Design op eenzame hoogte

Het mantelpakje van de Sabena-hostessen is van Olivier Strelli. Wie met Singapore Airlines vliegt, krijgt voor het slapengaan een pyjama van Givenchi aangeboden. En voor het interieur van de nieuwe vliegtuigen tekenen topdesigners als Marc Newson. Luchtvaartmaatschappijen doen er werkelijk alles aan om hun topklanten te behagen.

Lijnen, kleuren en volumes mogen dan soms al een plezier voor het oog zijn, belangrijker is dat ze ook ons gedrag bepalen. In de wereld van de vliegtuigbouw zorgen ze voor klantenbinding en helpen ze het gedrag van honderden passagiers, die urenlang opgesloten zitten in een cabine die niet groter is dan een eengezinswoning, onder controle te houden.

Geen wonder dat de luchtvaartmaatschappijen zich steeds meer bezighouden met de werk- en communicatiemogelijkheden aan boord en zich over de esthetische vormgeving van hun infrastructuur buigen. Zelfs Sabena, dat er financieel nochtans niet echt florissant voorstaat, heeft kosten noch moeite gespaard om de look van zijn nieuwe Travelclub Lounge op de luchthaven van Zaventem op te frissen. Iets wat trouwens ook geldt voor de grafische vormgeving van Sabena’s website en het interieur van de nieuwe toestellen. Het imago van een maatschappij is nu eenmaal sterk afhankelijk van de esthetica die zij hanteert.

Identiteit, design en cultuur

Nu sommige maatschappijen hun first en business class hebben afgeschaft, hebben andere vliegtuigcarriers – denk maar aan British Airways – er een erezaak van gemaakt om méér zorg te besteden aan hun hogere classes. Mag ook wel natuurlijk, want een ticket voorin in één van de duizenden metalen vogels die ons luchtruim doorklieven, kost minstens het viervoudige van een ticket in economy class. First en business class zijn dan ook vooral voorbehouden aan ondernemers die vaak reizen. Vorig jaar maakten van de 11 miljoen passagiers van Sabena er 1,9 miljoen gebruik van de business class. Onnodig te zeggen dat het belangrijk is om dit cliënteel te behouden of uit te bouwen.

De grote maatschappijen voelen immers meer en meer de concurrentie van de privé-jets. Die zitten niet vast aan de onvoorspelbare vertrektijden waaraan veel passagiers zich momenteel ergeren. Bovendien zorgt de technologische vooruitgang – denk maar aan videoconferenties – ervoor dat werknemers zich steeds minder naar verre vergaderingen moeten verplaatsen.

Kortom, wie nog wil meespelen in de markt van de zakenreizigers, zal zijn first- en business-classcliënteel moeten behagen. En dat kan je wel vergeten met toestellen waarvan het interieur de vrucht is van Aeroflot-decorateurs, bezield door pre-perestrojkaanse invloeden. Neen, naast de zorgen om veiligheid, service, comfort en communicatie is het esthetisch aspect verre van overbodig geworden. Het enorme succes van het boek Airline – Identity, Design and Culture van Keith Lovegrove ( Laurence King Publishing – Londen) getuigt trouwens van de belangstelling voor dit fenomeen.

Van Cardin tot Armani

Esthetica is trouwens niet nieuw in de wereld van de luchtvaart. Het meest bekende voorbeeld daarvan zijn de stewards en – vooral – de stewardessen. Ooit werden de schoonheidsspecialisten van Elisabeth Arden, Clinique en Revlon aangezocht om de stewardessen de geheimen van de make-upkunst bij te brengen. En in de loop der jaren zijn de stewardessenpakjes, die aanvankelijk waren geïnspireerd op militaire uniformen, steeds eleganter geworden. Vaak zijn ze trouwens het werk van de allergrootste designers: Pucci (Braniff), Pierre Balmain (TWA), Pierre Cardin (Pakistan International Airways), Balenciaga (Gulf Air), Ralph Lauren (TWA), Giorgio Armani (Alitalia) of de zeer gerespecteerde Sir Hardy Amies van Savile Row in Londen (BOAC). De huidige pakjes van het Sabena-personeel dragen de signatuur van Olivier Strelli.

In tegenstelling tot de jaren zestig en zeventig – waar de elegantie van de stewardessen een sexy connotatie had – heeft de groeiende capaciteit van de vliegtuigen en het massatoerisme het voorbije decennium een vraag naar outfits gecreëerd die een zekere afstand tussen de passagiers en het vliegtuigpersoneel konden garanderen. Enerzijds omdat de toename van de passagiers automatisch een vermindering van de tijd meebracht die het personeel aan iedere reiziger afzonderlijk kon besteden. Anderzijds omdat het cabinepersoneel steeds vaker met agressie te maken krijgt. U begrijpt dat de ene vormgeving zich daarvoor beter leent dan de andere…

Het zijn dan ook vooral de passagiers – althans deze die in first en business class reizen – die vandaag een glansrol krijgen toebedeeld. First-classreizigers van Singapore Airlines bijvoorbeeld worden, dankzij de pyjama die ze net voor het slapengaan aangeboden krijgen, onverwacht omgetoverd tot een Givenchy-model. Bij British Airways dan weer is de toilettas, waarop de naam Donna Karan prijkt, gevuld met allerlei zaligs dat slechts weinig mensen in hun eigen badkamer hebben staan.

Illusie van comfort en ruimte

De zorg om esthetica werpt zich ook op in de infrastructuur van de luchthavens en de luchtvaartmaatschappijen – zowel aan de grond als in de cabine. Bedoeling: een illusie van ruimte creëren en de tijd zo fascinerend mogelijk doen voorbijvliegen.

Het meubilair van de lounge van British Airways in de New Yorkse JFK-luchthaven is zo’n samenraapsel van enkele van de grote klassiekers uit het design van de vorige eeuw: van le Corbusier tot Eileen Gray en Alvar Aalto. De terminal van TWA in de Finse luchthaven Eero Saarinen is een toonbeeld van architectuur die al in alle gespecialiseerde tijdschriften aan bod is gekomen. John Pawson, de Britse coryfee van het minimalisme, tekende zowel voor de inrichting als voor de infrastructuur van de nieuwe luchthaven van Hongkong.

Net voor de Concorde-ramp had de beroemde Franse designer André Putman het interieur van de grote witte vogels van Air France compleet in een nieuw jasje gestoken. In de jaren ’60 werkte Raymond Loewy, die werd aangezocht door Studebaker, Shell en Coca-Cola, voor het presidentiële vliegtuig Air Force One (een Boeing 707) van John Kennedy.

En ook nu worden de ‘enfants terribles’ van het hedendaagse design in de arm genomen voor het interieur van standingvolle vliegtuigen. De jonge ontwerper Marc Newson bijvoorbeeld beschikte over een budget van 1,6 miljard frank om de privé-jet van een paar jonge, ambitieuze Nederlandse industriëlen in te richten.

De gewone reiziger moet weliswaar met iets minder genoegen nemen. De voorbije jaren is het aantal zetels in de vliegtuigen systematisch toegenomen. En dus werken de maatschappijen in het interieur van hun toestellen met kleuren, materialen en lijnen die een kalmerende invloed uitoefenen. In de cabine maken ze bijvoorbeeld gebruik van lichte kleuren die contrasteren met de donkere tinten van de zetels en de vloer.

De maatschappijen weten ook al langer dat het geen zin heeft om een vijfgangendiner aan te bieden: op lijnvluchten is de beschikbare plaats op de uitklapbladen nu eenmaal beperkter dan aan de tafel van een driesterrenrestaurant. Maar ook hier kan het design van het servies en het bestek, of de manier waarop gerechten en kleuren naast elkaar worden geplaatst, een illusie van comfort bieden.

Maar comfort kan ook realiteit worden: in de A380 Airbus, die ruim 500 passagiers zal kunnen vervoeren en in 2006 op de markt komt, zullen passagiers niet alleen echte bedden aantreffen, maar ook douchecabines, salons, winkeltjes, een fitnesszaal en een casino. Er zijn trouwens nogal wat ondernemingen die zich hebben gespecialiseerd in dit onderdeel van de vliegtuigbouw. Lufthansa Technik uit Hamburg, een autonome dochter van de Duitse luchtvaartmaatschappij, behoort samen met AAC in Dallas en Jet Aviation in Palm Beach, tot de meest gerespecteerde bedrijven op dit gebied. Het richt toestellen in voor de meest gefortuneerde vips, verzorgt het interieur van kleine jets, maar ook van de Airbus A310, A340 of de Boeing 747.

Alleen uw dromen zijn de limiet. Bij het verzoek van een douche aan boord verpinkt niemand meer. Een fitnesszaal? Hoe banaal! Zelfs een mini-zandstrand en een zwembad in een exotisch decor à la Carmen Miranda zijn al lang geen utopie meer.

Serge Vanmaercke

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content