De stem van Dexia in de zaak-L&H

De cirkel is rond,” lacht Moniek Delvou, die sinds kort bij Dexia de communicatie verzorgt in verband met het fraudeonderzoek rond Lernout & Hauspie. “Na mijn studie Rechten volgde ik Criminologie en Audiovisuele Communicatie aan de KU Leuven, omdat ik absoluut niets rechtenachtigs wilde doen. En dan werd het toch dit.”

Al tijdens haar studies werd Delvou (51) medewerker van toenmalig CVP-kamerlid Hugo Weckx, gevolgd door het kabinet van premier Wilfried Martens (CVP). In 1985 werd ze woordvoerder van Jean-Luc Dehaene (CVP), toen Sociale Zaken en later premier. “Ze gaf de functie een relatief unieke inhoud,” aldus Dehaene, de huidige burgemeester van Vilvoorde. “Een perschef van toen moest zijn minister verkopen. Haar taak was op de eerste plaats informatieverspreiding. We vulden elkaar toen perfect aan, omdat ik een eigen communicatiestijl heb. Als ik zweeg, hield zij toch de lijn naar de journalisten open.”

Een moeilijk moment waren de uren tussen de dood van koning Boudewijn en de officiële berichtgeving, herinnert Dehaene zich. “Ze slaagde er toen in om het bericht een tijd uit de media te houden. Ze belette dat ik er rechtstreeks over geïnterviewd zou worden en dus fouten zou maken. Dat kan je alleen als je respect voor iemand hebt. Ze was dan ook absoluut geen spindoctor. Het was onze stijl niet om kwaad met journalisten te bellen wanneer ze iets hadden geschreven dat me niet aanstond. Men vertelt me dat haar opvolgers in deze regering dat wel doen.”

Na het electorale debacle van de christendemocraten (de dioxinecrisis) vertrok Delvou naar Union Minière, dat ze hielp omvormen van het spreekwoordelijke ‘Union Misère’ tot Umicore. “De interne reorganisatie die Karel Vinck doorvoerde, heb ik vormgegeven naar buiten toe,” zegt ze.

Ze werd geholpen door Fons Van Dyck, strategisch directeur van VVL/BBDO. Een gewezen medewerker: “Dat was nodig, omdat Moniek op de eerste plaats een bemiddelaar is in de perscontacten en minder een mediastrateeg met een brede visie.” Van Dyck nuanceert: “Delvou zet visionaire leiders weer met hun voeten op de grond. Ze zet strategie vaak heel concreet om. Noem het haar vrouwelijke inbreng: mannen maken plannen, vrouwen zorgen dat er ook iets van in huis komt. Moniek weet in moeilijke momenten het hoofd koel te houden.”

“Zij was op dat moment de leading lady van de corporate communication,” aldus Raf Stevens van The Crew. “Dat ze misschien geen uitgekiende mediastrateeg is, kan kloppen. Maar Belgische bedrijven hechten, vergeleken met Nederlandse ondernemingen bijvoorbeeld, minder belang aan professionalisme in hun communicatie.”

Tijdens haar sabbatical in de voorbije maanden organiseerde ze met The Crew de miniconferentie Communicatie over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Vorige maand was ze woordvoerder van Brussel Allerheiligen 2006, georganiseerd door de Belgische bisschoppenconferentie (Delvou kent kardinaal Godfried Danneels). Het is geen toeval dat beide activiteiten getuigen van een ethisch engagement. “Dat was ook mijn drijfveer in de politiek,” zegt ze. “Ooit heb ik getwijfeld in de actieve politiek te stappen, maar ik positioneer me liever in mijn core business: communicatie.”

Toen ze voor Umicore werkte, liepen headhunters de deur plat. Ze koos niet voor de makkelijkste opdracht toen ze in 2003 ging werken voor Pharma.be, de herdoopte lobby van de geneesmiddelenindustrie. “Die sector heeft een erg moeilijk verhaal, omdat een zieke patiënt soms betaalt voor een klein pilletje. Daarom bleef de sector tot dan toe erg discreet tegenover de media. Ook journalisten beseffen vaak niet dat er een hele dure onderzoeksmachine achter geneesmiddelen zit.”

Directeur-generaal Leo Neels: “Met Moniek Delvou haalden we iemand in huis met een uitgebreid netwerk om de nieuwe mediastrategie gestalte te geven. Ze genoot van een enorm vertrouwen bij de journalisten.” Uiteindelijk bleef ze maar twee jaar bij Pharma.be, en stapte ze over naar PlasticsEurope, de belangenorganisatie van plasticproducenten. Een kennis: “Het was een poging om de Belgische politieke context te overstijgen. Uiteindelijk was ze bij Pharma.be veel bezig met het lobbyen bij haar eigen politieke kennissen van vroeger.”

Zelf vindt Delvou dat haar taak bij de geneesmiddelensector volbracht was. “Ik heb toch weten te bereiken dat de media op zijn minst eens checkten als ze aan een farmaverhaal werkten,” zegt ze. “Bij mijn vorige werkgever deed ik wat ik al zoveel had gedaan: de externe afronding van een interne herstructurering. Het was ook een kwestie van interne communicatie, omdat verschillende nationale belangengroepen op een Europese lijn moesten worden gebracht. Dat is gelukt. Hoe ik uiteindelijk bij Dexia terecht ben gekomen? Mijn carnetje is nogal dik, zeker?”

In haar vrije tijd bezoekt Delvou – gehuwd met een fraudeonderzoeker bij de Europese Unie en moeder van drie kinderen – graag de bioscoop en reist ze veel. Liefst met een stapel boeken in haar koffer. Vandaag leest ze de nieuwste van Herman Portocarero. “Ik heb hem als ambassadeur goed leren kennen toen we met Dehaene een toer door Amerika maakten.” Wat toen leidde tot hét persmoment van Dehaene. Wie herinnert zich niet hoe de premier op een automatische stier uitbarstte in de historische kreet ” Let the beast go“? “Absoluut mijn eigen initiatief,” grinnikt hij. “Moniek kreeg grijze haren van mij.”

Hans Brockmans – Roeland Byl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content