‘De structuur volgt de strategie’

Via het nieuwe Agentschap Innoveren & Ondernemen maakt de Vlaamse regering dit jaar meer dan 500 miljoen euro subsidie beschikbaar voor bedrijfsinnovatie en ondernemerschap. Een mooi lokaas, maar volstaat het ook om meer ondernemingen aan het innoveren te krijgen?

Het Agentschap Innoveren & Ondernemen, dat op 1 januari uit de startblokken schoot, is het resultaat van de fusie tussen het Agentschap Ondernemen en IWT (Innovatie door Wetenschap en Technologie). Het deel van IWT dat bedrijven ondersteunde, vond onderdak bij het Agentschap Ondernemen. Het andere deel, zoals de subsidies voor doctoraatsbeurzen, verhuisde naar het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO). Met de ingreep wil de Vlaamse regering het voor ondernemingen eenvoudiger maken subsidies aan te vragen. Vlaams minister van Economie Philippe Muyters hervormde ook de subsidie-instrumenten. Onder andere de bekende kmo-portefeuille kreeg een facelift.

Met de hervorming wil de Vlaamse regering een van de pijnpunten van de voorbije decennia wegwerken: nog te weinig kmo’s zetten in op innovatie. Het Agentschap Innoveren & Ondernemen, met Bernard De Potter als administrateur-generaal, krijgt dit jaar alvast extra budget om de ambities te stutten. Aan de 243 miljoen van het voormalige IWT en de 185 miljoen waarmee het Agentschap Ondernemen werkte, voegt de regering een provisie van 85 miljoen toe. Goed voor iets meer dan een half miljard euro aan bedrijfssteun. “De fusie is allerminst een besparingsingreep”, zegt Philippe Muyters. “Dit budget zal in de komende jaren zelfs nog groeien, maar we wilden eerst onze structuur op orde hebben.”

Waarom is de nieuwe structuur beter dan de vorige?

PHILIPPE MUYTERS. “We fuseren het Agentschap Ondernemen en IWT omdat het beter is voor de klant. Voor ondernemingen is het moeilijk in te schatten waar ondernemen stopt en innoveren start. In onze visie is die lijn heel dun. Daarom hebben we de instrumenten in elkaar geschoven en dan is het logisch dat de structuren volgen. De structuur volgt de strategie. Voor een kmo die wil innoveren, nemen we drempels weg, zodat ze de stap sneller zet. Daarnaast creëren we bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek voor de wetenschappers eveneens één loket.”

Doet dat geen nieuw tussenschot ontstaan tussen economie en wetenschap?

MUYTERS. “Dat willen we net vermijden door de twee werelden in beide organisaties bij de subsidiebeslissingen te betrekken. Vier van de twaalf leden van het beslissingscomité van het Hermesfonds in het Agentschap Ondernemen & Innoveren komen uit de wetenschappelijke wereld. Uit de bedrijfswereld maken onder andere Michel Delbaere en Eric Van Zele hun opwachting. Parallel voegen we aan de raad van bestuur van het FWO vier mensen uit de bedrijfswereld toe.”

Naast het vernieuwde agentschap blijven de provinciale Innovatiecentra wel bestaan. Waarom?

MUYTERS. “We hebben bekeken wat de klant wilde en wat de innovatiecentra betrof, was dat duidelijk. De kmo’s hebben gevraagd die centra te behouden en wij willen niet veranderen om te veranderen.”

BERNARD DE POTTER. “We zullen nog intenser samenwerken met de innovatiecentra. Het kan bijvoorbeeld dat wij bedrijven die begeleiding nodig hebben vooraleer ze een subsidieaanvraag doen, in nauw overleg met de innovatiecentra zullen opvolgen.”

Eén loket is handig, maar vaak moeten bedrijven nog in eenzelfde project verschillende subsidieaanvragen doen. Hoe wilt u dat vereenvoudigen?

MUYTERS. “We hebben een piramide uitgewerkt. Onderaan vind je de kmo-portefeuille, die zonder beoordeling elk extern advies voor kwaliteitsverbetering bij bedrijven subsidieert (tot 10.000 of 15.000 euro, nvdr). Elk bedrijf zou daarvoor moeten kiezen, want elke kmo moet dagelijks bezig zijn met kwaliteitsverbetering. Daarboven komt de kmo-groeisubsidie, die na beoordeling groeitrajecten ondersteunt (tot 25.000 euro voor een aanwerving en voor externe diensten, nvdr). De groeisubsidie werkt gerichter, niet elk bedrijf zal elk jaar een grote groeisprong ambiëren. Nog een trap hoger vind je de instrumenten die zich specifiek op innovatie richten. Helemaal bovenaan zit onderzoek en ontwikkeling op lange termijn. Daar helpen we kmo’s via een clusterwerking en door samenwerking met onderzoeksinstellingen.”

De aangehaalde clusterwerking wil bedrijven en kennisinstellingen dichter bij elkaar brengen. Waarom kon IWT die rol niet blijven invullen?

MUYTERS. “Omdat we een stap verder willen gaan. Bij IWT was inderdaad een basis van clusterwerking aanwezig, maar die willen we versterken. We moeten ervoor zorgen dat bedrijven meer over het muurtje kijken. Vroeger was het nog te vaak vivons cachés, vivons heureux: wat ze ontdekten, hielden ze het liefst dicht bij zich. Daar een stap vooruit doen, is voor mij fundamenteel. De grote innovaties van deze tijd zijn multidisciplinair. Dat bereik je pas door bedrijven en onderzoeksinstellingen te laten samenwerken waar ze dat vroeger niet deden.”

Kmo’s aan het innoveren krijgen, is al decennia een probleem. Subsidies en toegankelijkheid helpen, maar hoe wilt u de basisattitude veranderen?

DE POTTER. “Door de bedrijven echt in de driver’s seat te zetten. Zij beslissen bijvoorbeeld welke onderwerpen een cluster aansnijdt en waar de aandacht naartoe gaat. Bovendien willen we veel meer focussen op de resultaten. We zullen in kaart brengen wat een cluster oplevert. De betrokkenheid van kmo’s is een zeer belangrijke indicator.”

MUYTERS. “We willen onze manier van werken meer vraaggedreven maken. Daarom is bijvoorbeeld het ondersteuningspercentage van de kmo-portefeuille gezakt. Ik zal even kort door de bocht gaan: het mag niet de bedoeling zijn dat een kmo exportadvies koopt omdat een adviseur vertelt dat wij daar het grootste stuk van betalen. Het moet andersom: een bedrijf dat naar het buitenland wil, maar advies kan gebruiken, helpen wij met subsidie over de drempel. Voorts moet ook de transparantie verbeteren, zodat kmo’s via duidelijke regels kunnen inschatten of ze kans maken op een subsidie.”

Vreest u niet dat de grotere investering die bedrijven bij de kmo-portefeuille zelf moeten doen, de kmo’s net zal afschrikken?

MUYTERS. “Dat denk ik niet. Het verdwijnen van de zuilen, waardoor wij niet meer bepalen waaraan een bedrijf die subsidie moet besteden, zorgt ervoor dat je het bedrijf ook hier het stuur in handen geeft. Tot nu toe bedroeg de gemiddelde steun via de kmo-portefeuille 1000 euro. Dan geloof ik echt dat we met deze manier van werken een stap vooruit doen. Kmo’s moeten innoveren omdat ze erin geloven en niet omdat ze subsidies kunnen krijgen. En als ze een goed businessplan hebben, moeten ze bij de Vlaamse overheid terechtkunnen.”

Wouter Temmerman, fotografie Kris Van Exel

“De grote innovaties van deze tijd zijn multidisciplinair. Dat bereik je pas door bedrijven en onderzoeksinstellingen te laten samenwerken waar ze dat vroeger niet deden” – Philippe Muyters

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content