De rode draad

Niet dat er een oorzakelijk verband is. “Ik geloof sterk in de uitbouw van een tegenmacht. Ik heb weinig zin om te participeren in het bedrijfsbeheer. Maar ik zie het nut niet in van een strategie die de werkgever naar een catastrofe leidt.”Gacoms, het 45ûjarige boegbeeld van de Centrale der Metaalindustrie (CMB), omschrijft zichzelf als “een brave jongen, maar één die weet wat hij wil”.Criticasters noemen hem autoritair en een sluwe vos, die zelden of nooit afwijkt van een ingenomen standpunt, weinig tegenspraak duldt, en daarbij zelfs de harde hand niet schuwt. Anderen noemen hem aimabel, bewonderen zijn dossierkennis en scherpe analyses, en merken op dat hij juist weinig moeite heeft om zijn principes en meningen aan te passen aan de realiteit. De werkgeversorganisatie Agoria Brabant looft zijn kalmte en zijn zin voor dialoog. “Hij is niet bang om een patronaal standpunt over te nemen, indien het goed is onderbouwd. En, belangrijk: hij houdt zich aan zijn woord.”Gacoms rijdt rond in een Renault Safrane. En zolang de Franse autobouwer de tewerkstelling van 400 mensen in Vilvoorde garandeert, blijft dat zo, belooft hij. De sluiting van de lokale fabriek, en zijn bijna permanente beschikbaarheid voor de media in die dagen, leverden de Brusselaar nationale bekendheid op. “Mediatraining heb ik nooit gevolgd. Maar ik had geen tijd om na te denken of te twijfelen, en dat bleek mijn sterkste punt.”Streelt al die belangstelling zijn ijdelheid? “Zeggen dat hij andere bonden niets gunt, is verregaand, maar hij houdt wel rekening met de profilering van zijn vakbond. Maar voor zichzelf kan hij het missen,” klinkt het diplomatisch bij een collega.Gacoms zelf is al een tijd bewust gsmûloos. “Herkend worden is soms leuk, maar Renault was een overdosis. Het was echter de enige manier om zo snel mogelijk alle arbeiders te bereiken én de publieke opinie te bewerken.”Van het verzilveren van die bekendheid kwam niets in huis. Hans Bonte werd door toenmalig SPûvoorzitter Louis Tobback in het arrondissement HalleûVilvoorde geparachuteerd voor de Kamerverkiezingen, en zelf zag hij een kandidatuur voor de Brusselse Hoofdstedelijke Raad niet zitten.Gacoms’ tengere, bijna iele lichaamsbouw staat in schril contrast met de uitstraling en het natuurlijk gezag dat hij over zijn troepen heeft. Zijn sterkte? Hij kan heel complexe materies heel eenvoudig uitleggen, in een taal die “zijn” mensen begrijpen. Zijn grootvader was een Limburgse mijnwerker en terwijl de mijnen sloten, werkte zijn vader zich op van arbeider tot vertegenwoordiger bij een Anderlechtse lederfabrikant.In pilotenkringen valt te horen dat hij wel solidariteit van hun kant eist, maar daar zelf veel minder toe bereid blijkt mits de schade bij de arbeiders beperkt blijft. Gacoms erkent dat bij Sabena elke werknemerscategorie vooral opkomt voor zijn eigen positie, maar is niet onder de indruk van het verwijt. “Een corporatistische organisatie die de vakbond verwijt alleen aan zijn eigen machtsbasis te denken? Ik denk dat de piloten al bewezen hebben zelf niet zo actiebereid te zijn.”Ook met het ACV, die andere grote bond, zijn er al eens meningsverschillen, geeft Gacoms toe. Zegt zijn collega Inge Vervotte (ACV): “Karel luistert naar argumenten, maar houdt er daarom niet noodzakelijk rekening mee.”Vervotte vindt Gacoms vooral sterk als strateeg, met veel ervaring inzake de timing van acties. Maar hij kan ook heel rechtlijnig zijn, bijna onflexibel, en hard voor de afgevaardigden. Vervotte: “Bij een spontane actie moeten die de stakers maar overtuigen te stoppen. Want om ermee te beginnen hadden ze de secretarissen ook niet nodig.”Gacoms was in zijn jonge jaren nog lid van de jeugdorganisatie van het extreemûlinkse Amada. Bij Renault gooide hij Stan Van Hulle buiten. Gacoms: “Niet omdat hij PVDA’er was, maar omdat hij de syndicale ordewoorden niet volgde. Maar ik moet toegeven: sindsdien zien we daar scherper op toe.”De Brusselse vakbondsman ging na zijn studies moderne wiskunde aan het Koninklijk Atheneum in Etterbeek aan de slag bij VTR, een nonûferrobedrijf in Vilvoorde. Daar r

Niet dat er een oorzakelijk verband is. “Ik geloof sterk in de uitbouw van een tegenmacht. Ik heb weinig zin om te participeren in het bedrijfsbeheer. Maar ik zie het nut niet in van een strategie die de werkgever naar een catastrofe leidt.”

Gacoms, het 45-jarige boegbeeld van de Centrale der Metaalindustrie (CMB), omschrijft zichzelf als “een brave jongen, maar één die weet wat hij wil”.

Criticasters noemen hem autoritair en een sluwe vos, die zelden of nooit afwijkt van een ingenomen standpunt, weinig tegenspraak duldt, en daarbij zelfs de harde hand niet schuwt. Anderen noemen hem aimabel, bewonderen zijn dossierkennis en scherpe analyses, en merken op dat hij juist weinig moeite heeft om zijn principes en meningen aan te passen aan de realiteit. De werkgeversorganisatie Agoria Brabant looft zijn kalmte en zijn zin voor dialoog. “Hij is niet bang om een patronaal standpunt over te nemen, indien het goed is onderbouwd. En, belangrijk: hij houdt zich aan zijn woord.”

Gacoms rijdt rond in een Renault Safrane. En zolang de Franse autobouwer de tewerkstelling van 400 mensen in Vilvoorde garandeert, blijft dat zo, belooft hij. De sluiting van de lokale fabriek, en zijn bijna permanente beschikbaarheid voor de media in die dagen, leverden de Brusselaar nationale bekendheid op. “Mediatraining heb ik nooit gevolgd. Maar ik had geen tijd om na te denken of te twijfelen, en dat bleek mijn sterkste punt.”

Streelt al die belangstelling zijn ijdelheid? “Zeggen dat hij andere bonden niets gunt, is verregaand, maar hij houdt wel rekening met de profilering van zijn vakbond. Maar voor zichzelf kan hij het missen,” klinkt het diplomatisch bij een collega.

Gacoms zelf is al een tijd bewust gsm-loos. “Herkend worden is soms leuk, maar Renault was een overdosis. Het was echter de enige manier om zo snel mogelijk alle arbeiders te bereiken én de publieke opinie te bewerken.”

Van het verzilveren van die bekendheid kwam niets in huis. Hans Bonte werd door toenmalig SP-voorzitter Louis Tobback in het arrondissement Halle-Vilvoorde geparachuteerd voor de Kamerverkiezingen, en zelf zag hij een kandidatuur voor de Brusselse Hoofdstedelijke Raad niet zitten.

Gacoms’ tengere, bijna iele lichaamsbouw staat in schril contrast met de uitstraling en het natuurlijk gezag dat hij over zijn troepen heeft. Zijn sterkte? Hij kan heel complexe materies heel eenvoudig uitleggen, in een taal die “zijn” mensen begrijpen. Zijn grootvader was een Limburgse mijnwerker en terwijl de mijnen sloten, werkte zijn vader zich op van arbeider tot vertegenwoordiger bij een Anderlechtse lederfabrikant.

In pilotenkringen valt te horen dat hij wel solidariteit van hun kant eist, maar daar zelf veel minder toe bereid blijkt mits de schade bij de arbeiders beperkt blijft. Gacoms erkent dat bij Sabena elke werknemerscategorie vooral opkomt voor zijn eigen positie, maar is niet onder de indruk van het verwijt. “Een corporatistische organisatie die de vakbond verwijt alleen aan zijn eigen machtsbasis te denken? Ik denk dat de piloten al bewezen hebben zelf niet zo actiebereid te zijn.”

Ook met het ACV, die andere grote bond, zijn er al eens meningsverschillen, geeft Gacoms toe. Zegt zijn collega Inge Vervotte (ACV): “Karel luistert naar argumenten, maar houdt er daarom niet noodzakelijk rekening mee.”

Vervotte vindt Gacoms vooral sterk als strateeg, met veel ervaring inzake de timing van acties. Maar hij kan ook heel rechtlijnig zijn, bijna onflexibel, en hard voor de afgevaardigden. Vervotte: “Bij een spontane actie moeten die de stakers maar overtuigen te stoppen. Want om ermee te beginnen hadden ze de secretarissen ook niet nodig.”

Gacoms was in zijn jonge jaren nog lid van de jeugdorganisatie van het extreem-linkse Amada. Bij Renault gooide hij Stan Van Hulle buiten. Gacoms: “Niet omdat hij PVDA’er was, maar omdat hij de syndicale ordewoorden niet volgde. Maar ik moet toegeven: sindsdien zien we daar scherper op toe.”

De Brusselse vakbondsman ging na zijn studies moderne wiskunde aan het Koninklijk Atheneum in Etterbeek aan de slag bij VTR, een non-ferrobedrijf in Vilvoorde. Daar rolde hij de syndicale wereld in. “De eerste dag al kwam er een kerel aangereden op zijn brommertje. Hij liet uitschijnen dat lidmaatschap van de vakbond een verplichting was. Die delegatie was echt in handen van communisten. De eerste keer dat er een staking was, wou ik het piket gaan versterken. De twee afgevaardigden waren woedend dat ik zelfs maar kwam opdagen: stakers moesten thuis zitten.”

Omdat hij bij VTR na zijn achttiende verjaardag in de nachtploeg zou terechtkomen, zocht hij ander werk. Hij kwam terecht bij ketelbouwer Wanson, die inmiddels ook al twee faillissementen achter de rug heeft maar nog steeds overleeft. Vijf jaar later, in 1979, werd hij er afgevaardigde. In 1986 ging hij als secretaris bij het CMB aan de slag.

Als voorzitter van het ABVV-Vlaams Brabant en als federaal secretaris van CMB Noord-Brabant zweert hij bij een duidelijke taakverdeling. “Een tiran is het zeker niet, maar hij is evenmin bang om iemand een uitbrander te geven,” merkt een medewerker op.

Bovendien weet hij zijn vijanden goed te kiezen. In het conflict met Renault was Louis Schweitzer de kop van Jut, bij Sabena de Zwitsers. Verre doelwitten, want met de lokale mensen moet hij nog aan tafel zitten. Pragmatisme? Een kwestie van verantwoordelijkheden correct toewijzen, vindt Gacoms. “Wat kan ik Christoph Müller verwijten? De analyse die hij maakte van de fouten bij Sabena was echt erg sterk, wat niet wil zeggen dat ik het eens ben met al zijn remedies. Maar het is niet alleen Swissair dat ik miskleunen verwijt. De medeplichtigheid van de Belgische Staat is zeer groot. Daarmee vergeleken is de 17 miljard kapitaalinbreng zelfs nog veel te weinig.”

Luc Huysmans

“Ik geloof sterk in een tegenmacht: ik zie het nut niet in van een strategie die de werkgever naar een catastrofe leidt.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content