De video van Vinck

De aandeelhouder eist een hoger rendement, de overalls voelen zich de klos. Een arbeider schetst de sfeer bij Union Minière.

Op den hof zo noemen de arbeiders van Union Minière (UM) hun fabrieksvloer in Hoboken heerst verslagenheid. Oorzaak : de fameuze “video van Vinck”. Op een videoband die naar elke werknemer van de non-ferrogroep werd gestuurd, legde gedelegeerd bestuurder Karel Vinck twee maand geleden recht voor z’n raap zijn industrieel plan ’96-’98 uit : een investering van 22 miljard frank in ruil voor 1893 jobs. Een eerdere saneringsronde van vier miljard frank in ’91 had het bedrijf één van de wereldleiders voor de bewerking van koper, lood, zink, kobalt, germanium en andere edele of zware metalen immers niet uit het slop kunnen halen. Bovendien eist de Generale Maatschappij van België hoofdaandeelhouder met 50,2 % nu via haar Franse moeder Suez een rendement van 15 %, of 14 % meer dan vorig jaar. Het doorbraakprogramma van Vinck moet de weerstand van de groep tegen externe faktoren, zoals de dollarkoers en de metaalprijzen, verhogen.

“Maar het plan zaait paniek op de werkvloer,” zegt een anonieme arbeider, dia al 20 jaar zijn hart heeft verpand aan de Zilver, zoals de fabriek in Hoboken wordt genoemd.

ALS EEN BOM.

“Hoewel iedereen het al lang voelde aankomen, sloeg het nieuws van de massale ontslagen meer dan één op drie in als een bom. Op slag verdween de goede sfeer op den hof. Het doorbraakprogramma knaagt aan de van oudsher sterke solidariteit onder de werknemers. Vandaag heerst onzekerheid, onbegrip én ongeloof. Wie op de Metallurgie een job vindt, zit heel z’n leven geboterd luidde een gezegde uit Hoboken. Op de Zilver werken hele generaties… van grootvader tot kleinzoon. De inzet is groot, het loon navenant. Met plezier hebben de arbeiders overuren en weekends geklopt. Dat tikt mooi aan. Wat flexibiliteit betreft, heeft de direktie nooit te klagen gehad.”

“Maar met de wissel van aandeelhouders sloop het gif onderhuids binnen. Vroeger waren het industriëlen aan de top, die regelmatig in het bedrijf investeerden. Tegenwoordig gelden alleen de wetten van de koele bankiers. De laatste jaren hebben ze geen frank meer in de verbetering van de fabriek gestoken. In plaats van oude stukken te vervangen, moeten we de kapotte onderdelen oplappen, telkens weer opnieuw. Dat vreet aan de veiligheid. Alleen op milieuvlak doet men nog iets. De rest wordt verwaarloosd.”

“Hoewel de reakties op het eerste gezicht kalm blijven, vrees ik voor sociale onlusten op termijn. Op dit ogenblik werken de Belgen nog vreedzaam samen met de vreemdelingen (zo’n 25 % van het totale arbeidersbestand) op den hof. Maar het beruchte doorbraakprogramma ondermijnt deze harmonie. Iedereen staat onder druk. Binnen de twee jaren zal de helft moeten verdwijnen. Het is “hij of ik”. Gelukkig funktioneert de vakbond zeer goed. Het plan van Vinck heeft de syndikale geest aangewakkerd. Bovendien dwingt hoofddélégué Jan Anné veel respekt af, zowel bij de arbeiders als bij de direktie. Hij boezemt jong en oud vertrouwen in.”

“Toch blijft de angst voor een tweede Boelwerf groot. Als na deze herstrukturering het beoogde rendement niet wordt gehaald, wat dan ? De arbeiders op de vloer vragen zich af of je met een beperkte ploeg van 600 mensen de nieuwe smeltoven wel kan laten draaien. Door het vele werk kampen we nu met een personeelstekort en draaien we volkontinu. Bovendien reageert de direktie ambigu. Enerzijds dumpen ze jobs, anderzijds werven ze interims aan. Gelukkig heeft de vakbond daar een einde aan gemaakt. Wij moeten weg, maar ze hebben wel geld voor tijdelijke, goedkope arbeidskrachten zonder enige ervaring. Dat haalt de kwaliteit naar beneden. Begrijpe wie begrijpen kan. Evenmin werkt het industrieel plan motiverend. Integendeel, wie konstant het zwaard van Damocles boven zijn hoofd voelt, presteert minder. In deze omstandigheden halen de lessen totale kwaliteitszorg ook weinig uit. Vroeger waren wij altijd nauw betrokken bij het wel en wee van de onderneming. Zo zaten de ideeënbussen altijd goed vol met konkrete voorstellen van de arbeiders. Die kregen daar dan wel een beloning voor, maar ook de bedrijfsleiding vaarde er wel bij.”

“Er heerst grote onzekerheid onder de arbeiders. Het geloof is weg. Op de werkvloer wordt alleen nog over het plan van Vinck gepraat. Zelfs het voetbal komt niet meer aan de bak. De overalls voelen zich de klos. Zij moeten opnieuw inleveren, terwijl de aandeelhouders hun bijdrage de investering van 22 miljard frank financieren met de opbrengst uit de verkoop van mijnen.”

ERP

UNION MINIERE Op den hof is de vrees voor een tweede Boelwerf groot.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content