De scooter gaat maxi

Ad Van Poppel medewerker Trends

Wie het woord scooter hoort, denkt vaak meteen aan de Vespa. Maar er zijn ook zwaardere scooters, zoals de maxiscooters, die handig zijn op snelwegen en in het spitsverkeer.

Bij het woord ‘scooter’ denken veel mensen meteen aan de Vespa, zoals een Harley-Davidson synoniem is voor motorfietsen. Alle Vespa’s zijn scooters, maar lang niet alle scooters zijn Vespa’s. Een blik op de nieuwe inschrijvingen van motoren en scooters in de eerste vijf maanden van dit jaar leert dat Piaggio het nummer één van de scooterfabrikanten is. Piaggio is het moederbedrijf van Vespa, Piaggio en Aprilia. Vespa is veruit het grootste merk van de groep. Het had in de eerste drie maanden van dit jaar drie exemplaren in de top tien van de best verkochte modellen van motoren en scooters: de GTS300, de GTS125 en de LX125: samen 352 stuks van de 1825 nieuw ingeschreven scooters.

Wie goed rondkijkt in het verkeer, ziet dat de Vespa — of de klonen ervan uit Zuidoost-Azië — vooral worden gebruikt in de stad en in de voorsteden. Ze verschijnen minder op de snelweg of in het spitsverkeer. Als daar scooters rijden, zijn het veeleer de modern ogende exemplaren van de vier grote Japanse merken (Honda, Suzuki, Yamaha en Kawasaki), van BMW, van Piaggio en Aprilia, en van Chinese en Taiwanese merken als Kymco en SYM. Op de snelweg rijden ook de zwaardere exemplaren, de zogenoemde motorscooters of maxiscooters — scooters met een inhoud van 250 cc en meer (tot 839 cc voor de Aprilia SRV850).

M’as-tu-vu

Dat de Vespa minder wordt ingezet op de snelweg, komt doordat het een m’as-tu-vu-scooter is. Het is een leuk voertuig om met de juiste jas, de juiste handschoenen en de juiste helm een terrasje mee te doen. Een GTS300 van Vespa is vrij krachtig. Je kunt er in principe met gemak 120 kilometer per uur mee aanhouden op de snelweg. Maar het pakket is minder ideaal: de gewichtsverdeling is niet evenwichtig (veel gewicht op het achterwiel), de wielen zijn klein en de wielbasis is kort. Bij lagere snelheden hindert dat niet, bij hogere snelheden wel. Zo’n klassieke scooter ligt nerveuzer op de weg en er zijn minder mogelijkheden om bagage onder het zadel weg te bergen.

Motorscooters zijn daarin anders. De wielen zijn groter en de wielbasis is langer. Het gewicht is beter verdeeld — zeker bij de scooters van 500 cc en meer, waarvan het motorblok niet op de achtervork is gemonteerd, maar in het frame voor het achterwiel is geplaatst. Een pluspunt van die scooters is ook hun grote bagageruimte onder het zadel; bij de meeste modellen is plaats voor twee integraalhelmen. Daarnaast hebben de meeste motorscooters een betere aerodynamische vorm en een groot windscherm, dat al dan niet verstelbaar is. Daardoor beschermen ze ook goed tegen regen en wind. Het stuurcompartiment is ruimer en heeft meer autoallures, met allerhande wijzertjes en klokjes — zoals de kilometerteller, de toerenteller, de benzinemeter en de meter van motortemperatuur. Er zijn zelfs afsluitbare handschoenkastjes.

Rijbewijs A

Uit de verkoopcijfers blijkt dat het scootersegment met een cilinderinhoud boven 125 cc aan populariteit wint. Febiac, de federatie van auto- en motorfabrikanten en -importeurs, noteerde in de eerste drie maanden van dit jaar 1120 verkochte scooters met een inhoud van 125 cc en 705 maxiscooters — een 60-40-verhouding. In andere jaren was er een 70-30-verhouding. Het grootste deel van de verkochte scooters bestaat nog altijd uit 125 cc-exemplaren, waarmee je onder voorwaarden ook mag rijden met een rijbewijs B. Voor alle voertuigen die zwaarder zijn dan 125 cc en die meer vermogen hebben dan 15 pk, is het rijbewijs A vereist.

Een deel van de Belgen heeft nog een rijbewijs B van voor 1989 en heeft het rijbewijs A er bij wijze van spreken cadeau bijgekregen. Wie na 1989 het rijbewijs B heeft gehaald, moet voor het rijbewijs A opnieuw rijlessen nemen en een examen afleggen. Maar volgens importeurs stapt een deel van de 125 cc-rijders ondanks die barrière toch over naar een zwaardere scooter.

Extra vervoermiddel

Maar wie kiest voor zo’n zware motorscooter? Thomas Van Outryve — de marketingverantwoordelijke van Moteo, de importeur van Suzuki, SYM en Peugeot — zegt dat het antwoord op die vraag nattevingerwerk is. “Ik denk dat de kopers vaak oudere motorrijders zijn, en mensen die houden van comfort, luxe en gadgets. Ze gebruiken de motorscooter ook om te reizen. Zo’n voertuig is meer dan een gebruiksvoorwerp.”

Marc Opdebeeck — verantwoordelijk voor marketing en sales bij D’Ieteren Sport, de importeur van Yamaha en MBK — situeert de maxiscooterrijders in de hogere sociale klasse. “Het zijn mensen die het zich kunnen permitteren met de scooter naar Brussel te rijden. De Yamaha T-Max kost bijvoorbeeld al 11.000 euro”, zegt hij. Meestal is de scooter een extra vervoermiddel dat naast de auto wordt aangeschaft. Motorrijders hebben doorgaans meer passie voor hun voertuig, denkt Opdebeeck nog. Ze sparen voor die aankoop. Voor scooters à la T-Max gebeurt dat minder.

Ook de andere zware scooters zijn vrij duur. Suzuki’s AN650 Burgmann kost 11.000 euro, evenals de scooters van BMW (de C-serie). De middengroep, de 300 cc- en 400 cc-exemplaren, zijn wat minder duur, maar ze gaan toch nog altijd in de richting van 7000 euro. De modellen van de goedkopere merken als SYM en Kymco zitten daar niet ver onder. De verhoudingen in dat marktsegment zijn dat Vespa op het nummer één staat (28 %), gevolgd door Yamaha (18 %), Honda en SYM (beide 14 %). Suzuki komt aan 6 procent en BMW op 5,5 procent.

Snelverkeer en stadsverkeer

De vraag is natuurlijk ook of ze goed rijden. Ja, dat doen ze. Het enige minpunt bij de meeste is de wat harde en korte achtervering. Op de snelwegen gaan ze goed mee met de rest van het verkeer. De topsnelheid van de 600 cc’ers zit al dicht tegen de 170 kilometer per uur, en de 300- en 400 cc’ers halen 140 à 150 kilometer. (De 125 cc’ers komen met hun 15 pk met moeite aan 110 kilometer.) De wegligging van de maxiscooters is prima en de ervaring is dat je er almaar brutaler mee gaat rijden. In fileverkeer zijn ze gemakkelijk tussen de rijen auto’s te sturen.

De meeste scooters zijn voorzien van een eencilinderkrachtbron. Voor scooters van 500 cc en meer zijn tweecilindermotoren te verkiezen. Bij lagere toerentallen voel je zo’n zware eencilinder werken. Bij 300- en 400 cc-scooters is dat veel minder merkbaar. Zulke motorscooters — zoals de SYM Maxsym 400, de Honda Forza 300 en de Kawasaki J300 — zijn interessant voor het woon-werkverkeer: niet al te zwaar, genoeg vermogen om vlot mee aan het snelverkeer deel te nemen, ze rijden gemakkelijker in het stadsverkeer en kosten minder. Een ander voordeel is hun lage benzineverbruik van nog geen vier liter op honderd kilometer (bij gecombineerd snelweg- en stadsgebruik).

AD VAN POPPEL

In fileverkeer zijn maxiscooters gemakkelijk tussen de rijen auto’s te sturen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content