. Nochtans komen de terras- en tuintegels uit België.

De

drie verdiepingen beslaan een totale oppervlakte van 2800 m², waarvan 250 m² voorbehouden is aan de privé-vertrekken van de ambassadeur. Het gebouw is vierkantig, met zijden van 33 meter. Maar het spel met de asymmetrie is overal aanwezig, duikt hier en daar heel verrassend op en zorgt ervoor dat het gebouw bijzonder boeiend en harmonieus is. Van de grote receptieruimte heb je bijvoorbeeld een innemend zicht op de tuin, met zijn trappen en fonteinen, zijn rustgevende landschap van talrijke groentinten. Sinds de inhuldiging van Die Residenz kreeg de ambassadeur al meer dan 10.000 genodigden over de vloer.

Want hoe je het ook draait of keert: een ambassadeursresidentie is niet zomaar een gebouw. En niet zomaar een woning. Natuurlijk woont de ambassadeur er, met zijn familie. En is het dus, althans enerzijds, een privé-woning. Maar anderzijds is elke diplomatenresidentie ook een openbare ruimte. Het is de plek waar officiële recepties gehouden worden, waar vooraanstaande besprekingen plaatsvinden, waar culturen elkaar ontmoeten. De ruimte is dus zowel privé als publiek. Wat dus betekent dat niet zozeer de smaak van de bewoner de inrichting bepaalt, maar wel de cultuur van het land dat hij vertegenwoordigt. Met andere woorden: een ambassadeurswoning biedt een weerspiegeling van de kunst, de architectuur en de cultuur van de inwonende natie. En het is precies dit principe dat Oswald Mathias Ungers gehanteerd heeft. Met als gevolg dat niet elke inwoner er blij mee is…

De belangrijkste zaal van Die Residenz is de receptiezaal. Het plafond – gedeeltelijk boogvormig – getuigt opnieuw van architecturale spitsvondigheid en loopt via de kleine ontvangstruimte door tot het terras en de tuinen. In de ontvangstruimte zorgen de werken van Gerhard Merz ervoor dat voor elke bezoeker het wachten een aangenaam tijdverdrijf is.

Twaalf

werken van Markus Lüpertz vullen de ruimte met natuurlijke kleuren, het hoofd van Parcifal. Die kleuren, zo dicht bij het plafond, en in deze omgeving van licht en donker, zorgen ervoor dat de aandacht uitgaat naar het geheel. Iedereen wordt volledig in beslag genomen door de ruimte, er ontstaat een gevoel van absolute totaliteit. De receptieruimte is geen uitzondering. Elke andere kamer in Die Residenz geeft blijk van het gevoel voor detail van de architect. De breedte van een deurlijst loopt regelrecht over in de motieven van de stenen vloer, tussen beide stroken is geen millimeter verschil. De plaats die een bank of een salontafel innemen, stemt overeen met een motief op de vloer. De uitvoerleidingen van luchtsystemen zijn opgenomen in de verlichting; niet gecamoufleerd maar wel harmonieus. Elke steen, elke tegel behoudt zijn originele afmetingen, niets is ‘versneden’. Wat natuurlijk flink wat kopzorgen gebaard heeft tijdens de bouwwerken… Nog een bewijs voor de verregaande zin voor detail van architect Ungers: zelfs in de toiletten kijk je de ogen uit!

Naast de grote receptieruimte ligt het salon voor de heren, en dat voor de dames. Alsook een kleine bibliotheek. Aan de andere kant kijk je uit op de keukens en op een grote eetkamer die zich perfect leent tot de ontvangst van zo’n 80 disgenoten.

Het is de artieste Rosemarie Trockel die het olijf-en kastanjekleurige tapijt van het damessalon ontwierp. Het weerspiegelt de kleuren van de tuin; op het plafond vind je diezelfde olijfkleur terug, in de vorm van een met de hand geschilderd ovaal. De muren zijn met satijn bedekt, salontafel en zetels zijn lichtjes gewelfd, wat de vrouwelijkheid benadrukt.

Het herensalon is wat “geblokter”. De zetels stoppen daar waar de schilderijen van Christa Näher beginnen. Mystiek is het trefwoord in de kunstwerken. In elke hoek van de kamer staat één van de vier natuurkrachten centaal – water, aarde, lucht en vuur. Een geometrie die nog versterkt wordt door de vloertegels die in kruismotief gelegd zijn, en de herhaling van datzelfde motief op het plafond. Licht, kunst en architectuur als eenheid.

Voor de eetkamer ontwierp Simon Ungers een grote paravent die op zich al een kunstwerk is en een mengeling vormt van architectuur en beeldhouwkunst. Met de paravent kan de ruimte aangepast worden aan de gewenste graad van intimiteit.

De privaatvertrekken van de ambassadeur, alsook de gastenkamers, bevinden zich op de eerste verdieping. Ook hier staat de perfectie centraal. Die bereikt zijn hoogtepunt dankzij het spel met de vierkanten: het gegoochel met asymmetrie.

SERGE VANMAERCKE / FOTO’S: ARCH PHOTO

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content