De wet van Valdis

De Baltische staat Letland heeft het in het zog van de financiële aardschok eind 2008 bijzonder hard te verduren gekregen. Net als in veel andere landen stoelde de stevige economische groei van de jaren voordien in belangrijke mate op kredietcreatie en schuldophoping. De eerste reactie van de bewindvoerders in Riga was de toelating van grotere begrotingsdeficits, de nationalisering van banken en de vraag om een hulplening van 7,5 miljard euro van de Europese Unie en het Internationaal Monetair Fonds (IMF).

Het crisisbeleid van de Letse regering werkte totaal niet. De economie verschrompelde in sneltreinvaart: tegen de zomer 2009 bedroeg de krimp op jaarbasis ruim een vijfde. De werkloosheid liep op tot 24 procent van de beroepsbevolking. De tekorten op de begroting en de handelsbalans rezen de pan uit. Volgens Paul Krugman was Letland een van de zwaarste crisislanden van dat moment. “Letland is het nieuwe Argentinië”, zo orakelde de bolleboos-Nobelprijswinnaar Economie in de New York Times.

In februari 2009 viel de coalitieregering van Ivaris Godmanis en in zijn plaats kwam Valdis Dombrovskis, een fysicus en econoom met geboortejaar 1971. Hij gooide het roer drastisch om. Dombrovskis zette het mes in de begroting, privatiseerde op grote schaal, voerde een stevige interne devaluatie door – de Letse munt was de facto aan de euro gekoppeld – en kon de hulpverlening van Europa en het IMF afsluiten. Hoewel de werkloosheid relatief hoog blijft, groeide de Letse economie vorig jaar met 5,5 procent.

Gevraagd naar het grote geheim achter het spectaculaire herstel van de economie van Letland, herhaalt Valdis Dombrovskis steeds hetzelfde zinnetje: “Reforms start where the money ends – hervormingen beginnen waar de financiële hulpverlening stopt.” Een variant op de wet van Valdis luidt dat er van echte hervormingen weinig of niks in huis komt zolang de kraan van de financiële hulpverlening openstaat. De ervaring van de voorbije drie jaar in de eurozone illustreert ten overvloede de grote waarheid van die wet.

Met Griekenland werden de voorbije jaren steeds weer afspraken gemaakt over saneringen en herstructureringen die de regering in Athene moet doorvoeren als tegenprestatie voor de financiële hulp van Europa, het IMF en van de interventies van de Europese Centrale Bank (ECB). Uiteindelijk kwam er van die saneringen en vooral van de herstructureringen niet veel in huis. Ook al speelde het erg ongunstige economische klimaat daarbij een niet onbelangrijke rol, de belangrijkste oorzaak van het falende beleid in Athene is terug te voeren tot de wet van Valdis.

Zolang het alternatief van de financiële ondersteuning voorhanden blijft – direct of indirect via de ECB – ontwijken de regeringen, zeker ook in Athene, pijnlijke ingrepen die mogelijk electoraal worden afgestraft. Meer nog, de regeringen van de probleemlanden kunnen de partners behoorlijk onder druk zetten met het spookbeeld van een crisis met de allure van een uitslaande brand. Het is een publiek geheim dat bepaalde Griekse gezagsdragers er absoluut niet voor terugdeinsden om te dreigen met een echte crisis als de trojka van de EU, het IMF en de ECB al te zware en dwingende eisen zou stellen.

Exact hetzelfde scenario ontrolt zich nu rond Spanje. De regering in Madrid weet dat de andere Europese lidstaten als de dood zijn voor een zware Spaanse crisis. Premier Rajoy speelt kat en muis met zijn Europese partners, inclusief de ECB van voorzitter Mario Draghi. Hij heeft dringend geld nodig om de Spaanse boot varende te houden, maar stelt zich hard op tegenover mogelijke eisen die Europa en het IMF aan een hulppakket voor Spanje vasthaken, goed wetende dat niemand, ook Duitsland niet, de discussie met Madrid op de spits wil drijven.

Vooral voor ECB-voorzitter Mario Draghi dreigt Spanje een zware dobber te worden. Op 6 september besloot de raad van bestuur van de ECB onder impuls van Draghi – met Duitsland als enige tegenstemmer – om eurolidstaten in moeilijkheden te ondersteunen met interventies op de obligatiemarkten, op voorwaarde dat die landen een saneringsprogramma met het Europees stabiliteitsfonds (EFSF en ESM) onderschreven. Wetend dat iedereen angst heeft voor wat er gebeurt bij het losbreken van een echte Spaanse furie op de markten, houdt iedereen zijn adem in. Want dan moet de ECB, of er nu een akkoord met het EFSF en het ESM is of niet, interveniëren en kan de regering-Rajoy relaxen. In de eurozone is de wet van Valdis meer dan ooit keihard aan de orde.

Van echte hervormingen komt weinig in huis zolang de kraan van de financiële hulpverlening openstaat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content