De selectie

Léon Bekaert (1891-1961, Bekaert)

De tweede zoon van stichter Léon Leander Bekaert krijgt in 1918 de leiding over de staaldraadonderneming. Katholiek, liefdadig en een prototype van de Vlaamse paternalistische ondernemer, maakt hij van Bekaert een multinational met

3500 werknemers. Behalve burgemeester van Zwevegem (1927-1961), was hij ook een nationale sleutelfiguur, als voorzitter van Fabrimetal (nu Agoria) en het VBN (nu VBO).

Emile Bernheim

De Elzassisch-joodse familie Bernheim en de Belgische warenhuizen zijn synoniem. Vader Julien opent in 1897 A l’Innovation in Brussel. De expansie volgt na WOI onder zijn zoon Emile. In het interbellum ontstaat Priba van Bernheim, dat

fuseert met Prisunic. Eeuwige rivaal Le Bon Marché en Inno fuseren in 1969. Emile Bernheim presideert Inno-BM. Hij is een grote filantroop en gepassioneerd door het onderwijs.

René Boël (1899-1990, Usines Gustave Boël)

René Boël is de kleinzoon van Gustave Boël. In 1922 trouwt hij met Yvonne Solvay en wordt bestuurder bij UCB en Solvay. Tijdens zijn veelzijdige carrière adviseert hij de Belgische regering in ballingschap tijdens WOII, sticht het Museum voor

Moderne Kunst in Brussel, is de eerste voorzitter van de Belgisch-Amerikaanse Vereniging, en zit tussen 1950 en 1981 de Europese Liga van Economische Samenwerking voor.

Fernand Collin (1897-1990, Kredietbank)

De jonge jurist, zoon van een Antwerpse ondernemer (Imperial Products), wordt de sleutelfiguur van Kredietbank. Onder voorzitter Fernand Collin wordt KB de derde bank van België. Hij is lid van het oorlogscomité- Galopin. Collin zetelt in de

familieonderneming, verzekeringsmaatschappijen, Gevaert, Bayer en ABB. Parallel doceert Collin aan de KU Leuven en schrijft een interessant juridisch oeuvre samen.

Evence-Dieudonné Coppée (1827-1875, kolen- en suikermagnaat)

Hoewel de groep Coppée in 1980 werd opgeslorpt door het Franse Lafarge, blijft de naam van stamvader Evence-Dieudonné geboekstaafd als een van de grote vernieuwers in de steenkool- en suikerindustrie. De pas afgestudeerde mijn-

ingenieur ontwikkelt nieuwe types ovens die de kwaliteit van de cokes voor de staalindustrie verbeteren. Zo zijn de eerste verticale hoogovens in het VK in 1867 van zijn hand.

Piet De Somer (1917-1985, KU Leuven, RIT)

Piet De Somer is geneesheer, onderzoeker in de virologie, hoogleraar, ondernemer en eerste rector van de Vlaamse KU Leuven. Hij ligt mee aan de basis van de farmaceutische onderneming RIT (die in 1969 wordt verkocht aan Smith-

Kline) in Genval-Rixensart. RIT financiert het Rega Instituut, een spil in het biotechonderzoek. Piet De Somer ontwikkelt daar antibiotica. RIT produceert polio- en andere vaccins.

Jonathan-Raphaël Bisschoffsheim (1808-1883, Paribas)

Belgisch-joodse bankier uit een onberispelijke familie, begiftigd met een uitzonderlijk Europees netwerk. Hij is enorm belangrijk voor de financiën en de instituties van het jonge België. Bisschoffsheim is bestuurder van de Banque de Belgique. Hij

ligt aan de basis van de Nationale Bank, de buurtspoorwegen en beheert mee het Gemeentekrediet en de ASLK. Met zijn broer sticht hij de Bank van Parijs en de Nederlanden.

Emile Francqui (1863-1935, Generale Maatschappij)Romi Goldmuntz (1882-1960, diamantair)

Romi Goldmuntz wordt geboren in Krakau en is essentieel voor het overleven van de diamantindustrie in Antwerpen. In 1920 telt zijn diamantbedrijf 600 arbeiders. Romi en zijn broer Leopold zijn belangrijke afnemers van de Diamond Trading Com-

pany. Na 1918 overhaalt hij de naar Nederland gevluchte diamantairs om terug te keren naar Antwerpen. Dat herhaalt hij in 1945 in New York. Hij sticht ook het Diamond Office.Na achttien jaar in het leger wordt deze zoon van een gefailleerde immobiliënhandelaar in 1896 consul in China. Hij verlaat de Banque d’Outremer voor de Generale Maatschappij, en fuseert later beide, waardoor deze 80 % van Congo contro-

leert. In 1914-1918 staat hij in voor de bevoorrading van bezet België. Hij legt de basis voor tal van academische instellingen, zoals het NFWO en de Nationale Kankerstichting.

Lieven Gevaert (1868-1935, Lieven Gevaert & Co.)

De Antwerpse autodidact verliest al vroeg zijn vader en begint met zijn moeder een fotowinkel. Hij slaagt erin voor het eerst fotopapier te maken in massa en sticht in 1894 L. Gevaert & Cie. Zijn sociale humanisme laat blijvende sporen na

in het personeelsbeheer. Hij is medeoprichter van het Vlaamsch Handelsverbond (nu VEV) en sticht naast twee scholen ook de voorgangers van KB, Mercator en Ortelius.

Edouard Empain

De oudste zoon van een onderwijzersgezin kan slechts door de steun van lokale notabelen middelbaar onderwijs volgen, maar begint op zijn 27ste aan de uitbouw van een industrieel imperium. Dat omvat marmer- en natuursteengroeves, spoorwegen,

elektriciteitsmaatschappijen, chemiebedrijven en banken. Hij bouwt de Parijse metro, de Lunghai-spoorlijn in China, sticht Acec en UCB, en herbouwt in Egypte het oude Heliopolis.

Jean Jadot

Geboren in het Ardense On, trekt le grand Jadot eerst naar Egypte en in 1898 naar China. Daar bouwt hij de spoorlijn Hankow-Peking en verkrijgt hij mijnbouwconcessies. Leopold II vraagt hem in 1906 voor het beheer van Congo, wat leidt tot

o.a. Union Minière en Forminière. Als gouverneur van de Generale Maatschappij depolitiseert hij de directie, investeert in de KS en bouwt hij de Generale Bank uit.

Paul Janssen (1921-2003, Janssen Pharnaceutica)

Grondlegger in de tweede generatie van Janssen Pharmaceutica. Dr. Paul Janssen is de meest creatieve geneesmiddelenresearcher van de twintigste eeuw. Zeventien fundamentele geneesmiddelen werden door hem en zijn team in Beerse

gevonden. Het familiebedrijf wordt in 1961 een dochter van Johnson & Johnson. Bij J&J is Janssen Pharmaceutica jaar na jaar de motor van de farmaceutische divisie.

Joseph Lemaire (1882-1966, La Prévoyance Sociale)

In 1907 stapt de zoon uit een socialistisch gezin over naar de door de BWP opgerichte CV La Prévoyance Sociale. Hij helpt het bedrijf redden van het faillissement en wordt in 1925 directeur-generaal. Hij socialiseert de winsten door ze te be

steden aan sociale acties: kuuroorden in onder andere Tienen, Klemskerke, Spa, Oostende, MPI’s in Schepdaal en Solières. Ook steunt hij de uitbouw van de ULB.

Victor Parein (1885-1966, Boerenbond)

De man die de Boerenbond tot een economische en politieke macht van eerste orde maakte, stamt zelf uit een landbouwersgezin uit Dranouter. Hij begint in 1922 bij de Boerenbond en wordt in 1924 gedelegeerd bestuurder van het huidige Aveve.

Onder zijn leiding breidt de Middenkredietkas sterk uit, maar wanneer die bank in 1935 failliet gaat, stapt Parrein op en begint een tweede carrière bij Agfa-Gevaert, VEV en NFWO.

Gustaaf Sap (1886-1940, De Standaard)

Gustaaf Sap start in het hoger onderwijs en is medestichter van De Standaard. Sap neemt de leiding van het bedrijf in 1925 en verwerft de meerderheid van de aandelen in 1927. Gustaaf Sap huwt de dochter van de rijke Antwerpse reder

Gylsen. Sap is bestuurder van banken en wordt aandeelhouder van KB. Na zijn verkiezing als katholiek volksvertegenwoordiger in 1919, is hij vanaf 1932 ook geregeld minister.

Ernest Solvay (1838-1922, Solvay & Cie)

Ernest Solvay beschouwt zichzelf in de eerste plaats als wetenschapper, die universiteiten steunt, en de Conseil de la Physique (1911) en Institut de Chimie (1913) sticht. Toch neemt hij in 1861 een brevet op het industrieel vervaardigen van so-

diumcarbonaat, het begin van een imperium dat fabrieken bouwt voor soda, ammoniak, chloor, ligniet, potassium en fosfaten. Hij voert in 1900 de achturige werkdag in.

Jacques Van der Schueren (1921-1997, Tractebel)

Jacques Van der Schueren is een afstammeling van een brouwersfamilie (Le Coq d’Or). Hij groeit uit tot een spil van de Generale Maatschappij van België. Van der Schueren is minister van Economische Zaken. Bij de groei van Tractebel uit onder

meer Tractionel en Electrobel is hij de strateeg. Hij is de chef van de energiebelangen van de Generale Maatschappij en de architect van beleidsbeslissingen als de Pax Elektrica.

Roger Van Overstraeten (1937-1999, Imec)

Imec, het laboratoriumbedrijf voor micro-elektronica in Leuven, is ondenkbaar zonder Roger Van Overstraeten. In 1960 vertrekt de jonge ingenieur naar Stanford University, de bakermat van Silicon Valley. Twee jaar later haalt hij zijn

doctoraat. Ondanks aanlokkelijke aanbiedingen, keert hij terug naar België en onderzoekt halfgeleiders. Esat, zijn labo, groeit uit tot Imec, de aorta van een Silicon Valley in Brabant.

Raoul Warrocqué (1870-1917, Charbonnages de Mariemont)

Laatste grote naam van de befaamde familie Warrocqué uit Henegouwen. Raoul Warrocqué leidt de steenkolenmijnen van Mariemont, het familiebezit. Mariemont wordt de spil van fusies in de steenkolenbranche. Onder zijn beleid wordt er

gemoderniseerd en groeit de interesse in de nieuwe steenkoollagen in Limburg en de Belgische expansie in China. Raoul Warrocqué is in 1899 de rijkste man van België.

De twintig aan u voorgestelde personaliteiten behoren tot het kruim van wat economisch België voortbracht.

Vele anderen verdienden hier ook misschien hun plaats, van koning Leopold II (Congo) over Alfred Löwenstein (bankier), Sylvain De Jong (Minerva), Albert Thys (Electrobel), Solange Schwennicke (Delvaux) en Jacques Saverys (Boelwerf) tot John Cordier

(Telindus) en John Goossens (Belgacom). Hebt u een eigen kandidaat, vul dan gerust zijn naam in op het stemformulier, dat u hieronder vindt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content