Désiré Collen

In zijn vrije tribune ‘ Farma moet correct vergoed worden’ (Trends, 20 januari 2011) onderscheidt professor Désiré Collen twee types farmaceutische bedrijven: de innovatiegedreven bedrijven, die grote risico’s nemen en zware investeringen doen en de “generische namakers”, die zonder risico’s gemakkelijk “aanzienlijke winsten” boeken, terwijl hun maatschappelijk toegevoegde waarde zeer beperkt is. De goeden versus de slechten dus. Wij vrezen dat de werkelijkheid iets complexer en genuanceerder is.

Zonder generieke geneesmiddelen geen concurrentie. In België alleen al leverden generieke geneesmiddelen de staat meer dan 2 miljard euro aan besparingen op. Wereldwijd konden tientallen miljoenen mensenlevens gered worden dankzij goedkope, generieke medicijnen. Het is dan ook minstens jammer te noemen dat professor Collen het woord ‘namaak’ in de mond neemt als hij het over generieke geneesmiddelen heeft; generieke geneesmiddelen kunnen enkel op de markt gebracht worden na strenge registratieprocedures en zijn kosten-efficiënte behandelingen voor talloze ziektes.

De stelling dat de octrooibescherming van merkgeneesmiddelen te kort is, zoals professor Collen beweert, verdient minstens enige aanvulling. Bij afloop van het octrooi krijgen de meeste geneesmiddelen een aanvullend beschermingscertificaat, waardoor de bescherming tot 5 jaar verlengd wordt. Volgens het farmaceutische sectorrapport van de Europese Commissie (2009) nam tussen 2000 en 2007 de daadwerkelijke duur van de octrooien van de merkgeneesmiddelen jaarlijks gemiddeld met 4,8 maanden toe!

Bovendien zijn 8 van de top 10 generieke bedrijven zelf actief in O&O. Dat onderzoek kan zowel slaan op nieuwe molecules, als op de verbetering van bestaande molecules of op de ontwikkeling van biosimilaire geneesmiddelen. Alleen al voor deze laatste categorie van geneesmiddelen werd al meer dan 1 miljard euro geïnvesteerd, voorlopig met een heel beperkte return on investment. “Zonder risico”, zei u Professor Collen?

Tot slot nog dit: de Belgische regering doet heel wat voor de klassieke farma-industrie en heeft talrijke mechanismes en voorzieningen getroffen die deze tak van de industrie beschermen. Daarom houdt, in tegenstelling tot de meeste andere landen, de merkindustrie in België een groot deel van de markt in handen, zelfs nadat het octrooi op het merkgeneesmiddel afgelopen is. Er komen in ons land dan ook geen generieke spelers bij, integendeel, hun aantal schijnt eerder te dalen. Ons land is alvast niet het generieke eldorado dat professor Collen in gedachten heeft.

Joris Van Assche Afgevaardigd bestuurder Febelgen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content