De uitdager van Bill Gates

Met hun Internet-bladeraar Netscape werden enkele jonge computerbollebozen plots puissant rijk. Een (toegankelijk gehouden) boek reconstrueert de hippe pioniersjaren. Zweet, talent en slapeloze nachten. En de botsing met Bill Gates.

Maandenlang zwoegden enkele whizzkids onder leiding van wonderkind Marc Andreessen om een vlot werkende browser (een programma om door het Internet te bladeren) te ontwikkelen. “Al die maanden hadden ze alleen af en toe op een futon in een achterkamer een tukje gedaan en waren ze alleen naar huis gegaan als iemand zei dat ze hoognodig moesten douchen. Ze hadden het werk aan hun programma gaaf, lollig en nuttig gevonden,” getuigt het schrijvers(echt)paar Joshua Quittner en Michelle Slatalla in Het virtuele gevecht van de 20ste eeuw, de opvallend snel tot stand gekomen vertaling van Speeding the Net.

VOOR DE RECHTER.

De ondertitels maken duidelijk dat een vertaling niet op zich mocht laten wachten: The Inside Story of Netscape and How it Challenged Microsoft. In de Nederlandse versie werd dit gekortwiekt tot Netscape versus Microsoft. Nu de eerste handelsoorlog in cyberspace op een volgende veldslag afstevent, mocht deze pittige reconstructie van de voorgeschiedenis geen maand meer op zich laten wachten. Op 8 september start immers de rechtszaak tegen Microsoft, al lijkt een uitstel almaar waarschijnlijker. De zaak komt er na een klacht van het Amerikaanse ministerie van Justitie en twintig staten. Ze verdenken er Bill Gates en Co van de beruchte Sherman-antitrustwet overtreden te hebben.

De kiem van de beschuldiging ligt bij de computerbollebozen rond Andreessen, die hun Internet-bladeraar commercialiseerden onder hun bedrijfsnaam Netscape. Bill Gates, die aanvankelijk niet veel heil zag in het Internet, moest alle zeilen bijzetten toen Andreessens kompanen met hun nieuwe bladerprogramma het Net openden voor een veel groter publiek en tal van voorheen ongekende mogelijkheden.

Prompt pakte Gates uit met de Internet Explorer en plaatste die op zijn besturingssysteem Windows 95. Omdat bijna iedere pc-gebruiker het besturingssysteem gebruikt en er meteen al een browser bij vindt, resten er slechts weinigen die nog de moeite zullen doen om zich ook nog een ander bladerprogramma aan te schaffen. Microsoft verbood de pc-fabrikanten zelfs om een andere browser te installeren.

“Ongeoorloofde koppelverkoop,” zo luidde het vonnis. Nu Windows 98 op de markt is, laait de oude vete opnieuw op. Gehaaide advocaten hebben immers de uitspraak bekomen dat het verbod alleen geldt voor Windows 95. Voor de nieuwe versie blijft het afwachten tot de rechter een vonnis velt. Deze keer lijkt er een complexe en lange rechtszaak aan te komen.

NAAR DE BEURS.

Het boek van het New Yorkse paar Quittner en Slatalla volgt de gebeurtenissen op de voet tot voorjaar ’98. Niet het proces staat centraal, maar de fascinerende groei van Netscape en de al even beklijvende strijd om niet verpletterd te worden door Microsoft. Als hoogst professionele onderzoeksjournalisten met een goede neus voor spanning, dramatisering en portrettering, schrijft het duo de kroniek van Netscape. Mooi meegenomen voor leken, is dat ze op de eerste plaats een boeiend verhaal vertellen en dus ook de niet-specialisten moeiteloos meenemen bij hun reconstructie.

Misschien blijven doorgewinterde Internet- watchers wat ontgoocheld achter na de lectuur, omdat het echtpaar geen spectaculaire onthullingen brengt. Het boek moet het hebben van de blik in de keuken, het schetsen van de sfeer en het schilderen van de vaak zonderlinge, hoogst talentvolle medewerkers.

Begonnen als een zootje ongeregeld dat al op de universiteit een eerste versie van een browser ontwikkeld had, werden de whizzkids opgevangen door het managementvernuft van onder meer Jim Barksdale. Het bracht de pioniers, zowel de ontwikkelaars, managers als financiers, geen windeieren op. Op 9 augustus 1995 trok Netscape naar de beurs en zagen de jonge programmeurs zich met de minuut rijk tot puissant rijk worden. Alhoewel het bedrijf nog geen winst gemaakt had, verdrongen de makelaars zich voor de aandelen. Directeur Barksdale had de koers angstig en voorzichtig vastgesteld op 28 dollar, maar de grote vraag stuwde de openingskoers meteen naar 71 dollar.

Voor de meeste programmeurs was het zelfs al een nieuw idee om Internet-software te verkopen. De meesten kwamen uit de universiteit van Illinois, waar ook Andreessen en zijn vriend Eric Bina het oorspronkelijke browserprogramma in een paar weken geschreven hadden. Het was eigendom van de universiteit en werd gratis verspreid via Internet. De commerciële start begon pas toen Andreessen en zijn kompanen het Netscape-avontuur aangingen. Nu alleen nog afwachten of deze David het ook kan halen op Goliath Microsoft, al is de vergelijking misschien overtrokken. Een doetje is Netscape niet meer.

Joshua Quittner & Michelle Slatalla, Het virtuele gevecht van de 20ste eeuw – Netscape versus Microsoft. Kosmos/Z&K, 318 blz., 900 fr.

LUC DE DECKER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content