De vijand in eigen huis

De nazaten van de discountkoning Theo Albrecht strijden om het geld en de macht van het concern. Het conflict toont aan hoe moeilijk het is voor de intiemste kring van de oprichtersfamilie om met het heden in het reine te komen.

In de golfclub een partijtje bridge spelen zou kunnen doorgaan voor een interessante vorm van rouwbeleving. Maar kaartspelen wanneer elders de rouwdienst voor je eigen zoon plaatsvindt, zou op zijn minst ongewoon zijn. Ongewoon is ook dat je als moeder niet weet waar de urne van je zoon bijgezet is, hoewel daarvoor eigenlijk een familiegraf bestaat en het gezin van de zoon op een paar honderd meter van je huis woont. Maar een paar honderd meter kan heel ver zijn als een familie van elkaar vervreemd is.

Het lijken wel scènes uit een slechte soap, maar het zijn wel degelijk reële beschuldigingen. Dat alles speelt zich af in Bredeney, een stadsdeel in het zuiden van Essen. Daar wonen twee vrouwen die een van de bekendste Duitse ondernemingen bestieren, de discounter Aldi-Nord. Aan de ene zijde staat de 88-jarige Cäcilie, meestal Cilly genoemd, aan de andere haar schoondochter Babette Albrecht. Beiden zijn weduwe. Cilly van oprichter Theo, Babette van zijn jongste zoon Berthold.

Jarenlang ging de oude Theo met zijn geschatte vermogen van ongeveer 16 miljard euro door voor de tweede rijkste man van Duitsland, na zijn broer Karl, de stichter van Aldi-Süd. Nu behoort al dat geld toe aan de erfgenamen van de discountkoningen. In het noorden zijn dat onder anderen Cilly en Babette. Maar vooral de onderneming is de inzet van de meedogenloze strijd in de streng katholieke familie.

De vete prikt een mythe door. Der Spiegel kon vertrouwelijke documenten inkijken, die een indringend beeld schetsen van een paranoïde clan, die geheimhouding als een van de redenen van zijn succes beschouwt. Dan gaat het niet alleen over de handelspraktijken, maar vooral over persoonlijke zaken. Door de ruzie krijgen we een inkijk in een familie die in haar strijd om de macht liegt en beledigt, bedriegt en beschuldigt, wantrouwt en insinueert.

Is het waar dat Cilly Albrecht een partijtje bridge in de golfclub speelde, terwijl haar zoon begraven werd? Natuurlijk niet, laat ze weten. Minstens “rond de tijd van de rouwdienst” heeft het plaatsgevonden, luidt het bij Babette. Zeker is alleen dat er intussen nauwelijks nog zaken zijn die niet omstreden zijn. En dat in een onderneming die miljarden verdient en waar dus eigenlijk genoeg is voor iedereen – maar blijkbaar niet genoeg om alle open wonden te helen.

De kassa van Aldi-Nord

Voor de ontstaansgeschiedenis van die vete moeten we terug naar eind 2010. De vraag waar alle onvrede om draait is eenvoudig: was de wijziging van de statuten van de Jakobus-Stiftung geoorloofd of niet? De Jakobus-Stiftung is een van drie vennootschappen van Aldi-Nord. Ze beheert 19,5 procent van de Duitse discountreus en 50 procent van de buitenlandse activiteiten, waaronder de Amerikaanse dochter Trader Joe’s. Jakobus was het rijk van Berthold, de jongere zoon van de Albrechts, die in 2012 stierf. Daarnaast is er, eveneens met 19,5 procent van de aandelen, de Lukas-Stiftung, het rijk van Theo junior, de andere zoon van de stichter. En tot slot is er de Markus-Stiftung, die 61 procent van de aandelen van Aldi-Nord beheert en beheerst wordt door moeder Cilly.

Elk van die stichtingen weegt miljarden. Hun statuten beschrijven nauwkeurig hoe hun directiecomités samengesteld worden. Naast vertegenwoordigers van de familie moeten er ook altijd managers van de onderneming in zitten. Bij de Jacobus-Stiftung is het maatschappelijke doel niet mis te verstaan: “Begunstiging van de bestemmelingen, onder andere om een passend levensonderhoud te verzekeren”. Geld voor de familie dus. Maar dat is er natuurlijk alleen als de winkel draait.

Het is bovendien van belang te weten dat Aldi altijd node met de banken heeft samengewerkt. Kredieten zijn verboden. Geld voor investeringen en lopende zaken worden bijna altijd uit de eigen kassa gehaald. En de kassa, dat zijn de stichtingen. Daar liggen de miljardenwinsten opgestapeld. De directiecomités van de stichtingen beslissen of geld in de filialen gestoken wordt.

Tot Bertholds dood zaten de juiste personen in de directiecomités, tenminste, in de ogen van de kleine kring van familieleden en naaste vertrouwelingen, die het concern al tientallen jaren leidt. In de Jakobus-Stiftung waren dat voor de familie Theo Albrecht, zijn vrouw Cilly en hun zonen Theo junior en Berthold. De advocaat Emil Huber vervolledigde de groep. Huber dient Aldi-Nord al meer dan veertig jaar en gold als een van de naaste vertrouwelingen van Theo. Sinds het overlijden van stichter Theo in 2010 beschouwde de ‘bende van vier’ zich als de zegelbewaarder van de firma en de hoeder van de sobere Aldi-leer.

Maar de dood van Berthold Albrecht betekende ook de dood van de bende van vier. In het bestuur van de Jakobus-Stiftung dienden zich twee van zijn dochters aan. Precies zij zijn een probleem voor de oude garde, die voort wil regeren volgens de principes van gierigheid en geheimhouding.

De kinderen mogen het, als het van de bende van drie afhangt, niet voor het zeggen hebben. Naar de smaak van de ouderen willen ze te veel geld uit de firma halen en hebben ze niet de belangen van het concern voor ogen. Maar de belangrijkste reden is dat hun komst de dictatuur van de ouderen in het Aldi-rijk breekt. Want welke belangrijke strategische zaken het concern ook plant, de drie stichtingen moeten samenwerken. Zonder de controle over Jakobus dreigt het seniorenteam zijn almacht te verliezen.

Memorandum of understanding

Daarom ook brak kort na Bertholds dood in november 2012 een onverzoenlijke strijd los tussen aan de ene zijde de bende van drie en aan de andere Bertholds weduwe en haar vijf volwassen kinderen.

Al in december legde advocaat Huber, die volgens de laatste wilsbeschikking van Berthold executeur-testamentair moest worden, de nabestaanden een door hem opgesteld memorandum of understanding voor met daarin “basisverklaringen over de uitvoering van het testament en het uitbetalingsbeleid van de Jakobus-Stiftung”. Tot grote verbazing van de erfgenamen van Berthold was daarin in een gepeperd honorarium voorzien voor Huber. Volgens hun berekeningen zou het om 10,5 miljoen euro gaan, hoewel in het testament nog sprake was van een “onbezoldigd mandaat”.

Daarnaast zouden de erfgenamen nog gedragsregels moeten onderschrijven. Aldi staat voor het prestatieprincipe, staat er. Dat betekent dat de leden van de Albrecht-familie zich in het openbaar alles moeten ontzeggen wat niet met die prestatiegedachte strookt. Er een dure levensstijl op nahouden, bijvoorbeeld. De familieleden moesten er onder elkaar voor zorgen dat iedereen die criteria in acht zou nemen. Verkeerde ontwikkelingen moesten onmiddellijk onder elkaar uitgepraat worden. In het document stond ook nog de zin dat de executeur-testamentair eventueel “moet optreden tegen te genereus lijkend uitgavengedrag van de erfgenamen en hun moeder en een matigende invloed moet uitoefenen”.

De erfgenamen deden iets wat nooit in de hoofden van de oude Aldi-garde zou zijn opgekomen: ze weigerden in het gareel te lopen. Ze namen een advocaat in de arm en lieten in het memorandum of understanding een paragraaf inlassen die hun het recht gaf in hun privéleven te doen en te laten wat ze willen. Als tegenprestatie verklaarden ze zich bereid advocaat Huber voor een jaarwedde van 750.000 euro nog twee jaar in de directie te gedogen, maar hij zou op zijn zeventigste met pensioen worden gestuurd.

Maar Huber is ervan overtuigd dat zonder hem de ziel van de onderneming verloren gaat. Hij was decennialang de grijze eminentie van de firma, naast oprichter Theo. Hij trok aan de touwtjes en dokterde de constructie van de stichtingen en de ingewikkelde structuur van het concern uit. Zo iemand laat zich niet zomaar met pensioen sturen, zeker niet door een paar vrouwen van midden de twintig die nog nooit een miljardenconcern uit de grond gestampt hebben, maar wel nieuwerwetse zaken als transparantie en duurzaamheid eisen.

Daarbij komt nog dat hun moeder, Babette, persona non grata is. De anderen beschouwen haar als een vijand in eigen huis. Waarom eigenlijk? Omdat Babette en haar man misschien wat meer levenslust toonden dan in de Aldi-wereld toegelaten is? Berthold gaf in zijn laatste jaren miljoenen uit aan zijn oldtimer- en kunstverzamelingen en liet zich daarbij afzetten door de intussen veroordeelde kunsthandelaar Helge Achenbach. Af en toe dook ook een foto van Babette of zelfs Berthold op in de roddelpers, heiligschennis in de wereld van Aldi met zijn paranoia voor de buitenwereld.

Naar de rechtbank

Blijkbaar hadden Cilly, Theo junior en Huber zich al lang op het nakende einde van Berthold voorbereid, maar dat werd zijn vrouw en de kinderen pas enkele weken na zijn dood duidelijk. Huber had samen met de al zeer zieke en misschien niet meer helemaal handelsbekwame Berthold op 23 december 2010 besloten de statuten van de Jakobus-Stiftung te wijzigen. Die moest de invloed van Bertholds familie op het bestuur inperken.

De familie kreeg nog maar twee plaatsen, twee andere waren voor een manager uit de raad van bestuur van Aldi en een jurist uit de kring van “advocaten die de ondernemingsgroep Aldi van advies dienen”. Feitelijk komt het er dus op neer dat die stoel voor Emil Huber of een van zijn collega’s uit het kantoor Schmidt, von der Osten & Huber was. Het directiecomité van Jakobus zou geblokkeerd geweest zijn en zou de andere stichtingen bij concernbeslissingen niet meer kunnen dwarsbomen. De zieke Berthold ondertekende die statutenwijziging en tekende tegelijk ook voor Hartmuth Wiesemann, de algemene verantwoordelijke in de raad van bestuur, die op dat ogenblik na een zware operatie in coma lag.

Toen Bertholds kinderen merkten hoe Huber ervoor gezorgd had dat ze in hun eigen stichting niets meer konden doordrijven, besloten ze hem uit het directiecomité van de stichting te bannen. Tegelijkertijd legden ze een klacht neer tegen de statutenwijziging. In februari 2016 haalden ze op formele gronden hun slag thuis voor de admi-nistratieve rechtbank in Schleswig. De handtekening van Wiesemann had niet vervangen mogen worden. De tegenpartij, in dit geval de raad van toezicht van de stichting en Huber als in het geding geroepen partij, tekende beroep aan.

Maar zelfs als de strijd voor de rechtbank beslecht zou zijn, dan zou dat nog lang niet betekenen dat er een einde komt aan de familietwist. Al meer dan drie jaar gaan boze brieven heen en weer waarin het rauwe wereldbeeld van de oude Aldi-garde tot uiting komt. Zo verweet Cilly haar kleinkinderen in juni 2014 “grote ondank”. “De gedachte dat elk van de vijf kinderen vorig jaar 5 miljoen euro uitbetaald kreeg, laat me niet met rust.” En verder: “Ik moet nu al bijna anderhalf jaar meemaken dat de echtgenote en de kinderen van mijn overleden zoon met de hulp van een advocaat de Jakobus-Stiftung gewoonweg in handen proberen te krijgen.” Babette beweert dan weer dat het Theo junior er alleen maar om gaat “de macht te grijpen in de onderneming en de familie van zijn broer de laan uit te sturen”.

Een opengebroken kluis

Ook over het testament is danig gebakkeleid. Zowat een maand voor zijn dood deed Berthold Albrecht een kuur in Zwitserland. Hij belde advocaat Huber op en gaf hem de opdracht met technici naar de villa van Albrecht in Essen te gaan en er de safe open te breken. Het testament dat daarin lag, moest Huber dan naar Zwitserland brengen.

Waarom? Volgens Cilly, Theo junior en Huber wou hij zijn kinderen in een nieuw testament achterstellen. Onzin, stellen de erfgenamen van Berthold. Babette was bij haar man in Zwitserland en daarom waren ze op de hulp van Huber aangewezen. Berthold zou het testament ten voordele van zijn kinderen willen veranderen hebben, maar is dan voortijdig gestorven. Daardoor zou het oude testament geldig gebleven zijn.

Omstreden is ook welke verhouding Berthold had tot Cilly en Theo junior. Babette heeft het over een intense onenigheid. Al meer dan vijftien jaar zou er geen enkel persoonlijk contact meer geweest zijn tussen Theo en de familie van Berthold.

De verhouding tot zijn broer was zeker niet slecht, bezweert Theo junior. Zo zou hij uit vrije wil voorgesteld hebben zijn broer in zijn plaats tot voorzitter van de raad van bestuur te benoemen. Voorts gaat Theo er prat op dat hij voor zijn zieke broer speciaal “een selectie van zoetigheden uit het Aldi-assortiment samenstelde”, wel een hele zak vol, die hij met Huber naar Zwitserland meegaf. Alleen met zijn schoonzuster Babette kon Theo junior niet opschieten. Door haar waren er spanningen, ook met Berthold.

Ook van zijn nichten en neef laat Theo niets heel. Zijn ouders en zijn beide broers waren het erover eens dat “onze onderneming in onze familie op nummer 1 staat en dat al het andere daaraan ondergeschikt is”. Die visie werd na de dood van de vader en de broer “alleen nog door mijn moeder en mij gevolgd”. De schoonzus en haar kinderen zouden zichzelf de nummer één gewaand hebben.

Theo junior ontkent dat hij de kinderen van zijn broer uit het concern wil houden. Evenmin zou hij verhinderd hebben dat de kinderen van Berthold tot de firma toetreden. Maar dat hij de erfgenamen van Berthold liever kwijt dan rijk is, daar maakt hij geen geheim van. “Als je niet bereid bent jouw persoonlijke motieven ondergeschikt te maken aan de belangen van onze ondernemingen, dan moeten onze wegen scheiden”, schreef hij aan Babette. En nog: “Een leven dat volledig losstaat van Aldi is voor jou en je kinderen enkel mogelijk als je de relatie met Aldi verbreekt door de vennootschapscontracten van de kant van de Jakobus-Stiftung op te zeggen.”

Over de scheidingsvoorwaarden zou al gesproken zijn. Als we de advocaat van de Berthold-erfgenamen mogen geloven, willen ze hoe dan ook niet verkopen.

‘Blijf elkaar trouw’

Theo Albrecht vreesde 25 jaar geleden al dat een familiestrijd ooit zijn firma zou kunnen verscheuren. In april 1991 schreef hij een brief aan zijn beide zonen. “Het belangrijkste en beslissendste zal zijn dat jullie steeds elkaar trouw blijven”, staat er. En verder: “Samen staan jullie sterk… niemand mag proberen te domineren”. Als het over geld gaat, mogen ze niet “kleingeestig zijn”, bezweert de vader, want “kleingeestigheid vernietigt het denken, net als afgunst”. Tot slot gaf Theo zijn zonen nog dit mee: “Het leven is waardevoller of alleen maar waardevol als men goed met elkaar overweg kan.” Het is anders uitgedraaid dan hij gewenst heeft.

Der Spiegel

De kinderen mogen het, als het van de ouderen afhangt, niet voor het zeggen hebben. Zonder de controle over Jakobus dreigt het seniorenteam zijn almacht te verliezen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content