De verloren zoon

Voor zo’n 10.000 families in de Amerikaanse staat Indiana ben ik een door en door slecht mens. Ik maak niet alleen foto’s, ik verdien er zelfs geld mee. In de bijbel sprak God: “Gij zult geen beeltenis van mij maken”. En dat is voor de Amish een voldoende reden om de fotografie te bannen. Dus maakte ik in Amerika foto’s van paarden… Vlaamse paarden nog wel.

Toen België onafhankelijk werd, waren er in onze contreien drie verschillende rassen: het Ardense paard, de Brabander en het Vlaamse trekpaard. De voorafspiegeling van het huidige België, als het ware… Maar de nieuwe Belgen zagen hun heil in één officieel ras en gingen over tot het kruisen van de drie bestaande rassen. Dat nieuwe paard werd – u raadt het al – Belgisch trekpaard genoemd. L’Union fait la Force.

Er werd een stamboek opgericht voor Belgische trekpaarden. Het nieuwe ras was echter kleiner en logger, met veel meer vlees op het achterwerk dan bijvoorbeeld het Vlaamse paard. Om de verwarring nog groter te maken: vandaag wordt het Belgisch paard vaak Brabants trekpaard genoemd. U kent ze wel: de schattige Brabantse boerenknollen die de brouwerij Palm gebruikt in haar reclamecampagnes.

Het Vlaamse paard

verdween dus in België, maar vond een nieuwe toekomst in de Nieuwe Wereld. Meer bepaald bij de Amish, die koppig vasthouden aan tradities en zich over verscheidene staten van de VS hebben verspreid. In de 17de eeuw hebben deze Amish zich afgescheiden van de Mennonieten, en zijn ze vanuit Zwitserland, via Duitsland en Nederland, naar Amerika vertrokken. De vreemde taal die ze vandaag nog hanteren is een mengeling van Zwitserse, Duitse en Hollandse dialecten.

Deze gesloten gemeenschap leeft strikt volgens het geschreven woord van de bijbel en zweert zo goed als elke technische innovatie af. Gelukkig voor het Vlaamse paard zijn de Amish halsstarrig blijven vasthouden aan het woord van de bijbel. Ze waren arm en kregen de slechtste landbouwgronden. Om de harde bodem met de zware ploegen te kunnen doorklieven, hadden ze veel paardenkracht nodig. Toen in België geen plaats meer was voor Vlaamse paarden, werden ze massaal (tot 25.000 stuks per jaar) door de Amish opgekocht en naar Amerika gebracht.

Terwijl de Amerikaanse boeren na de tweede wereldoorlog hun paarden vervingen door tractoren, ploegde de Amish-boer verder met the horses coming from the low lands on the North Sea. Dat ze in Amerika the Belgians genoemd worden, heeft alleen te maken met de (verkeerde) nomenclatuur die op de douanepapieren werden gehanteerd. The Belgians zijn wel degelijk Vlaamse en geen Belgische trekpaarden. Het Vlaamse paard – mooi stukje Vlaams patrimonium – heeft dus dankzij de Amish in Amerika kunnen overleven. Bovendien gaat het om een zuiver ras en is er van inteelt of rasverzwakking geen sprake geweest.

De Amish

vormen een gesloten gemeenschap, waarbinnen alles, tot en met het huwelijk, geregeld wordt. Wanneer de man trouwt, laat hij zijn baard groeien. Aan de lengte van de baard kan men dus inschatten hoe lang het huwelijk al standhoudt. De vrouwen lopen erbij als Zeeuwse meisjes, vroom en verlegen. Het strenge geloof van de Amish wordt tot de uiterste consequenties doorgetrokken. Al kan men met enige vindingrijkheid toch oplossingen bedenken.

Telefoon is uit den boze omdat het contact met de buitenwereld aan strenge restricties onderworpen is. Maar sommigen gebruiken wel een gsm in de auto. Zo hebben ze dus geen telefoon in huis en de voice mail zorgt ervoor dat ze ook nooit echt communiceren. Ook elektriciteitsdraden zijn taboe. Maar met zonnecellen op het dak kan men net zo goed stroom maken. Het bezit van een auto is verboden, maar de vierwielers waarmee ze rijden, staan op naam van de chauffeur die ze in dienst hebben genomen.

Ze leven hoofdzakelijk van landbouw. Het verbod om moderne machines aan te wenden, zou een belemmering kunnen zijn. Toch ziet men hier en daar tractors rondrijden. Met rubberen banden zonder lucht die rond de metalen wielen worden gelegd. Opgeblazen banden verhogen immers het comfort en dat kan niet. De tractoren worden bestuurd door jongere Amish die nog niet gedoopt zijn en dus nog niet aan de strengste regels onderworpen zijn. De Amish kunnen zelf beslissen wanneer ze zich laten dopen. Vanaf het doopsel worden de taboes versterkt. Toch laten de meesten zich vroeg of laat dopen, uit angst om uit de gemeenschap gestoten te worden. De weigering om voorbehoedsmiddelen te gebruiken, zorgt er mede voor dat de Amish steeds in aantal toenemen.

Ieder jaar

in de maand november wordt in Topeka, staat Indiana, een enorme paardenveiling georganiseerd. Style was er vorig jaar bij en volgde de veiling. Vrijdag is traditioneel the Belgian Day. Niet minder dan 1400 Vlaamse paarden veranderden die dag van eigenaar. De Amish, in hun traditionele blauwe kledij, zijn er zich nauwelijks van bewust dat er in België, behalve paarden, ook mensen wonen. “You’re from Belgium? I can’t believe it. You’re a Belgian”. Op trucks en opleggers, stoelen, tenten en huizen, overal zijn stickers of posters van The Belgians aangebracht. Het predicaat “from Belgium” heeft hier nog geen negatieve bijklank gekregen.

En het is drummen om een paard te kunnen kopen. De veilingmeester goochelt in nauwelijks te verstane woorden met cijfers en getallen. Elke drie minuten worden er gemiddeld vijf paarden verkocht. Duizenden dollars gaan kwistig van hand tot hand en dat zal zo doorgaan tot vier uur in de morgen. De Vlaamse paarden vormen nota bene het grootste stamboek van heel Amerika. Ieder jaar komen er nog 4 tot 5000 Belgians bij. De meeste paarden veranderen van eigenaar voor 2 tot 4000 dollar.

Achter de stallen wordt een pullingcontest georganiseerd. Een tweespan Belgians moet een slede met vijf ton stenen voorttrekken. De paarden worden vaak gebruikt als boomslepers in het bos. Vandaar dus. Andere viervoeters trekken zware ploegen of dorsmachines bij de maïsoogst. Paarden houden de bodem luchtig en vruchtbaar met hun hoeven. Zware tractors drukken de grond samen en verstikken de bodem. De Amish weten uit het gebruik van (Vlaamse) paarden het maximaal rendement te halen. En dat is ook in ons land niet onopgemerkt gebleven. Na vele decennia verbanning is de verloren zoon naar de stal teruggekeerd.

In 1993

kwam Roger Talpe, via een in Canada wonende Belg, het authentieke Vlaamse paardenras op het spoor. Talpe is smid van beroep en heeft logischerwijze een passie voor paarden. Hij kocht meteen een Vlaams paard en introduceerde het ras, na 110 jaar ballingsschap, weer in ons land. Een krantenbericht over deze Northfolk Duke, de Vlaamse hengst uit Canada, wekt de interesse van Marc Renders. De Lierenaar kweekt allerlei bijzondere en zeldzame planten die veelal hun weg vinden naar gerenommeerde restaurants. Behalve kruiden, levert hij ook eetbare bloemen en die combinatie maakt zijn kwekerij uniek in België. Er werken een tiental mensen in zijn bedrijf.

Het paard dat hij bij Talpe te zien kreeg, bracht Renders meteen in vervoering. Hij reisde spoedig af naar Canada en nadien naar Topeka, zo’n 250 kilometer van Chicago, waar ieder jaar de grootste paardenverkoop van Amerika plaatsheeft. Talpe en Renders kwamen die keer met vier merries terug naar huis. De renaissance van het Vlaamse paard was ingeluid. Maar de strijd om datzelfde Vlaamse paard ook als dusdanig te erkennen, ging nu pas echt van start.

Het ministerie van Landbouw weigerde immers het Vlaamse paard als ras te erkennen. In Amerika staat het Vlaamse paard immers bekend als The Belgian en alleen onder die naam wou men het in ons land registreren. Elk uit Amerika geïmporteerd paard beschikt echter over een stamboom van meer dan honderd jaar, waarop uitsluitend Vlaamse paarden genoteerd staan. In de officiële stamboeken van de Belgian Draft Horse Corporation of America werden immers alle Vlaamse paarden die vanaf 1887 Amerika binnenkwamen geregistreerd. Hier spreekt men trouwens voor het eerst van Horses coming from the Low Lands on the North Sea. Bovendien vermeldt een artikel in het Belgisch Staatsblad van 1906 dat alleen die paarden, die behoren tot – wij citeren – “het zuiver Vlaamsch, Brabantsch of Ardeensch ras, of voorkomen van de kruising dezer rassen onder elkander”, kunnen genieten van de speciale uitvoertaksen. Hieruit kan men dus opmaken dat het Belgisch trekpaard geen zuiver ras is, het Vlaamse daarentegen wel.

Ondertussen zijn er 63 Vlaamse paarden in België en ijvert men nog steeds voor de erkenning van het moederstamboek, dat recht geeft op financiële steun en betere invoerrechten.

TEKST EN FOTO’S: ERIK TANGHE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content