DE ZOMER VAN DE FISCALE REPRESSIE

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

De voorbije zomer was niet alleen een tegenvaller voor de zonnekloppers. Ook de ondernemingen hadden allesbehalve een zomergevoel. Rondzendbrieven van de fiscus en nieuwe wetten verpestten het klimaat. De fiscale inquisitie is ingezet, vrezen fiscalisten.

De zomer van 2012 is die van de fiscale repressie, getuigen heel wat fiscalisten. De fiscale administratie gaat uit de bocht met verregaande rondzendbrieven. “Fiscale ambtenaren mogen willekeurig juridische constructies ontmantelen en monsterboetes opleggen voor fiscale euveldaden”, vat fiscaal advocaat Michel Maus (vennoot Everest en professor fiscaal recht aan de VUB) samen. Frank Dierckx, managing partner van PwC Tax Consultants, bevestigt dat: “Het fiscale landschap wordt grondig herschikt. Er heerst een politieke sfeer alsof elke belastingplichtige een halve schurk is. De rechtsonzekerheid is groter dan ooit. De staat leeft boven zijn stand en heeft geld nodig. Besparen wil de politiek niet, dus wordt het belasten. Niet alleen door belastingverhogingen, maar ook door de belastingplichtige agressief aan te pakken.”

Fiscale repressie

“Dat klimaat sijpelde al door naar de rechtbanken, die gratuite huiszoekingen toelaten (zie kader Fiscale politiestaat)”, zegt Maus. “Die justitiële ruggensteun voedt dan weer het repressieve beleid van de administratie. De administratie voelt zich ook gedekt door een regering, die met een fiscale inquisitie is begonnen. Dat blijkt uit de oprichting van een fiscale superdatabank, waar de belastingplichtige niet eens toegang krijgt tot zijn eigen dossier. Dat geeft de fiscale ambtenaren meer armslag dan een onderzoeksrechter.”

De wet op de fiscale superdatabank zou de volgende maanden nog aangepast worden, onder meer na kritiek van de voorzitter van de privacycommissie en van fiscalisten. Karel Anthonissen, directeur van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) van Gent, begrijpt de commotie niet. “De fiscale administratie is vandaag evenmin verplicht zich volledig bloot te geven in haar onderzoek”, zegt hij. “Deze wet was niet eens nodig.”

Hij geeft het “uiteraard volledig fictieve voorbeeld” van een controleur die over bankuittreksels beschikt van een Zwitserse bank waaruit blijkt dat belastingplichtigen inkomsten verborgen hielden voor de fiscus, zoals bij Antwerpse diamantairs. “Het eerste wat fiscale advocaten, zoals mijn goede vriend Michel Maus, in zo’n dossier vragen, is de overdracht van alle informatie in het kader van de wet op de openbaarheid van bestuur. Maar zodra de advocaat weet wat wij weten, adviseert hij zijn cliënt ons enkel te vertellen wat wij al weten. Terwijl wij zijn cliënt liever in het ongewisse laten, opdat hij alle informatie, zoals geheime constructies en rekeningen, zou prijsgeven. Een fiscaal onderzoek is een pokerspel. Rechtbanken oordeelden dat de fiscale administratie niet verplicht kan worden vanaf het begin alle kaarten op tafel te leggen. De BBI kon en kan perfect inlichtingen over een belastingplichtige gedeeltelijk en tijdelijk achterhouden, als dat past in haar strategie. Bij het afsluiten van het fiscaal onderzoek moet de administratie uiteraard alle informatie doorgeven.”

De Leuvense professor fiscaal recht Axel Haelterman (advocaat bij Freshfields) volgt de ambtenaar: “Het lijkt me normaal dat de belastingplichtige niet van bij de start weet welke extra informatie de fiscus precies heeft en welke hij nog wenst. Anders staat er niets meer op de harde schijven van de ondernemingen als die worden opgevraagd.”

Sluikse regelgeving

Zijn confrater Michel Maus kadert de sluikse manier waarop de verstrekkende maatregel, vlak voor de vakantie, werd ingevoerd. “Deze regering neemt maatregelen die op zich waardevol zijn, maar wel zeer ongenuanceerd en zo algemeen dat iedereen zich gecriminaliseerd voelt”, klinkt het. Hij verwijst ook naar de rondzendbrief nr. 8/2012 van deze zomer waarin een reeks fiscale constructies bij schenkingen en erfenissen staat, die de administratie voortaan automatisch als onrechtmatig beschouwt. Ze zijn een uitvloeisel van de wijziging van een artikel 344 Par. 1 in het Wetboek van de Inkomstenbelastingen in maart 2012, het zogenaamde ‘antimisbruikartikel’.

Het oude antimisbruikartikel gaf aan de belastingplichtige het recht voor een belastingvriendelijke juridische constructie te kiezen als hij ‘rechtmatige financiële of economische behoeften’ had. Het Hof van Cassatie oordeelde dat de fiscus een constructie enkel kon herkwalificeren naar een minder belastingvriendelijke statuut als de nieuwe kwalificatie ‘gelijksoortige rechtsgevolgen’ had. Dat was zelden het geval. Staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez (sp.a) duwde een nieuwe regeling door waarbij het volstaat dat er ‘fiscaal misbruik’ is. Dat is het geval als de belastingplichtige een voordeel nastreeft dat in tegenstrijd is met ‘het doel van de wet’, en waarbij die keuze ‘in wezen’ ingegeven is door fiscale motieven.

In een recent artikel onderstreept Karel Anthonissen de verwijzing naar het doel van de wet. “Het eerste doel van elk belastingwetboek is belasting te heffen”, poneert de BBI-topman. “Dat lijkt een vanzelfsprekendheid, maar dat inzicht is blijkbaar verloren gegaan sinds de Brepols-doctrine meer en meer is gaan voorhouden dat het bon ton is de fiscus te verschalken en aan de belasting te ontsnappen. Zo lezen we in artikel 1 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen dat een belasting geheven wordt op het totale inkomen van de rijksinwoners. Of in artikel 1 van het Wetboek van Successierechten lezen we dat een belasting geheven wordt op al wat in de nalatenschap gevonden wordt. Dat is allemaal tamelijk duidelijk als wettelijke doelstelling.”

Jarenlang procederen

Niet volgens de meeste fiscalisten. “Anthonissen argumenteert te simpel”, reageert Maus. Alles wat minder belastingen oplevert, zou dan een misbruik zijn. De wet zegt bijvoorbeeld dat een schenking onderworpen is aan de registratierechten, maar voert een uitzondering in voor de handgift. De wetgever laat de belastingplichtige dus de keuze om de minst belaste weg te kiezen. Het doel van de wetgever is een keuze geven aan de burger. Het gaat dan ook niet op dat de uitvoerende macht op eigen houtje een lijst met constructies opmaakt waarvoor het vermoeden van schuld geldt.”

Ook volgens Frank Dierckx (PwC) gaat artikel 344 Par. 1 in tegen de grondwet, die stelt dat enkel het parlement nieuwe belastingen mag invoeren. “Nu laat de politiek dat over aan de administratie”, klinkt het. Ook Haelterman laakt deze “pretoriaanse regelgeving”. “De uitvoerende macht laten beslissen wat belast moet worden en wat niet, gaat zelfs in tegen de eerste beginselen van het fiscaal recht, zoals geformuleerd door de Magna Charta van 1215. No taxation without representation.

De professor noemt rondzendbrief nr. 8/2012 ietwat onverwacht “wel een duidelijk juridisch document”. “Het is de letterlijke weergave van een uiteenzetting van collega Luc De Broe en mezelf op een congres in juni. Daarbij toetsten we af hoe artikel 344 Par. 1 in de praktijk kon worden omgezet. Blijkbaar heeft iemand in de zaal toen vlijtig genoteerd. Mocht die wet grondwettelijk zijn, dan is die rondzendbrief dat ook.”

Maus is niet akkoord: “De rondzendbrief zit vol gaten en zal aanleiding geven tot eindeloze geschillen. In feite zal elke fiscale ambtenaar op het terrein zelf beslissen hoe hij een en ander invult.”

Bart Van Opstal, voorzitter van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, stelt dat al vast: “De rondzendbrief beëindigt jaren van rechtszekerheid, door een aantal fiscale praktijken op de helling te zetten. Rechtbanken zullen duidelijkheid moeten verschaffen over constructies die niet ondubbelzinnig worden geïnterpreteerd als misbruik. Dan kan een notaris twee dingen doen: de vermogensplanning uitstellen tot er duidelijkheid is, of een fiscale ruling onderhandelen met de administratie.”

Maus stelt dat de antimisbruikwet een zegen is voor pleitadvocaten, apothekers en cardiologen. “Ik ben tot mijn pensioen zeker dat ik procedures kan voeren over deze materie.”

Geheime commissielonen

De rondzendbrief over de misbruiken is niet de enige die de fiscalisten doet steigeren. Ook de monsterboete op geheime commissielonen staat weer volop in de schijnwerpers. Tot nog toe kon de administratie een boete tot 309 procent heffen op geheime commissielonen. Voortaan is dat mogelijk voor alle bedrijfsonkosten die de fiscus als privé-uitgaven bestempelt, zoals reizen, etentjes of privé-internetgebruik. Minister van Financiën Steven Vanackere (CD&V), die niet voor een reactie bereikbaar was, probeerde de gemoederen te bedaren met een rondzendbrief, die stelt dat de fiscus niet moet optreden als het gaat om “een rekenfout die te goeder trouw werd begaan”.

“Vraag aan tien juristen wat goede trouw is, en je krijgt twaalf verschillende antwoorden”, zegt Maus. “De rondzendbrief laat te veel ruimte voor interpretatie. Ik heb iets te veel ervaring om de fiscus blindelings te vertrouwen. Elke regionale administratie voert naar believen haar eigen beleid. Een onderzoek van het Rekenhof naar de houding van de fiscale administratie tegenover belastingplichtigen die geen aangifte doen, brengt dat perfect in kaart. Er is een enorm verschil in aanpak. Brussel en Antwerpen zijn bijvoorbeeld lakser dan Brugge. Dat soort willekeur is een rechtsstaat onwaardig. Al deze rondzendbrieven vormen tezamen een kanon voor de fiscale ambtenaren, waarmee ze een slagveld kunnen aanrichten bij ondernemingen.”

“Die aanslag van 309 procent is duidelijk een sanctie, geen belasting”, redeneert Frank Dierckx (PwC). “Een straf kan je niet invoeren met een rondzendbrief. Deze regeling zal nooit de grondwettelijke toets doorstaan.”

Ondertussen is het kwaad geschied, voorspelt Gerd Goyvaerts, partner bij het fiscaal kantoor Tiberghien. “Het kan best dat Cassatie deze regeling na een jaar of tien vernietigt, maar ondertussen heeft ze wel effect. Bij zelfstandigen en bedrijven heerst het gevoel dat de fiscus hen strenger kan aanpakken, met als gevolg dat velen plots heel voorzichtig worden. Al die nieuwe maatregelen zijn behoorlijk afschrikwekkend, zolang niet duidelijk is tot wat een en ander zal leiden.”

“De regering heeft besloten geld uit de zakken van de burgers te slaan”, besluit Frank Dierckx. “En dan zijn alle middelen blijkbaar goed. Ondertussen kijken potentiële investeerders in België tegen jaren van onzekerheid aan. Ons land wordt er niet bepaald aantrekkelijker op.”

Lees

Waakhond voor de fiscus, blz. 37

opinie

HANS BROCKMANS

“Deze regering neemt maatregelen die op zich waardevol zijn, maar wel zeer ongenuanceerd en zo algemeen dat iedereen zich gecriminaliseerd voelt” Michel Maus, professor fiscaal recht

“Het eerste doel van elk belastingwetboek is belasting te heffen. Dat lijkt een vanzelfsprekendheid, maar dat inzicht is blijkbaar verloren gegaan” Karel Anthonissen, BBI Gent

“Die aanslag van 309 procent is duidelijk een sanctie, geen belasting” Frank Dierckx, PwC

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content