De vrouwelijke kant van Michel Van Hemele

Michel Van Hemele, de vroegere CEO van het uitzendbedrijf Creyf’s Interim en van de cateraar Carestel, rijgt tegenwoordig de hr-initiatieven aan elkaar. Essensys, Intys Consulting, Talentus en Intys HR Professionals heten zijn jonge professionele kinderen. Mogelijk volgen er nog.

Ik een workaholic? (zonder aarzelen) Altijd geweest”, geeft Van Hemele (54) toe. “En ik geef nog les ook. Ik heb altijd dingen parallel gedaan, ook ten tijde van Creyf’s. Dat is boeiend en motiverend. Sommigen zeggen dat dit een vrouwelijke kant is, maar het is dan wel mijn enige vrouwelijke kant (lacht). Ik presteer ook beter in stresssituaties. Adrenaline, inderdaad.”

“Ik wilde architect worden”, zegt de handelsingenieur. “Maar we hadden er al één in de familie en die zei ‘begin er niet aan’. Huizen wou ik ook niet bouwen. Ik was eerder geïnteresseerd in urbanisatie en planologie. Maar ik hoorde dat je in bouwkunde eerder over de berekening van betonspanning en draagkracht zou leren, en heel mijn leven rekenen interesseerde me niet. Ik wou iets creatiefs doen. En dat is gelukt.”

Van Hemele startte zijn carrière bij de Generale Bank. “Een fantastische ervaring. Ze hebben mij daar ongelofelijk veel kansen gegeven. Filip Dierckx – ex-topman van Fortis en nu nummer twee bij BNP Paribas Fortis – en ik waren daar de jongste twee directieleden.”

Na dertien jaar bij de bank stapte Van Hemele in 1992 over naar Creyf’s. “Na een maand dacht ik ‘oei oei, wat is dat hier allemaal?’ (lacht). Heb ik wel de juiste beslissing genomen?’ Maar ik heb mij er doorgewrongen.” Onder zijn leiding groeide Creyf’s, gesteund door referentieaandeelhouder Ackermans & van Haaren (AvH), uit tot een Europese topspeler in uitzendarbeid. Het leverde Van Hemele twee keer een nominatie op voor de verkiezing van manager van het jaar.

Van Hemele en Luc Bertrand, CEO van AvH, leken lang twee handen op één buik, tot Van Hemele midden 2002 aankondigde van Creyf’s (nu Solvus) over te stappen naar Carestel van de familie Van Milders.

“Als er een moment is waar ik spijt van heb, is dat van mijn vertrek bij Creyf’s”, blikt Van Hemele terug. “Dat is een beetje in een woelige sfeer gebeurd (zucht). Dat verdiende geen schoonheidsprijs. Ik heb een jaar later gedineerd met Luc Bertrand. We waren het er vrij snel over eens dat geen van ons echt handig gemanoeuvreerd had, dat we een beetje uit de bocht waren gegaan. Wat het natuurlijk erger gemaakt heeft, en wat ik verkeerd heb ingeschat, is dat ik uitgerekend naar Carestel vertrok. Ze hebben het een beetje bekeken als een sluwe zet van Jean Van Milders, de voormalige voorzitter van Creyf’s.”

“Ik ben bij Creyf’s trouwens een jaar te lang gebleven. Ik heb er mijn limiet gezien. We waren toen met bijna 4400 werknemers actief in tien landen en in sommige daarvan hadden we drie tot vier merken. Dat werd allemaal een beetje té. Mijn limiet is ‘van hoeveel managers ken ik de voornaam en weet ik wat hun familiale achtergrond is?’ Die limiet ligt op 110 tot 115. Bij Creyf’s dacht ik soms ‘hoe heet die nu weer?’ En dan dacht ik meteen ‘ik ben niet goed bezig’. Bovendien, hoe langer je in een job zit, hoe minder fris je kijk erop is. Ik kan na negen jaar niet even vernieuwend zijn als in het begin. En dan moet je jezelf de vraag stellen ‘breng ik nog dezelfde toegevoegde waarde?'”

“Waar zijn jullie toch mee bezig?”

Bij Carestel trof Van Hemele een bedrijf aan op de rand van de afgrond. “Ik dacht eerst: ‘ik begin er niet aan, want dit wordt een bloedbad’. Het is na een gesprek met Bernadette Van Milders – de dochter van Jean en voormalige topvrouw van Sabena – dat ik ‘ja’ zei. Daar wil ik niet te veel over zeggen. Dat was maar aan het einde van een heel debat met allerlei familieleden. Het was een beetje pijnlijk.”

Carestel moest in allerijl ontmanteld worden om de meubelen te redden. “Sinds de beursintroductie was de operationele winst van Carestel jaar na jaar gezakt. En als je dan een schuldgraad hebt die almaar groter wordt…”

Van Hemele hanteerde de hakbijl tot grote ergernis van stichter Jean Van Milders. Tussen de twee kwam het nooit meer goed. “Natuurlijk zal dat pijn doen aan het hart als je de founding father bent. Maar ik moest de belangen verdedigen van alle aandeelhouders. Niet hem of een van zijn kinderen voortrekken. Ik begrijp dat hij daarover gefrustreerd is. Hij had liever zelf ontmanteld en zelf beslist wat in de familie bleef. Maar zo werken de spelregels in een beursgenoteerd bedrijf niet.”

“Ik was al langer onafhankelijk bestuurder bij Carestel. Ik heb in 2002 nog op de raad van bestuur gezegd tegen Luc Van Milders, die toen CEO was, dat Carestel failliet zou zijn voor het einde van het jaar als de strategie niet veranderde. Dat waren toen megalomane projecten met fabrieken in Zweden en vader Jean die een restaurant in Knokke wou kopen, en ik dacht ‘jongens, waar zijn jullie toch mee bezig?’.

“Het is niet omdat je eens om de twee maanden zitting hebt in de raad van bestuur dat je de details kent van hoe het er op het terrein aan toe gaat. Daar heb ik achteraf wel een paar keer van wakker gelegen. Wij zijn als bestuurder per slot van rekening aansprakelijk voor al die dingen die niet correct zijn, maar die je als afgevaardigd bestuurder pas achteraf ontdekt. Nu, ik wist waaraan ik begon. Alleen zijn de zaken altijd erger dan dat je zelf denkt te weten. Begin 2003 hadden we geen cash meer.”

“Is die nu zo dom?”

“Ik heb het geluk gehad om drie keer in de CEO-zetel te zitten van een beursgenoteerd bedrijf, Carestel, Creyf’s en in 2008 nog eens acht maanden in Nederland bij DPA Flex. Ik heb er nog altijd geen verklaring voor, maar ik ben drie keer heel snel gestoten op… (herneemt) Dat je in een beursgenoteerd bedrijf het onderscheid niet kan maken tussen het geld van de vennootschap en je eigen geld, kan er bij mij niet in. Ik ben daarin zeer binair. Je moet correct zijn. Punt.”

“Of ik een moeilijke mens ben? Ik denk wel dat ik bij momenten kortaf ben en nogal kort door de bocht ga. Ik heb niet altijd veel geduld. Dat is een van mijn minder mooie kanten. (lange stilte) Ik probeer het deftig te formuleren (grijnst). Meestal denk ik veel sneller dan ik praat. Ik heb dus nogal de neiging om ervan uit te gaan dat mensen wel hebben verstaan wat ik bedoel. Als dat niet zo is, heb ik daar geen probleem mee. Ik leg het opnieuw uit, en trager. Maar als iemand dat dan nóg niet begrijpt, word ik lastig. Dan denk ik ‘is die nu zo dom?’. Ik weet dat ik nogal de neiging heb om de lat hoog te leggen. Voor iedereen.”

“Ik vond Carestel hoe dan ook een interessante periode. De horecasector is een aparte sector. Meestal is het opleidingsniveau van de mensen niet echt hoog, maar ik heb er ook goede mensen gevonden. Niet noodzakelijk op het hoogste niveau. Sommigen heb ik laten doorstromen. Alleen zat daar nog een groep van ouderen die meegegroeid was. Maar het is niet omdat je een goede boekhouder bent in een kmo, dat je ook een goed hoofd van boekhouding bent in een groep van 4000 man.”

“Nabijheid is belangrijk”

Van Carestel rolde Van Hemele in Essensys, de nieuwe naam voor de divisie interim-management van Ernst & Young. Van Hemele kocht de afdeling samen met Marc Crombez, die de uitzendmanagementafdeling had geleid. “Ik was er voor mijn vertrek bij Carestel al ingestapt. Vakantie heb ik niet genomen. Gewoon daar uit en hier in, boem (lacht).”

“Ik heb altijd, ook al ten tijde van Creyf’s, de droom gehad om iets in uitzendmanagement te doen, want dat is een onderontwikkelde markt in België. Dit is gewoon mijn ding. Met een klant praten en zeggen hoe ik het zou aanpakken, doe ik graag. Ik ga Essensys niet snel loslaten”, zegt Van Hemele, die Crombez uitkocht toen die met pensioen ging, en Essensys heeft uitgebouwd tot Belgisch marktleider voor executive uitzendmanagement.

In september knoopte Van Hemele ook aan met zijn verleden bij Creyf’s door de oprichting van een eigen uitzendbedrijf, Talentus, voor hoger opgeleid gespecialiseerd personeel. De eerste kantoren huizen in Kortrijk en Waregem. “Omdat het de meest dynamische regio van het land blijft.” Van Hemele wil wel het overzicht kunnen bewaren. “Ik heb geen ambitie om een landelijk netwerk uit te bouwen. Belangrijk is de nabijheid.”

Van Hemele is hoofdaandeelhouder van Talentus, maar net als bij zijn andere bedrijven kunnen talentvolle medewerkers aandeelhouder worden. “Om bonding te creëren.” Van Hemele verwacht dat zijn belang in zijn bedrijven kan zakken van 90 procent of meer tot 50 procent.

“Door Talentus en dat nieuwe initiatief in hr (Intys HR Professionals) ben ik wel andere dingen aan het afbouwen, maar ik blijf bestuurder bij Delta Lloyd en voorzitter bij Duvel Moortgat. Dat is een commitment dat ik gegeven heb, en ik wil mijn woord respecteren. Maar ik ga er morgen niet nog ergens een mandaat bijnemen.”

Van Hemele deelt de leiding van Talentus ook al met zijn vrouw. “Ik kan mezelf niet in stukken blijven snijden”, zegt Van Hemele, zijn zonen van 30 en 26 (ze werken bij PwC en Record Bank) hebben economie gestudeerd. Niet dat ze daarom ook in een bedrijf van hun vader worden verwacht. “Zo’n type ben ik niet. Ze moeten zelf beslissen wat ze doen. Ik heb zelf ook totaal andere dingen gedaan dan mijn vader.”

“Vertel eens wat in dat boek staat”

Workaholic of niet, vakantie neemt Van Hemele wél. “Vorig jaar vier weken Libië en volgend jaar vijf weken naar Zuid-Algerije. Met mijn vrouw, in een groep, in jeeps en slapend in een tent. Die stilte in de woestijn, die grandioze sterrenhemel. Fantastisch! En ik ben er onbereikbaar.”

“Ik kan niet zeilen en heb een hekel aan zwemmen. Maar ik ga zeer graag naar de bergen, vooral in de winter om te skiën. En ik kan dan een uur op de top van een berg zitten en gewoon kijken, het hoofd leeg… Je kunt dat herbronning noemen.”

“Veel hobby’s heb ik voorts niet. Ik heb wel een groentetuin waarin ik zit te ploeteren. Dat vind ik ontstressend, met de handen bezig zijn. Ik ben wel een slechte kok, hoewel ik het romantisch vind om in de keuken te vertoeven (lacht).”

“Mijn vrouw klaagt er altijd over dat we te weinig naar de bioscoop gaan. Met recht en reden. En het enige dat ik lees, is vakliteratuur. Het moet al twintig jaar geleden zijn dat ik nog eens een roman heb gelezen. Maar ik heb een intelligente vrouw. Die leest heel veel, en dan zeg ik ‘vertel eens, wat staat er in’ (lacht uitbundig). En ik ben een Bourgondiër, absoluut. Dat zie je toch?” Dat hij voorzitter is van Duvel Moortgat, betekent daarom niet dat Van Hemele ook een bierdrinker is. “Maar áls ik er eentje drink, is het een Duvel.” Het klinkt oprecht.

bert lauwers, fotografie jelle vermeersch

“Ik weet dat ik nogal de neiging heb om de lat hoog te leggen. Voor iedereen”

“Meestal denk ik veel sneller dan ik praat. Ik heb dus nogal de neiging om ervan uit te gaan dat mensen wel hebben verstaan wat ik bedoel”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content