DE VETES VAN WELEER

Maatstaf voor de geschiedenis

De politieke tegenstelling tussen de vorige en de huidige VLD-voorzitter Guy Verhofstadt en Herman De Croo overtreft volgens een commentator veruit de vroegere politieke vete tussen Leo Tindemans en Wilfried Martens (beiden gelijktijdig en successievelijk CVP-voorzitter en eerste minister), die nochtans als monumentale vete iedereen voor ogen blijft staan. In ieder geval wordt hier een maatstaf aangereikt voor de behandeling van de hedendaagse Vlaams-Belgische geschiedenis. (De twee hoedanigheidswoorden komen, gescheiden door een streepje, gemakkelijker dan vroeger uit mijn pen).

Andere vetes schieten mij onmiddellijk te binnen, zoals deze tussen Gaston Eyskens en Theo Lefèvre (ook allebei partijvoorzitter en eerste minister). Op een ietwat lager echelon is er de vete tussen Albert De Smaele en zijn schoonbroer André Vlerick, waardoor in de jaren zeventig de “reddingsoperatie” van De Standaard door André Leysen zo niet noodzakelijk dan toch mogelijk werd gemaakt.

GESPLETENHEID.

Toch ben ik geneigd de “eerste prijs” toe te kennen aan de langdurige tweestrijd tijdens het interbellum tussen Gustaaf Sap (de in 1940 overleden minister en eigenaar van De Standaard) en Frans Van Cauwelaert. Deze laatste zou men kunnen bedenken met de titel “leider van de Vlaamse ontvoogding” tenminste vóór de term “leider” in diskrediet raakte, en zolang het begrip “Vlaamse ontvoogding” nog iets betekent.

Het conflict tussen Sap en Van Cauwelaert heeft negatief ingewerkt op de Vlaamse gang van zaken. Het bracht onder meer de macht aan het wankelen van de Belgische Boerenbond, die toen niet alleen politiek maar ook economisch het voornaamste Vlaamse gevestigde bastion was. De derde betrokken partij bij het conflict, het Vlaams-nationalisme, had er zijn voordeel mee kunnen doen maar dat werd toen zelf geteisterd door vele, zij het dan ook kleinere, vetes.

Het was allemaal nogal publiek en bekend : bij de Leuvense studenten (zoals ik) in de jaren dertig en zelfs daarna in Antwerpen, waar de twee voormannen hun eigen Vlaamse tennisclub hadden met een beminnelijke bloemennaam en dito tennisspeelsters. Van die clubs bezocht ik alleen de dansavonden, want inzake sport had ik mijn hart verpand aan het roeien ; politiek bewoog ik mij buiten de katholieke partij en haar gespletenheid, in en rond het Verdinaso dat weldra ook gespleten werd door het conflict tussen de leider Joris van Severen en de nummer twee Wies Moens.

MACHTSPOSITIES.

Sportcompetitie vermoeit, maar politieke contestatie verbruikt. Men kan hieraan geen einde maken door het vast te stellen, en nog minder door het te lijf te gaan met morele beschouwingen. De zonderlinge en langdurige mislukking van de Vlaamse emancipatie, en dus ook van de Vlaamse natievorming naar het einde van de eeuw toe, kan niet simpelweg toegeschreven worden aan de tekortkomingen van de voormannen en hun gebrek aan eendracht.

Tot de zuiver feitelijke omstandigheden ter verklaring reken ik ook het vroegtijdig overlijden, nog in de volle kracht van hun leven, van enkele belangrijke figuren met een beloftevolle toekomst : dokter Alfons van de Perre (in 1925), Gustaaf Sap (in 1940), Joris van Severen (in 1940 vermoord in Abbeville), Hendrik de Man (in 1953 verongelukt in Zwitserland).

Zijn er nu minder vetes dan vroeger, of andere ? Men zou veeleer het tegendeel verwachten : alles is meer “verpolitiekt” en meer “verpubliekt” dan vroeger. Hoe meer de economie geprivatiseerd wordt, hoe meer ook zij verpolitiekt raakt, dit wil zeggen een terrein wordt waarop men machtsposities inneemt en uitbouwt. Dat heb ikzelf reeds in de jaren zeventig kunnen ondervinden aan de zijde van Léon Lambert, tegen Albert Frère.

TEGENSTELLINGEN.

Na deze omweg langs het verleden, terug naar het heden. Ik mis de vetes van weleer. Er is nijd genoeg, maar niet iedere nijd wordt vete. Er zijn tegenstellingen genoeg, maar niet iedere tegenstelling mondt uit in een politiek machtsconflict.

Veel gewriemel, veel infighting allerhande wordt ook in dit media-tijdperk niet waargenomen en blijft bijgevolg onbeoordeeld. Juister : de beoordeling wordt overgedragen aan de magistratuur, die het ook niet meer aankan, of aan de opiniemakers. Het terrein van deze laatsten expandeert voortdurend ; niet alleen door de mediacratie, maar ook omdat iedere opinie weer andere opinies meebrengt over de opinie zelf.

De reële twistpunten, de issues, worden soms verpersoonlijkt maar vormen daarom nog geen tegenstelling. Hier en nu zoekt men tevergeefs naar vetes die gelijkwaardig zijn aan de tegenstellingen van vroeger en elders.

LODE CLAES

Lode Claes is voorzitter van de redactie-adviesraad.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content