De techniek van de verschroeide aarde

Wie een gebouw wil neerzetten op verontreinigde bodem, heeft twee opties. Het goedje ergens storten óf het door Deep Green laten reinigen door verbranding. De laatste methode slaat zo goed aan dat het Ukkelse bedrijf de vraag niet kan bijhouden. Vooral bij de Amerikanen is Jan Haemers een graag geziene groene jongen.Newburgh (VS).

Newburgh (VS).

Brusselaars maken Chinatown in Washington, D.C. schoon. Sinds begin deze maand saneert TPS Technologies de vervuilde bodem van de beruchte wijk in de Amerikaanse hoofdstad. Er wordt hier een nieuw commercieel centrum gebouwd: Gallery Place. Totale kostprijs: 220 miljoen dollar. Maar zonder het bodemattest van het Belgische milieubedrijf had de projectontwikkelaar nooit de nodige vergunningen gekregen.

Deze opdracht van 2 miljoen euro verguldt de pil die TPS-moeder Deep Green, een bodemsaneringsbedrijf uit Ukkel, te slikken kreeg in New York. Lange tijd zag het ernaar uit dat de Brusselaars de gronden van Ground Zero zouden mogen schoonmaken. Maar uiteindelijk besloot het stadsbestuur van de Big Apple wegens geldgebrek alle rotzooi op een nabijgelegen stortplaats op Staten Island te dumpen. Jammer genoeg voor onze landgenoten bestaat er nog geen stortverbod in de Verenigde Staten.

Toch klaagt gedelegeerd bestuurder Jan Haemers (34) niet. In drie jaar tijd groeide Deep Green uit tot wereldleider in de thermische verwerking (lees: verbranding) van verontreinigde sites. Vandaag realiseert zijn bodemsaneringsbedrijf met 85 medewerkers een geconsolideerde omzet van 20,6 miljoen euro. De nettowinst en cashflow bedragen respectievelijk 1,6 en 3 miljoen euro. Tevens legt hij de laatste hand aan zijn nieuwe businessplan om zijn zes Amerikaanse fabrieken te moderniseren en een vaste installatie in Rouen (Frankrijk) te bouwen. De totale investering bedraagt 15 miljoen euro, gespreid over 24 maanden. Hiervoor wil Haemers deze zomer nog zijn maatschappelijk kapitaal van 4,3 naar 19 miljoen euro verhogen.

Afscheid van de Fransen

Tijdens zijn studies burgerlijk ingenieur in de mijnbouw aan de ULB vertrok Haemers in 1989 voor vier maanden naar Australië. Midden in de woestijn, op 2000 meter diepte, leerde hij de eerste knepen van het vak in Broken Hill, de bekende zink- en loodmijn van de Australische grondstoffenproducent Pasminco tussen Sydney en Adelaide.

Eenmaal terug in Europa specialiseerde de briljante student zich in de geologie aan de universiteit van Nancy (Frankrijk). In juli 1992 startte Haemers zijn carrière als bodemonderzoeker bij de Antwerpse afdeling van het Zwitserse controleorgaan SGS. Eind 1993 stapte hij over naar Watco. Daar stampte hij voor de afvalpoot van de nutsgroep Tractebel een bodemsaneringsdivisie uit de grond. Vijf jaar later stond hij aan het hoofd van Watco Remediation Services, met 150 medewerkers en een totale omzet van 40 miljoen euro (inclusief Ecotechniek uit Nederland). Op zijn actief prijken de sanering van Tessenderlo Chemie in Grimbergen, de stortplaatsen aan de Dijle in Leuven en buitenlandse projecten, zoals een stortplaats in Ostrawa (Tsjechië) en een militair kamp van de Russen in Berlijn.

In die periode leerde Haemers George Catalano (43) kennen. In 1996 maakte de topman van Thermo Electron, een Amerikaanse concurrent gespecialiseerd in de thermische verwerking van vervuilde gronden, een prospectiereis naar Europa op zoek naar eventuele overnames en/of projecten op het oude continent. Maar Watco wilde niet verkopen en Thermo Electron trok uiteindelijk haar expansieplannen in om zich toe te leggen op haar kernactiviteit. Na de fusie tussen Suez en Lyonnaise des Eaux kwam de eigenzinnige Haemers echter in botsing met Yves Debruyne, de gedelegeerd bestuurder van Suez-kleindochter Watco. Die wilde zich louter tot de Benelux en Duitsland beperken. Maar Haemers droomde van een internationaal bodemsaneringsbedrijf. Begin 1999 stuurde Debruyne hem op bezinning naar de prestigieuze cursus van Insead in Fontainebleau (Frankrijk). Een rijke ervaring, maar niet overtuigend genoeg om de jonge ondernemer van gedachten te doen veranderen. Hij betaalde de dure cursus terug en stapte in de pralinefabriek van zijn ouders, Corné.

Tegelijkertijd richtte Haemers samen met Jehan Delacroix, ex-verantwoordelijke van mobiele bodemsaneringsinstallaties bij Watco, in mei 1999 Deep Green op. Ze leasten een mobiele machine van Phoenix Soils en gingen ermee de boer op. In de praktijk opereerde het duo vanuit een statige woning in Ukkel, eigendom van Jans schoonvader. Haemers: “Om geen tijd en energie aan juridische gevechten met onze vorige werkgever te verspillen, vestigden we de maatschappelijke zetel in het Franse Rouen. Tot twaalf maanden na de opzeg was ik namelijk gebonden aan een niet-concurrentiebeding. In tegenstelling tot de Verenigde Staten beschouwen ze hier ondernemers die hun vaste job verlaten en op eigen benen gaan staan, nog als verraders.”

Non-conformisme kenmerkt Haemers. Als pas afgestudeerde geoloog verbleef hij als expert van het Zwitserse controleorgaan SGS één week lang in het poepchique hotel Plaza aan de rand van het Central Park in New York. Totale kostprijs: 12.500 euro. Vandaag logeert hij samen met zijn Amerikaanse compagnon George Catalano thuis bij de gedelegeerd bestuurder van zijn voornaamste klant in de staat New York.

Als ontspanning speelt Haemers elke woensdagavond zaalvoetbal. De rest van zijn vrije tijd brengt hij thuis met zijn Franstalige vrouw en twee kindjes door of gaat naar een operavoorstelling van De Munt, zijn grote hobby. Tussendoor slaat hij een balletje op golfterreinen in binnen- of buitenland.

Welkom bij de Amerikanen

“Met zelfgemaakte pralines heb ik het management van Thermo Electron kunnen overtuigen om TPS Technologies aan ons te verkopen,” zegt Jan Haemers. TPS was de milieudochter van Thermo Electron, een beursgenoteerde fabrikant van besturingssystemen uit Boston, met een geconsolideerde omzet van 4 miljard dollar. Sinds de overname van deze Amerikaanse concurrent staat Haemers aan het hoofd van de wereldleider in de thermische verwerking van vervuilde gronden.

“De sterren waren mij gunstig gezind,” zegt Haemers. “In de winter van 2000 vond de energiecrisis in California plaats. In één klap stegen de Amerikaanse gas- en olieprijzen met meer dan het tienvoudige. Zo zakte TPS Technologies in de rode cijfers. Bovendien had het moederbedrijf tijdens een algemene herstructurering net beslist zijn milieudochter te verkopen. Aangezien TPS-topman George Catalano zelf een management buy-out overwoog, hebben we de handen in elkaar geslagen en relatief goedkoop TPS in de wacht kunnen slepen.”

Bovendien waren de risico’s beperkt. Haemers en Catalano kenden de sterke en zwakke punten van de onderneming: ervaren medewerkers, maar verouderd materiaal. Wegens interne moeilijkheden had Thermo Electron de voorbije jaren weinig of niet meer in het bedrijf geïnvesteerd. Wel stelde Deep Green één voorwaarde bij de overeenkomst: alle productieleiders van de vijf TPS-installaties in de Verenigde Staten moesten mee op de boot stappen om hun geloof in de toekomst te bevestigen. En dat deden ze. Samen bezit het management vandaag 40% van het bedrijf.

De financiering van deze operatie was een ander paar mouwen. Haemers: “Ik heb water en bloed gezweet om aan de nodige fondsen te raken. In België hebben de banken hun geldkraan gesloten voor nieuwe, jonge ondernemers. Zij passen voortaan zeer hoge tarieven en waarborgen toe om hun eigen rentabiliteit op te krikken. De mentaliteit in Amerika is helemaal anders. Maar hier botsten we op geografische bezwaren. Voor de Amerikaanse banken, die internationaal werken, zijn we te klein en de lokale kredietverschaffers beperken zich tot projecten binnen hun staatsgrenzen – terwijl wij juist pan-Europees opereren.”

Daarom ging Deep Green zelf op zoek naar particuliere risicokapitaalverschaffers. Na lange en intensieve onderhandelingen verhoogden twee durffondsen het maatschappelijk kapitaal van 500.000 euro tot 3,5 miljoen euro: Anaphor Venture (30%) en Fideclo (30%). Anaphor maakt deel uit van de beursgenoteerde Atenor Group. Fideclo is het investeringsvehikel van Jean-Jacques Decloedt (37%), de gepensioneerde topman van Baggerwerken Decloedt, die twee jaar geleden voor 80 miljoen euro zijn aandelen in Deme verkocht.

Alle oliemaatschappijen zijn klant

Vandaag reinigen de zes Amerikaanse fabrieken van TPS Technologies zo’n 700.000 ton vervuilde grond per jaar. In Europa werkt Deep Green voorlopig nog met mobiele installaties, die per maand gemiddeld 10.000 ton verwerken.

Met het oog op een doorbraak op het oude continent sloot Deep Green samenwerkingscontracten met andere groepen af. Samen met Deconterra – gespecialiseerd in fysico-chemie – saneerde het milieubedrijf de site waar nu het nieuwe tentoonstellingspark van Oslo op wordt gebouwd. In Aviles (Spanje) gingen Haemers en Delacroix in zee met Rymoil, een expert in de verwerking van PCB’s. Zo wordt zowel het noorden als het zuiden van Europa gedekt. Vorig jaar werkten zij de eerste opdracht op eigen bodem af: de raffinaderij van Nynas in Antwerpen, waar 20.000 ton minerale olie uit de ondergrond gehaald werd. Het contract was zo’n 750.000 euro waard. Volgende maand start de bouw van een vaste installatie met een capaciteit van 100.000 ton langs de Seine in Rouen. Een investering van 700.000 euro.

Ondertussen kan TPS Technologies de vraag in de Verenigde Staten niet bijhouden. Als gevolg van de federale richtlijn eind jaren tachtig om alle ondergrondse olietanks te controleren en desgewenst te vervangen, kreeg de sector van de bodemsaneringen een geweldige impuls. Vandaag zijn alle grote oliemaatschappijen – zoals BP, Chevron, Exxon, Mobil en Texaco – klant van TPS Technologies. Vooral de thermische verwerking gooit hoge ogen. De eigenaar van de vervuilde grond blijft immers altijd aansprakelijk.

De belangrijkste opdrachtgever van Deep Green in de staat New York – tankinstallateur Conklin uit Newburgh – kan dat bevestigen. Voorzitter Ira D. Conklin III: “Vroeger brachten wij de vervuilde gronden naar een stortplaats. Maar aangezien de oorspronkelijke eigenaar aansprakelijk blijft voor eventuele calamiteiten achteraf, besloten wij een thermische saneringsinstallatie aan te schaffen. Die oplossing is op korte termijn misschien wel duurder, maar verlost de klant definitief van elke verantwoordelijkheid. Toen kwam Catalano van TPS op de proppen om hier samen een fabriek te bouwen. Wij beschikten over een geschikte locatie aan de rivier Hudson en zij over de knowhow. Begin 1995 was de oven operationeel.”

Vandaag verwerkt TPS Technologies jaarlijks 70.000 ton in Newburgh. Maar het aanbod groeit elke dag en het bedrijf kan de vraag niet meer aan. Daarom zoeken Deep Green en Conklin nu samen naar een nieuwe locatie. Daarnaast lopen Haemers en Catalano met diversificatieplannen rond. In Los Angeles (California) en Seattle (Washington) starten zij binnenkort met het verbranden van slib, terwijl de vestiging van Portland (Oregon) ook afvalolie gaat verwerken.

Op zoek naar 15 miljoen euro

Nu Deep Green de eerste, concrete resultaten kan voorleggen, botst het Brusselse bodemsaneringsbedrijf opnieuw met een financieringsprobleem om zijn expansieplannen waar te maken. Haemers: “Daarom hebben we Fortis Bank de opdracht gegeven een private plaatsing te organiseren om het maatschappelijk kapitaal van 4,3 miljoen euro tot 19 miljoen euro op te trekken. Eind deze maand start onze roadshow voor financiële kandidaat-partners. Ondanks het slabakkend beursklimaat zullen we dit streefdoel zeker halen. Het potentieel van de markt in Europa alleen al wordt op 2 à 4 miljard euro geschat.”

Anaphor Venture, de investeerder van het eerste uur, begeleidt de operatie. Voorzitter Olivier Coune: “Wij geloven sterk in de toekomstmogelijkheden van Deep Green en sluiten een cofinanciering van hun tweede ontwikkelingsfase zeker niet uit. Het milieubedrijf beschikt over de beste technologie die op dit ogenblik voorhanden is, en een uitstekend management met ervaring. Bovendien zijn ze actief in een veelbelovende markt.” Mooi meegenomen voor de durfkapitaalverschaffer is dat Haemers geen interesse toont voor een meerderheidspositie in het eigen bedrijf. Haemers: “Ik geloof sterk in corporate governance, met een strikte scheiding tussen raad van bestuur en management. Ik ben een bedrijfsleider, ik neem de strategische beslissingen en voer het dagelijks beleid uit. Achteraf beoordelen de aandeelhouders mijn resultaten. Het gaat toch niet op dat je zelf je prestaties evalueert.” De gedelegeerd bestuurder van Deep Green gelooft ook sterk in medebeheer. Hij heeft al zijn medewerkers aandelenoptieplannen geschonken om hun betrokkenheid bij het bedrijf te verhogen.

Haemers zit bovendien op een andere golflengte dan de gemiddelde KMO-bedrijfsleider, die voortdurend klaagt over de te hoge belastingdruk in Vlaanderen. “Ondanks alle centrum-linkse regeringen sinds de Tweede Wereldoorlog blijft kapitaal nagenoeg vrij, terwijl klassieke arbeid zeer zwaar belast wordt. Ons nominale vennootschapstarief is hoog, maar de talrijke aftrekmogelijkheden en het gebrek aan een meerwaardebelasting maken veel goed. We hebben even overwogen onze hoofdzetel naar de Verenigde Staten te verhuizen, maar de fiscalisten raden ons aan in België te blijven vanwege het gunstige holdingregime.”

Door de strengere milieunormen zit de sector in de lift. Ook in Vlaanderen. Minister Dua maakte vorige maand een lijst van ambtshalve bodemsaneringen aan. Voorts pakte de minister uit met proefprojecten voor zogenaamde brownfields: vervuilde industrieterreinen die na sanering weer bruikbaar zijn. De Openbare Afvalstoffenmaatschappijvoor het Vlaamse Gewest ( Ovam) steunt elf dossiers administratief of financieel. Daarnaast krijgen de gemeenten in totaal 2,6 miljoen euro om lokale verontreinigingen aan te pakken. Het totale overheidsbudget voor bodemsanering bedraagt 24 miljoen euro per jaar. In 2002 alleen al zijn voor zo’n 43 miljoen euro aan projecten opgestart.

Haemers: “Hoe je het ook draait of keert, ooit moet al die smurrie uit de grond en dan komen wij op de proppen met de oplossing. Alternatieve financiering is niet nodig, want de schone industrieterreinen betalen zichzelf terug.”

Eric Pompen [{ssquf}]

epompen@trends.be

“Hoe je het ook draait of keert, ooit moet al die smurrie uit de grond.”

(Jan Haemers, Deep Green)

Alle grote oliemaatschappijen, zoals BP, Chevron, Exxon, Mobil en Texaco, zijn klant van TPS.

“Met zelfgemaakte pralines heb ik het management van Thermo Electron kunnen overtuigen hun milieudochter aan ons te verkopen.”

(Jan Haemers, Deep Green)

“In België hebben de banken hun geldkraan gesloten voor nieuwe, jonge ondernemers. De mentaliteit in Amerika is helemaal anders.”

(Jan Haemers, Deep Green)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content