Demaco laat zich niet kisten

De grootste doodskistenfabrikant van ons land, Demaco, timmert aan de weg en neemt een belang in de holding Funico International. Sommige concurrenten noemen het bedrijf een monopolist. y

Het is druk bij Demaco wanneer we, vooruitziend als we zijn, een kist kiezen uit de 500 modellen die er jaarlijks in de begraafwagen verdwijnen. Hoewel de producent niet aan consumenten maar aan begrafenisondernemers levert, moet er vandaag een luxueuze doodskist naar Brussel om een gepensioneerde Congolese minister op te baren. Het zorgt voor commotie in een periode die overwegend kalm is. “Vanuit een menselijk standpunt”, zegt gedelegeerd bestuurder Bart Decuypere, “vind ik dat fantastisch. Vanuit een zakelijk standpunt is het wat minder.”

Je hoort de bedrijfsleider niet klagen. Demaco belevert naar eigen zeggen 44 % van de Belgische markt en exporteert naar Frankrijk, Luxemburg en Nederland. Zelf voert Decuypere goedkope modellen in van bij de noorderburen. De duurste modellen haalt hij in Italië, maar 80 % van Demaco’s omzet komt van eigen productie. Die gebeurt in België. De geautomatiseerde productie moet de hoge loonkosten drukken. Om de marges, die door het dalende aantal sterfgevallen kleiner werden, te kunnen blijven hanteren, kiest Demaco voor schaalgrootte. Met een financiële deelname in de holding Funico International, waar ook grafkistenproducenten Vandenbosch en Polidis bij betrokken zijn, is het Belgische bedrijf mede-eigenaar van het Franse Cerceuils du Nord. “Het is niet zo dat we de prijzen kunnen verhogen omdat we met meerdere bedrijven druk kunnen oefenen. We blijven zelfstandige entiteiten en dus concurrenten.”

“Demaco monopoliseert”

Niet alle concurrenten zijn enthousiast over Demaco. “Ze leveren tegen dumpprijzen”, stelt een kleinere marktspeler die sinds kort alleen nog exporteert. “Demaco monopoliseert, onder andere door de verkoopovereenkomst die het afsloot met uitvaartverzekeraar Dela.” Dela (zie blz. 72) koos Decuyperes firma als huisleverancier, een contract dat jaarlijks goed is voor 10.000 van de 50.000 kisten die de firma levert. “Maar”, vindt Decuypere, “we hebben niets onheus ondernomen om marktaandeel te winnen.”

De familie Decuypere stichtte Demaco nadat hun veevoederfabriek werd gebombardeerd. De groei kwam er toen zoon Bart en zijn vrouw in het bedrijf stapten en de verhuizing van Gent naar Drongen een feit werd. De investering van een paar miljoen euro, die de familie kon lenen zonder enige persoonlijke waarborg, was een risico dat volgens moeder Decuypere tot het faillissement zou leiden.

Zover kwam het nooit, ondanks sectormoeilijkheden. Zo kozen consumenten bij de opkomst van crematies midden jaren negentig steevast voor goedkopere kisten, een trend die opnieuw is omgeslagen. Later maakten de nieuwe wettelijke beperkingen voor de kistbekleding en vernis het noodzakelijk de prijzen op te trekken. Omdat China bereid is het schaarse hout duur te betalen, gaat de marktprijs de hoogte in. Decuypere: “Voor China als concurrent zijn we niet bang. Kisten zijn volumineus, wat het transport naar hier duur maakt.”

Wat brengt de toekomst voor Demaco? Een stijging van 10 % in het aantal sterfgevallen wordt verwacht tegen 2015. Daar bereidt Decuypere zich op voor door over te schakelen op een productie de klok rond. Wat de verdere toekomst betreft, zijn eigen doodskist heeft hij nog niet. “De mode evolueert. Ik weet wel dat ik een afscheid wil waar mijn nakomelingen van genieten.”

Door Sjoukje Smedts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content