De twee achter Twoo

Met de datingsite Twoo hebben Lorenz Bogaert en Toon Coppens weer een internethit te pakken. Niks te vroeg, want hun vorige succes Netlog lijdt zwaar onder het geweld van Facebook en Twitter. “We voelen weer het vuur van de beginjaren. Deze keer kunnen we marktleider worden.”

Ah, je gaat mijn boek helpen te schrijven”, lacht Lorenz Bogaert (35) als hij hoort dat het interview niet alleen over de datingsite Twoo gaat, maar ook over wat hij en zijn compagnon de route, Toon Coppens (30), de voorbije dertien jaar hebben meegemaakt. Bogaert en Coppens zijn pioniers op het internet. In 1999 had Coppens, pas aan zijn studies informatica aan Universiteit Gent begonnen, een site opgezet waar chatters profielen konden aanmaken. Gaandeweg begonnen die gebruikers meer te communiceren op de profielsite dan in de externe chatkanalen. De sociaalnetwerksite werd een medium op zich, de basis voor wat later Netlog werd. Om dat verder te ontwikkelen, richtten Bogaert en Coppens in 2003, in de nadagen van de dotcomcrisis, een bedrijf op. Dat heet nu Massive Media en heeft een zetel in Londen, waar Bogaert en Coppens drie dagen in de week verblijven.

“Die omgeving is veel meer inspirerend, al zullen sommige mensen zich wellicht storen aan die uitspraak. De contacten die we in Vlaanderen hebben, monden al te vaak uit in eenrichtingsverkeer. Mensen willen advies van ons, maar wij hebben zelf de nood om eens aan anderen een vraag te kunnen stellen. En in Londen komen we in contact met personen die al veel meer dan wij hebben meegemaakt. Bovendien zijn de Europese hoofdkwartieren van grote Amerikaanse en Aziatische spelers er gevestigd.”

LORENZ BOGAERT. “Ik ben niet getrouwd met België. Het is een superregio, we hebben heel goede ingenieurs die hard werken. Maar persoonlijk hebben we het hier wel een beetje gezien. Het is best mogelijk dat ik met mijn familie ooit in Londen of elders in het buitenland zal wonen. Maar dat is nu niet aan de orde. We hebben in België een team waar we heel graag mee samenwerken. Bovendien is het ook niet echt een grote barrière, onze gezinnen blijven meestal hier. Vanuit Rijsel sta je in 80 minuten in Londen. Maar als je uit die trein stapt, kom je wel in een compleet andere wereld.”

Hoe is de taakverdeling onder jullie beiden?

BOGAERT. “Ik ben de algemeen directeur. Toon is de chief technical officer en is verantwoordelijk voor de softwareontwikkeling. In de praktijk werken we bijna altijd samen. Op mijn elfde was ik al bezig met computers, maar ik ben nooit een echte programmeur geweest. Ik ben meer een geïnteresseerde leek, Toon is de goeroe.”

COPPENS. “Ik duik graag in de code, maar dat gebeurt nu vooral ‘s nachts, als mijn dochtertje en vrouw slapen. Iedere dag zetten we een nieuwe versie van de site live. Meestal zijn dat kleine veranderingen, soms zitten daar functionaliteiten bij waar weken voorbereiding aan is voorafgegaan.”

In het prospectus van Facebook zit een essay van stichter Mark Zuckerberg waarin hij de hackerscultuur bewierookt. Die omgeving van rebelse programmeurs, die zich niet de les laten spellen door commerciële of marketingafdelingen, ziet hij als de sterkste troef van zijn bedrijf.

COPPENS. “Mocht ik een Amerikaan zijn die een miljardenbeursgang voorbereidt, zou ik mezelf toch geen hacker meer noemen. Technologische evoluties gaan enorm snel. Maar je moet selectief zijn, iedere dag komt er wel iets nieuws uit. Als je dat telkens wil uitproberen, dreig je heel veel tijd te verliezen.”

De Netlog-site is bescheiden opgestart vanuit een studentenkamer. Wanneer had u door dat het een succes zou worden?

BOGAERT.“Het heeft een tijdje geduurd vooraleer we er voluit voor konden gaan. Ik zat in een bijkomend jaar rechten, en was al consultant in de internetmarketing. Toon zat toen net in zijn eerste jaar informatica. De opbouw verliep de eerste jaren daardoor rustig.”

COPPENS. “Ik had Lorenz leren kennen via zijn jongere broer. We waren gestart met ergens een servertje te huren in de VS. Iedereen zag het internet opkomen, maar niemand wist eigenlijk hoe mensen het zouden gebruiken. Als je dan ziet dat vrienden en hun vrienden jouw platform gebruiken om te communiceren, dan weet je dat je met iets belangrijks bezig bent. Opeens zie je dan trafiek vanuit het buitenland en zie je de community uitgroeien van een honderdtal tot duizenden gebruikers. In het begin was het helemaal niet duidelijk dat Netlog een succes zou worden.”

BOGAERT. “In de eerste plaats wil je innoveren en mensen helpen. Als je ziet dat het aantrekt, dan wil je dat ook blijven doen. Als student had Toon geen middelen. Dus zei ik dat hij de facturen maar naar mij moest sturen. Uiteindelijk hebben we in 2003 een onderneming opgericht omdat de inkomsten en uitgaven significant begonnen te worden. Toen we onze handtekening onder een akte zetten, gingen we echt uit de startblokken. Het was moeilijk kapitaal te vinden, en we wilden geen put maken. Dus moesten we snel een businessmodel vinden. Van in het begin moesten we elke euro die we uitgaven, eerst verdienen.”

Bij successen zoals Facebook en Google is het anders verlopen. Dankzij een bijna blanco cheque van hun investeerders moesten zij zich de eerste jaren geen zorgen maken over hun rendabiliteit.

BOGAERT. “Silicon Valley investeert eerst in het product, dan pas wordt gedacht aan het businessmodel. Wij waren onervaren en Belgisch en daardoor ook veel voorzichtiger. Bovendien had je toen wij opstartten in de nasleep van de dotcomcrisis bijna geen durfkapitaal in België. Dat is nu wel verbeterd.”

COPPENS. “We hebben het op onze eigen manier goed gedaan. Lorenz en ik klusten toen nog bij om onze rekeningen te betalen. Dat zie ik de wizzkids in Silicon Valley niet doen. Dat is wat Netlog parten heeft gespeeld. Opeens stonden daar spelers die meer mogelijkheden hadden en bovendien in een veel grotere markt actief konden zijn.”

BOGAERT. “De weg die wij hebben gevolgd, was wel bijzonder leerrijk. Maar op een bepaald moment zie je dat al je concurrenten meer kapitaal hebben, en daarom hebben we in 2007 met Atomico en Index Ventures investeerders aangetrokken. Een verhuizing naar Silicon Valley is nooit een serieuze optie geweest. En eigenlijk was dat ook niet nodig, we groeiden sterk. Bovendien zaten we in Gent in 2006 al met een team van een vijftiental mensen. Daar wilden we loyaal aan zijn.”

Netlog is lange tijd marktleider geweest in Europa, maar moest uiteindelijk de duimen leggen voor Facebook.

BOGAERT. “Tot 2009 was er een forse groei. Daarna is er inderdaad een stagnatie en uiteindelijk een forse daling geweest. Het werd duidelijk dat we het niet zouden halen van concurrenten zoals Facebook of Twitter. We hadden heel wat ideeën om onszelf opnieuw uit te vinden. Veel van die zaken hebben we met spijt in het hart moeten stopzetten. In 2010 hadden we eerst op internetspelletjes ingezet, maar uiteindelijk zijn we voor Twoo gegaan. Bij andere projecten dachten we altijd dat we groot konden worden, maar deze keer hebben we het gevoel dat we marktleider kunnen worden.”

COPPENS. “Het vuur van de eerste jaren is terug. Er zijn ook gelijkenissen met de opstartfase in ons eerste kantoortje in Gent. Toen hadden we veel projecten, met telkens een jobstudent erop. Voltijds personeel konden we niet betalen. Eigenlijk waren die zaken allemaal veel te groot en was het zeer naïef te denken dat we dat allemaal in twee maanden zouden kunnen uitwerken. We zagen snel in dat we ons op één ding moesten concentreren, en dat is uiteindelijk Netlog geworden.”

Twoo heeft een ander businessmodel. Het is gratis, maar gebruikers kunnen betalen voor extra functionaliteiten. Netlog draaide op advertenties.

BOGAERT. “Dat is een opluchting voor ons. Voor de advertentiewerving werkte Netlog samen met partners. Toch hadden we een team van dertig commerciële mensen. Dat was een gigantische afleiding voor ons. Zij stonden constant bij ons om campagnes goed te laten keuren. Terwijl Toon en ik in de eerste plaats wilden dat ons product er mooi uitzag. En daardoor botste het vaak met adverteerders die bepaalde eisen hadden. Uiteraard hebben we daar heel wat inkomsten door gegenereerd, maar ik zou niet meer zo’n groot commercieel team uitbouwen. Dat is een van de weinige dingen waar ik echt spijt van heb. Bij Twoo hadden we direct afgesproken dat er geen advertenties op zouden verschijnen. De waarde van een product ligt sowieso hoger als mensen er voor betalen.”

U bent allebei getrouwd, maar u heeft ook een profiel op Twoo.

BOGAERT. “We hebben allebei ook al kinderen. Twoo mag je eigenlijk niet zien als een datingsite. Wij omschrijven het meer als social discovery, een plaats waar je interessante mensen leert kennen. En als je single bent, is de kans groot dat je er een lief vindt.”

COPPENS. “Onze vrouwen hebben er ook een account en zij zijn veel populairder dan wij. Hun smartphones gaan constant af met notificaties. En daar zitten heel wat knappe gasten tussen, gelukkig zijn we al getrouwd.” ( lacht)

Kan de rest van uw familie eigenlijk nog volgen waar u mee bezig bent?

COPPENS. “Ze weten vaak eerder dan wij dat er iets over ons in de media is. Vaak snappen ze dan ook echt waar we mee bezig zijn. Journalisten kunnen dat blijkbaar beter uitleggen dan wijzelf.”

Mensen die ‘iets met computers doen’ worden vaak gebruikt als helpdesk.

COPPENS. “Ik heb al veel printers moeten installeren. Maar omdat ze in de krant lazen waar ik allemaal mee bezig ben, weten ze dat ik het erg druk heb en durven ze dat niet meer zo goed.”

BOGAERT. “Mijn vader trekt zich daar niets van aan. Die belt nog altijd als hij computerproblemen heeft, en niet altijd op de meest gepaste momenten.”

Over Facebook is een film gemaakt, The Social Network. Is er over het ontstaan van Netlog ook een film mogelijk?

BOGAERT. “Ik ben ooit eens beginnen kijken naar The Social Network, maar na vijf minuten ben ik gestopt. Dat was gewoon veel te herkenbaar. Ik hoop eerlijk gezegd dat er nooit een film over ons wordt gemaakt. Een boek schrijven over mijn ervaringen wil ik ooit wel doen.”

Stel dat er toch een film komt, wie spelen dan de hoofdrollen?

BOGAERT. “Dat weet ik echt niet, jong. Ik ken weinig acteurs.”

COPPENS. “Ik ook niet. Maar aangezien ik vrij groot ben, denk ik dat in Vlaanderen enkel die lange Antwerpenaar, Peter Van den Begin, mij zou kunnen spelen.”

BOGAERT. “Doe mij dan maar Stany Crets.” ( lacht)

STIJN FOCKEDEY, FOTOGRAFIE ISABEL POUSSET

“In het begin was het helemaal niet duidelijk dat Netlog een succes zou worden” Toon Coppens

“Silicon Valley investeert eerst in het product, dan pas wordt gedacht aan het businessmodel. Wij waren onervaren en Belgisch en daardoor ook veel voorzichtiger” Lorenz Bogaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content