De sporten van de maatschappelijke ladder

Paul Huybrechts publicist

Kapitaal in de 21ste Eeuw’ werd door McKinsey en de Financial Times uitgeroepen tot het businessboek van het jaar. Terecht. Het recept van Thomas Piketty, een wereldwijde vermogensbelasting, mag dan vooral ‘een nuttige utopie’ zijn, zijn analyse is baanbrekend. Hij brengt de maatschappelijke ladder in beeld met respect voor de bewegingen op die ladder. Ook voor Piketty is maatschappelijke mobiliteit de onvervangbare motor van de economie. Totale gelijkheid is onzin, maar een beheersing van de ongelijkheid, gelijke kansen en gelijkwaardigheid zijn wel hoekstenen van onze democratie. Een straatveger moet edelman kunnen worden. En vice versa.

Met grote gestrengheid legt Piketty over 700 pagina’s bloot hoe de inkomens en vermogens in de westerse landen in de jongste anderhalve eeuw waren verdeeld. Hoe de rijken plaats moesten maken voor een middenklasse, die nu bedreigd wordt. Hij stelt vast dat de afstand tussen de hoogste en de laagste categorieën van inkomens én vermogens de jongste jaren toeneemt. Zijn stelling dat de groei van de vermogens sterker blijft dan de groei van de economie (return van 4 tot 5 procent tegenover een economische groei van 1 procent), klopt vandaag zonder meer. Als dit doorgaat — al dan niet met Luxemburgse turbo’s — dan heeft deze trend een exponentieel potentieel.

Het werk van Piketty is hoogstaande ‘politieke economie’ en zijn analyse wordt in de westerse landen voorspelbaar een beleidsinstrument. Voor de toplaag is het gedaan met ‘pour vivre heureux, vivons cachés‘. De ‘rijken’ zullen maatschappelijke rolmodellen moeten worden, zoals in de VS: kijk waar je kan geraken! En ja, dat brengt ook na-ijver en afgunst mee. Voortaan verdelen we een bevolking in de 1 %-topgroep, de 10 %-topgroep, de 50 % hogere middenklasse, de 30 % lagere middenklasse en de 10 % achterblijvers. In het ene land krijgt de top wat meer inkomen of bezit de top relatief wat meer vermogen dan in het andere. Of is de middenklasse wat groter of wat meer bedreigd. Of zijn te veel burgers onderaan de ladder afhankelijk van voedselpakketten. We hebben daar, dankzij Piketty, binnenkort een onbetwistbare kijk op. Zijn statistieken worden nu verfijnd door onderzoekers, ook voor België.

In de VS is de inkomens- en vermogensontwikkeling uitgegroeid tot een economisch probleem, dat ook de centrale bank bezighoudt. De Fed is verantwoordelijk voor volledige tewerkstelling en doet al sinds 1989 onderzoek naar de componenten van de gezinsconsumptie. Fed-voorzitter Janet Yellen wees in een recente toespraak op verontrustende deficiënties in de vier bronnen van ‘economic opportunity‘ in de Amerikaanse samenleving: kinderopvoeding, academische studies, zakelijke eigendom en erfenissen. Verschuivingen en verschillen in inkomens en vermogens gaan terug, zo stelt ze, op die vier maatschappelijke ‘building blocks‘. Yellen kijkt naar de evolutie sinds 1989 bij de ‘Top 5 %’, de ‘Next 45 %’ en de ‘Bottom 50 %’. Wat blijkt? De Top loopt uit, de Next gaat achteruit en de Bottom herstelt moeizaam van de huizencrisis. De Top 5 % ging van 54 procent van het totaal vermogen in 1989 naar 63 procent in 2013. De Next ging achteruit van 43 naar 36 procent. Next staat voor gezinnen met een vermogen tussen 81.000 en 1,9 miljoen dollar. De middenklasse krijgt in de VS dus klappen.

Straks beschikken we ook voor Europa over dit soort informatie. En dan krijg je ook hier nieuwe boeiende discussies over de ongelijkheid, en beter nog, de mobiliteit op onze inkomens- en vermogensladders. Onze onderkant is veel kleiner dan in de VS, maar gezien de ellende in de wereld ook hier eigenlijk onbegrensd. Daar zullen linkse politici verder op inspelen: rijk tegen arm. Maar er zijn ook spanningen hoger op de ladder. Zou Marc Coucke, een man uit de Top, zo veel storm hebben geoogst, als hij Omega Pharma niet van de beurs had gehaald en de Next de kans had gegeven om een graantje van zijn meerwaarde mee te pikken? Of hoe komt het dat de zeggenschap over 75 procent van de beurskapitalisatie van de Bel-20-index nog altijd Franstalig is (Top), terwijl de actieve beleggers (Next) eerder in Vlaanderen zitten? Wanneer neemt de Vlaamse Top de Vlaamse Next mee in zijn vermogensopbouw?

De auteur is publicist en voorzitter van VFB, de Vlaamse Federatie van Beleggers.

PAUL HUYBRECHTS

Straks krijgen we ook in Europa nieuwe boeiende discussies over de ongelijkheid, en beter nog, de mobiliteit op onze inkomens- en vermogensladders.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content