‘De ruggengraat van de economie’

IGOR DE MAACK "Het is voor spaarders gemakkelijker reële en tastbare beleggingen in activa te begrijpen."

Er staan belangrijke investeringen in infrastructuur op de planning, zowel in de ontwikkelde landen als in de opkomende landen. Via fondsen kunnen beleggers daarvan een graantje meepikken.

Verscheidene studies schatten dat de komende tien jaar wereldwijd zo’n 50.000 miljard dollar aan investeringen in infrastructuur nodig zijn. “Er staan voor meer dan 2000 miljard dollar infrastructuurbedrijven op de beurs. Die beurskapitalisatie blijft heel snel stijgen.” De overheden zijn zich er bewust van dat investeringen in infrastructuur essentieel zijn om de productiviteit en de economische groei van een land te ondersteunen”, zegt Nick Langley, de beheerder van een gespecialiseerd beleggingsfonds van Legg Mason met de veelzeggende naam Rare Infrastructure Value.

Enkele langetermijntrends ondersteunen de infrastructuursector, zoals de groei van de steden in de groeilanden. “Infrastructuur is de ruggengraat van de economie”, meent ook Igor de Maack, de beheerder van DNCA Invest Beyond Infrastructure and Transition. “Een land met een goede infrastructuur heeft een streepje voor. Het is voor spaarders en beleggers ook gemakkelijker reële en tastbare beleggingen in activa te begrijpen, zoals autowegen, luchthavens, havens, gas- en elektriciteitsnetwerken en satellieten.”

De overheden die de investeringen doen, kampen vaak met grote begrotingstekorten. Daarom zoeken overheden zo’n beetje overal ter wereld meer en meer hun toevlucht tot privaat geld. Infrastructuurfondsen zijn erg in trek, omdat die beleggen in reële activa die aantrekkelijke rendementen bieden in een context van lage obligatierentes.

Defensief karakter

In 2019 wonnen de infrastructuurfondsen al gemiddeld 20 procent bij. Volgens Alex Araujo, de beheerder van M&G Global Listed Infrastructure, dankt infrastructuur een deel van haar aantrekkingskracht aan “haar defensieve karakter in een wereld die onzeker is.” Doorgaans krijgen bedrijven een concessie of een vergunning van de overheid om een infrastructuur uit te baten en te onderhouden. Door die overheidscontracten hebben beleggers een goed zicht op de inkomsten die tijdens de looptijd van de concessie worden gegenereerd. Bovendien worden die vaak aangepast aan de inflatie. “Zelfs in een recessie blijven mensen water drinken, elektriciteit gebruiken en hun auto parkeren. Die aandelen schommelen minder dan de aandelenmarkten. Door de zwakke correlatie met de andere grote activaklassen is infrastructuur een bron van diversificatie in een evenwichtige portefeuille. Dat voordeel komt vooral in periodes met veel stress op de markten bovendrijven”, zegt Nick Langley.

'De ruggengraat van de economie'

Jay Rosenberg, de beheerder van het fonds Nuveen Global Infrastructure, waarschuwt dat de sector niet zonder risico’s is. Zo kunnen wijzigingen in het beleid van een overheid een grote impact hebben. Die laten zich niet altijd voorspellen. “Ook andere onvoorziene gebeurtenissen kunnen de sector door elkaar schudden. Een voorbeeld is de implosie van de koers van Atlantia, na de instorting van de Morandi-brug in Genua in 2018. ” Diversificatie en voldoende vlot verhandelbare namen in de portefeuille zijn geen overbodige luxe.

Verschillende accenten

De infrastructuurfondsen investeren doorgaans slechts in een vijftigtal bedrijven. Ze ruilen ook minder vaak dan andere fondsen aandelen in voor andere waarden. Hoewel ze gemeenschappelijke trekken hebben, is het ene infrastructuurfonds het andere niet.

Bij M&G ligt het accent op bedrijven die fysieke activa bezitten of uitbaten, omdat die een bepaalde zekerheid bieden, en op bedrijven die stijgende dividenden kunnen uitkeren aan hun aandeelhouders. Bij DNCA zijn minstens twee op de drie bedrijven in de portefeuille Europees, terwijl het fonds van Legg Mason vooral in Amerikaanse ondernemingen investeert.

Infrastructuur is een verzamelwoord van een hele waaier aan subsectoren, zodat de fondsbeheerders ondanks hun specialisatie in infrastructuur nog altijd een vrij gediversifieerde portefeuille kunnen samenstellen. Alex Araujo heeft een boon voor bedrijven die zich op de een of andere manier bezighouden met de grotere behoefte aan connectiviteit, zoals datacenters, glasvezelnetwerken en zendmasten.

Igor de Maack ziet ook veel potentieel in communicatie-infrastructuur, maar hij investeert ook graag in bedrijven die van iets te maken hebben met hernieuwbare energie. “De normen inzake CO2-uitstoot zullen veel strenger worden en de zoektocht naar oplossingen voor een minder vervuilende energieproductie is een noodzaak.”

Nick Lanley heeft een voorliefde voor defensieve beleggingen en vermijdt bedrijven zoals spoorwegmaatschappijen en uitbaters van tolwegen, die meer gevoelig zijn aan de economische omstandigheden. Jay Rosenberg probeert de blootstelling aan grondstoffen te beperken, om de voorspelbaarheid van de prestaties en de volatiliteit in de portefeuille te beperken.

Grote wijzigingen

De beheerders hebben geen grote wijzigingen aan hun portefeuilles aangebracht in 2019, ondanks het verslechterende macro-economische klimaat. “Wij zijn uit een aantal bedrijven gestapt, omdat hun waardering te hoog opliep. We hebben een aantal nieuwe bedrijven in de portefeuille opgenomen, zoals het Spaanse Red Electrica, Aqua America, het Britse SSE en het Amerikaanse Clearway Energy.”

Bij M&G is het gewicht van de verschillende regio’s licht veranderd, omdat er in Europa koopjes opdoken. “Noord-Amerika blijft onze belangrijkste markt, door het gunstige reglementaire kader en de diepte van de markt”, legt Alex Araujo uit.

Ook Igor de Maack heeft wat meer geïnvesteerd in Europese bedrijven die actief zijn in de energietransitie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content