De vrede van Congo

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Er zit veel déjà vu in de opstand tegen de Congolese president Kabila. Mobutisten en Kabilisten grijpen zelfs terug naar samenwerking, met de zegen van Ruanda. Wat het Westen in het Mobutu-tijdperk verhinderde, lijkt nu het enige realistische alternatief om een ineenstorting van Centraal-Afrika te vermijden.

Er wordt dezer dagen driftig ge-gsmd door een breed front van malcontenten van het Kabila-regime: in Congo, Ruanda, België, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, Ivoorkust, Gabon, Zuid-Afrika en de Verenigde Staten. Dat gebeurt niet vanuit een uniforme structuur, wel door een samenklitten van convergerende opinies en analyses over de heikele toestand waarin Congo-Kabila zich momenteel bevindt. Stilaan groeit achter de schermen een consensus voor een vreedzame afwikkeling van het conflict tussen Congo en zijn oostelijke buren. En dat compromis lijkt sterk op het scenario dat anderhalf jaar geleden in de maak was tussen de toenmalige Kabila-aanhangers en de kopstukken van de twee laatste Mobutu-regeringen: onder de premiers Kengo wa Dondo en generaal Likulia, net vóór de inname van Kinshasa door de Kabila-troepen op 17 mei 1997. Het enige verschil is dat ontgoochelden van “de Kabila-revolutie” en Mobutu-opposanten – denk maar aan UDPS-leider Tshisekedi en vertegenwoordigers van de christen-democratische PDSC – nu samen op één lijn staan met Mobutu-getrouwe tenoren van de UDI-liberaal-democraten en officieren van de oud-dictator.

Afrikanen grijpen

voor situaties met hoog adrinalinegehalte graag naar metaforen. De vraag waarrond de consensus zich moet uitkristalliseren is: Hoe de leeuw het huis uitjagen?

“Door met vereende krachten op klopjacht te gaan en de indringer te verdrijven,” probeert president Laurent-Désiré Kabila, niet zonder verbaal succes, zijn volk op te jutten. Kabila weet maar al te goed dat zijn onderkoelde populariteit er flink is op vooruitgegaan sinds hij de ultra-nationalistische snaar betokkelt met een regelrechte oorlogsverklaring – “een volksoorlog die lang kan aanslepen” – tegen de invallers uit Ruanda en Uganda, zijn vroegere broodheren.

Maar vanuit de politieke elite van Congo/Zaïre – doorgaans uitblinkend in oeverloos gekibbel rond botsende deelbelangen – echoot deze keer als antwoord in unisono de andere vraag: wie, mijnheer Kabila, heeft de leeuw binnengelaten? En voorouderlijke wijsheid gebiedt dat je een leeuw best eerst een prooi toewerpt. Eenmaal het beest verzadigd is, kan je bekijken wat je verder te doen staat om het uit de weg te ruimen.

Kabila voor de leeuw gooien,

lijkt een oplossing. Echter, andere dinosaurussen (zoals politici uit de generatie van de jaren ’60 en ’70 in de volksmond worden genoemd: een Kengo wa Dondo, Nguz Karl I Bond, Tshisekedi en ten slotte ook Kabila zelf, de compagnon van Lumumba en van de maoïstisch geïnspireerde guerilla van begin de jaren zestig) beseffen dat zij zich wel eens in het eigen vel zouden kunnen snijden door aan te dringen op het offeren van Kabila. Een nieuwe generatie is het gedrum van de dinosaurussen meer dan beu. Collectief zelfmoord plegen ziet de Zaïre/Congolese elite niet meteen zitten in gebakkelei terwijl de leeuw rondwaart. Dus opteert ze, uit overlevingsinstinct en pragmatisme, voor een scenario waarin plaats is voor iedereen: fervente Mobutisten, nukkige opposanten, Kabila-afvalligen en -aanhangers. Bovendien, waarom niet, ook voor Kabila zelf. Maar dan in een figurantenrolletje: niet langer in een presidentieel regime op z’n Frans, maar in een symbolische positie zoals het Duitse presidentschap de natie vertegenwoordigt – al heeft men zo zijn twijfels over het staatsmanschap van Kabila.

Na democratische verkiezingen zou de organisatie dan – zonder het eeuwige geruzie over wederzijdse veto’s en uitsluitingen tussen leden van de politieke elite onderling – het kaf van het koren kunnen scheiden, luidt de basisredenering. En in een nuchtere opwelling van realpolitik wordt ook aan de (Tutsi-) machtshebbers in Ruanda en Burundi een stem in het kapittel gegund. Immers, in Congo dreigt de complete implosie van het land. En zoiets zou ook rampzalige gevolgen hebben voor de al onstabiele buurlanden: Ruanda, Burundi, Angola en Congo-Brazzaville.

Mobutu moest weg, te allen prijze

In de weekend-editie van De Standaard (8 augustus) zegt een “Europees ambassadeur” over de Congo-crisis: ” Kapanga (de ambassadeur, red.) kan eens in de archieven kijken om de tekst te vinden die de regering van Mobutu vorig jaar gebruikte. Er zit ongelooflijk veel ironie in deze zaak” (sic).

Ironie? Cynisme lijkt beter op zijn plaats. Minister van Buitenlandse Zaken Erik Derycke (SP) kon op een persconferentie zelfs “begrip opbrengen voor een buitenlandse militaire interventie door de buurlanden. Omdat de passiviteit van Kabila ten aanzien van de aanhoudende onveiligheid in Kivu, de buurlanden Ruanda en Uganda in hoge mate gefrustreerd heeft.”

Ook hierover is het “Congolees front in de maak” vrij eensgezind: Kabila of Congo hebben de financiële middelen noch het leger om de indringers het hoofd te bieden. “Iedereen beseft de noodzaak om het gevaarlijk schuiven van de hele regio te stoppen. Zonder de passies te laten opflakkeren, moeten we dringend met z’n allen rond de tafel zitten en, zonder in de oeverloze palavers van het verleden te vervallen, afspraken maken om de regio te stabiliseren: Congo, Ruanda en Burundi. Het alternatief kan een somalisering zijn, met catastrofale gevolgen. Ruanda en Burundi zijn in dit conflict het sterkst, zeker op militair vlak. Dat negeren is dwaas. Tenzij men zich in een onverantwoord avontuur zou willen storten,” aldus één van de coördinatoren in Brussel.

Een duivelspact

of monsterverbond tussen Mobutisten, oud-Kabilisten en Ruandezen? “Een typisch westerse reactie,” luidt het antwoord. “Onze landen zijn in politiek, economisch en sociaal opzicht nog op zoek naar evenwichten. Dat aftasten van een consensus verloopt uiteraard niet altijd volgens een rigoureuze westerse logica.”

Als er al sprake kan zijn van ironie, zoals de hogergenoemde Europese diplomaat suggereert, dan is het wel dat dit vredesplan op nagenoeg eenzelfde leest is geschoeid als tijdens de negotiaties tussen Mobutisten en Kabilisten in volle Kabila-opmars begin 1997. In februari vorig jaar, net vóór de val van Lubumbashi, en ook nog op 16 mei 1997 – de dag vóór de inname van Kinshasa door Kabila – werd er rechtstreeks onderhandeld tussen generaal Likulia en Kabila. Bedoeling was om alle partijen samen in een regering van nationale eenheid te doen stappen en besprekingen aan te knopen met de machtshebbers in Ruanda en Burundi. Samen zou dan worden gezocht naar een regeling voor het veiligheidsprobleem in Kivu en voor de nationaliteitenkwestie van de Banyamulenge, de Congolese Tutsi.

Hoewel een door kanker

gevelde Mobutu letterlijk op sterven na dood was, werd dit schema toen door het Westen – en de Amerikaanse diplomatie in het bijzonder – afgeschoten. “Vandaag ligt hetzelfde pact, dat ons de trieste Kabila-episode had kunnen besparen, weer op tafel. Maar voor het Westen waren alle scenario’s ondergeschikt aan de omverwerping van Mobutu, hoewel die maar enkele maanden meer te leven had. Daartoe kregen de machtshebbers van Ruanda, Burundi en Uganda carte blanche. Een compromis tussen Kabila en de regering-Likulia was onaanvaardbaar. Voor de moordpartijen op 200.000 Hutu-vluchtelingen werden de ogen dichtgeknepen. Mobutu had afgedaan en Kabila kreeg blindelings het vertrouwen van Washington. Ondanks zijn bedenkelijk verleden. Daarbij gold, zoals nu weer, het probleem van de Banyamulenge als alibi; de Congolese Tutsi vormen geen struikelsteen, voor geen enkele Congolese politieke formatie,” zegt een gewezen Mobutu-minister, die actief meedraait in het “gsm-netwerk”. Het aantal Banyamulenge wordt door kenners op hooguit 40.000 individuen geraamd, hoewel opgeblazen statistieken het over 400.000 hebben (zie Jean-Claude Willame, Banyarwanda et Banyamulenge, Afrika Studies nr. 25, 1997).

De Mobutu-archieven, waarop de diplomaat in De Standaard zinspeelt, onthullen een grenzeloos cynisme vanwege de internationale gemeenschap. De tekst die de Mobutu-regering vorig jaar gebruikte, verwijst naar een reeks akkoorden tussen Zaïre en het VN-Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen (24 oktober 1994, 27 januari 1995, 25 september en 20 december 1995) en met Ruanda (22 augustus 1996) betreffende een georganiseerde terugkeer van de 2 miljoen Ruandezen. Het ging om de grootste massale concentratie in de wereldgeschiedenis van vluchtelingen op een zo beperkt grondgebied. Maar de Verenigde Naties en het Europees Parlement stemden, niet gehinderd door een overmatige kennis van zaken, op een pavloviaanse manier de ene anti-Mobutu-resolutie na de andere. De Zaïrese regering ervan beschuldigend de onveiligheid in Kivu aan te wakkeren. “Is het niet merkwaardig dat het Banyamulenge-probleem plotseling zo dramatisch werd, na 32 jaar bijna ongemerkt te zijn voorbijgegaan in het Mobutu-tijdperk? En indien Zaïre de Hutu-milities zo effectief steunde, zoals toen bij hoog en laag werd beweerd, waarom werden deze door Kinshasa dan niet ingezet tegen de Kabila-opmars? Meer van dergelijke ongerijmdheden vallen – gelukkig voor de resolutiestemmers – tussen de plooien van de vergetelheid,” merkt een Congolees cynisch op.

Eraan toevoegend: “Omdat de passieve internationale gemeenschap toen liever een zondebok aanwees, voltrekt hetzelfde drama zich opnieuw. En – ironie – ook zonder Mobutu. Al valt niet te ontkennen dat de machtsgreep van Kabila het systeem van Mobutu heeft weggemaaid. De protagonisten van toen, de politieke elite, heeft vandaag een maturiteit bereikt onder druk van drie omstandigheden. Eén, het streven naar democratie van de bevolking en de maturiteit waarvan ze op dat vlak getuigt. Twee, de zware teleurstelling die het Kabila-regime heeft teweeggebracht – het Westen heeft hem laten ontpoppen tot een nieuwe Mobutu.” En drie – de politicus eindigt met een positieve noot – “de hoop dat ook in het Westen de geesten zijn gerijpt en dat er in de westerse hoofdsteden een groter realiteitsbesef is ontstaan”.

ERIK BRUYLAND

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content