De zondvloed is van iedereen

Het water zet de velden blank en dringt eens te meer de huizen binnen, omdat wij, hardleerse bewoners van de Lage Landen, onze waterhuishouding slecht beheren. Wat de minister van Leefmilieu ook bazelt over klimaatveranderingen, deze modderige delta is sinds mensenheugenis onze biotoop, wij zouden onderhand de kennis van stroomgebieden en afwatering adequaat moeten kunnen toepassen. Overstromingen zijn niet alleen te wijten aan overvloedige regen, maar net als klimaatveranderingen het gevolg van het geweld dat wij de natuur aandoen, van de overbevolking, die het evenwicht verstoort tussen wat de aarde kan opbrengen en wat de mensheid in toenemende mate verbruikt.

Het valt te vrezen dat de wetenschappelijke analyses op de zestiende VN-klimaattop te Cancun stuiten op de politieke onwil om er ingrijpende en bindende maatregelen aan te verbinden. En dat het, net als verleden jaar op de milieuconferentie in Kopenhagen, zal blijven bij algemene verklaringen, die nauwelijks het wereldwijde machtsconflict om de grondstoffen en de expansie van de markt kunnen verbloemen.

De instabiliteit die voortvloeit uit de mondialisering en de economische crisis, vraagt om een krachtig beleid, dat ingaat tegen het kortetermijndenken en de angst voor impopulaire maatregelen. We moeten eveneens, van hoog tot laag, tot het besef komen dat solidariteit noodzakelijk is, al was het maar uit welbegrepen eigenbelang. Water en lucht, natuur en cultuur, landbouw en industrie, alles is met elkaar verbonden en afhankelijk van elkaar. Wie zich, zoals sommige van onze noorderburen, achter de dijken wil verschansen, of wie in eigen land zelfstandigheid wil verwerven door op zichzelf terug te plooien, begrijpt noch zijn tijd, noch de dynamiek van de markt.

Het is kortzichtig de economie voor te stellen als een op zichzelf staand mechanisme met een eigen doel. De inventieve kracht komt van de mens en de markt is gecreëerd voor de menselijke behoeften, die – het moet worden benadrukt – niet uitsluitend materieel zijn. De menselijke natuur is niet denkbaar zonder cultuur, de natuur is onze levensbron, de cultuur de vorm die we aan ons bestaan geven.

Het volstaat om enige uren door te brengen in de aankomsthal van de luchthaven in Zaventem en de mensenstroom gade te slaan om een beeld van de wereld te krijgen. Zakenlui met aktetassen, moeders met baby’s, jongelui met rugzakken, oud en jong, blank en gekleurd, solide koffers en kartonnen dozen. Af en toe stokt de stroom, wordt de doorgang versperd, krijgt iemand een duw of de harde rand van een bagagekar tegen de achilleshiel, maar vervolgens valt men elkaar weer in de armen of zwermt uit met een dwalende blik. Men is ergens geland, ergens aangekomen, zal men er wonen, werken, thuis zijn of blijft men een passant? Zoveel mensen, zoveel verhalen, zoveel verwachtingen. En maar één wereld, waar we het met ons allen moeten mee doen.

Om de aarde voor de komende generaties leefbaar te houden, moeten er grote inspanningen worden geleverd. Van wie meer heeft mag meer inzet worden gevraagd, maar de verantwoordelijkheid kan niet worden afgeschoven, we zullen allemaal het onze moeten bijdragen. ‘Na ons de zondvloed!’ is niet alleen moreel verwerpelijk, het is suïcidaal. We zijn niet geboren om te sterven, maar om het leven door te geven. Dat veronderstelt een zekere dynamiek en een ondernemingsgeest, maar ook verbondenheid met de natuur en respect voor de cultuur.

Het lijkt veelbetekenend dat de minister van Leefmilieu ook de minister van Natuur en Cultuur is, maar in de praktijk zou men haar ook de minister van Bijkomend Belang kunnen noemen. Het economische herstel, waar door de politieke impasse te weinig doeltreffend aan wordt gewerkt, de gordiaanse knoop BHV, die niet wordt doorgehakt, dat zijn de – ongelijkwaardige – thema’s waaraan de politieke tenoren de voorkeur geven. Ze poseren ook graag als natuurliefhebbers en beroepen zich bij gelegenheid op taal en cultuur, maar vrijblijvend, want het mag vooral niets kosten. Ondertussen loopt het land onder water, zwerven er daklozen in onze steden, en vervreemden we in eigen land. Mevrouw de minister: op tafel slaan!

Monika van Paemel, Schrijfster

Monika van Paemel

Het is kortzichtig de economie voor te stellen als een op zichzelf staand mechanisme met een eigen doel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content