De staat van de staat

Nog vóór de financiële crisis van 2008-’09 en in weerwil van het veronderstelde ‘einde van de bemoeizuchtige staat’ nam de rol van de staat overal ter wereld gestaag toe. Het succes van China was voor vele ontwikkelingslanden publiciteit voor het staatskapitalistische model. In de rijke landen vormde een sterkere staat vaak een reactie op de bezorgdheid over terrorisme en misdaad. De staatsinmenging nam aanzienlijk toe tijdens de kredietcrunch. Noodmaatregelen om de economische instorting te vermijden, dreven de omvang en de macht van de overheid omhoog in veel landen.

Aan die trend komt wellicht niet snel een einde, ook niet nu de begrotingsdruk de overheid er vaak toe verplicht om de omvangrijke stimuleringspakketten af te bouwen. De staatseigendom is in veel economieën toegenomen en ook al was dat doorgaans bedoeld als noodmaatregel, het duurt een hele tijd voor hij weer ongedaan wordt gemaakt.

Ook de vraag naar verbeterde regulering neemt toe, vooral in de financiële sector. De noodzaak voor budgettaire consolidatie in zowat alle delen van de wereld onderlijnt het belang van overheden die in staat zijn belastingen te heffen en dat efficiënt doen. Veel overheden lijken ook industrieel beleid te herontdekken als respons op de toenemende druk om de groei aan te zwengelen en de werkloosheid naar beneden te halen.

Of we dat nu willen of niet, in 2011 en daarna wordt van de staat verwacht dat hij een grote rol speelt bij de ondersteuning van het broze economische herstel. Een omvangrijker en bedrijviger overheid legt een last op een bekwame staat en verhoogt de prijs van een zwakke staat.

De meeste landen zijn maar pover uitgerust om de uitdaging aan te gaan. Van de 163 landen die voorkomen in de index die de Economist Intelligence Unit (EIU) opstelde over de bestuurscapaciteiten van staten, worden er slechts 34 aangeduid als hoogt bekwaam. Voor 38 landen is die bekwaamheid gemiddeld. De meerderheid van de landen heeft een zwakke (33) of zeer zwakke (58) staat.

De omvang van het beest

De basisfuncties van een staat bestaan erin te zorgen voor fysieke veiligheid, doeltreffende instellingen en een be-kwame administratie. Als u een middel vindt om die zaken te meten, krijgt u een ruw idee van de sterkte van een bepaalde staat. De index van de IEU is gebaseerd op een niet-gewogen evaluatie van twaalf indicatoren die het vermogen van een staat aangeven om zijn essentiële functies te vervullen.

Die indicatoren zijn: de ouderdom van de staat, de stabiliteit, de veiligheid van de burgers, het niveau van corruptie, de omvang van de grijze economie, de wettigheid, de kwaliteit van de ambtenarij, de mate waarin de staat heel het territorium onder controle heeft, de omvang van de buitenlandse invloed en de graad van etnische versnippering, sociale cohesie en vertrouwen in de openbare instellingen.

Zoals in de kaart hieronder aangegeven wordt, blijven de zwakke staten niet beperkt tot sub-Saharaans Afrika. Zowel Oost-Europa als Latijns-Amerika telt een behoorlijk aantal zwakke staten die slecht geplaatst zijn om in de economie een grotere last op de schouders te nemen. De rijke landen zijn wel dominant in de categorie van de sterke staten, maar ook Oost-Azië (waaronder China) heeft zijn pretendenten.

Als het in de komende jaren belangrijk wordt om te beschikken over een doeltreffende staat, dan bevat de kaart een serieuze boodschap. Ze geeft aan dat in de postcrisiswereld het aantal landen dat in staat is om een duurzame inhaalbeweging ten opzichte van de rijke landen te realiseren, grotendeels beperkt blijft tot een vrij klein clubje van opkomende markten. z

De auteur is directeur landenprognoses van de Economist Intelligence Unit

LAZA KEKIC

De zwakke staten blijven niet beperkt tot de usual suspects.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content