De Reach-revolutie

De chemiesector vloekte binnensmonds toen Europa de zogenaamde Reach-richtlijn voor de verplichte registratie van chemische stoffen goedkeurde. Maar intussen is ook bij de sectorfederatie essenscia het besef gegroeid dat Reach ook een promotiecampagne kan betekenen.

Toegegeven, in het begin heeft de industrie zich verzet omdat zij dacht dat de belasting op bedrijven te groot zou worden. Maar op termijn zal Reach een zegen zijn voor de chemiesector”, zegt Yves Verschueren, sinds vorige herfst de gedelegeerd bestuurder van essenscia. “Het moet een heel stuk van de bekommernis bij de man in de straat over chemicaliën wegnemen.” Is Reach dan een godsgeschenk? “Juist”, zegt Verschueren.

Reach, voluit Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemicaliën, werd na vijf jaar van bikkelharde onderhandelingen tussen de Europese Commissie en de chemiesector eind 2006 door het Europese parlement goedgekeurd. De verordening trad op 1 juni 2007 officieel in werking. Een jaar later is het pas echt menens geworden. Begin deze week begon de preregistratie van de chemische stoffen die in Europa worden geproduceerd of ingevoerd. Meteen de eerste concrete gevolgen voor de bedrijven die voornamelijk onder de vleugels bewegen van essenscia, de federatie voor chemie en life sciences.

De gratis preregistratie geldt voor elke producent of importeur die een stof in hoeveelheden van 1 ton of meer per jaar vervaardigt of invoert. De impact op producenten en invoerders is veel ruimer dan gedacht. Ze laat zich niet alleen voelen bij bedrijven in de chemie-, ferro- of non-ferrosector, maar onder meer ook in textiel, bouw, papier, elektronica, auto en grafische industrie.

De preregistratie moet voor 1 december afgrond zijn, en gebeurt bij het nieuwe Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA) in Helsinki. Het ECHA verwacht een vloedgolf van 150.000 preregistratiedossiers voor de naar schatting 30.000 chemische substanties en 20.000 à 40.000 tussenproducten. En het basisprincipe is eenvoudig: zonder registratie is er eind dit jaar al geen productie of import meer voor de betrokken stof.

Bewijslast

Reach groeide uit bezorgdheid over de impact van de stoffen op milieu en gezondheid. “Je kunt nooit weglopen van de realiteit. Chemische producten zijn, als ze niet op de juiste manier worden begeleid, een potentieel gevaar”, benadrukt Verschueren. “Het is onze taak om de consument ervan te overtuigen dat de chemicaliën die we gebruiken veilig zijn.”

Dat kan alleen maar door de verouderde wetgeving over chemische stoffen aan te passen. Die uit 1967 daterende wetgeving zorgde ervoor dat risico’s van vele stoffen te weinig bekend zijn en de informatie vaak enkel vlotjes circuleerde binnen het bedrijf.

Met Reach wil Europa zoveel mogelijk gevaarlijke stoffen weren en ongevaarlijke alternatieven promoten. Echt gevaarlijke stoffen zullen dan nog enkel op de markt geraken met een speciale toelating.

Reach verplicht Europese bedrijven om zelf informatie te verzamelen en te verspreiden over de eigenschappen en risico’s van chemische stoffen, onvermijdelijk een dure en omslachtige klus. Bovendien moeten de bedrijven zelf aangeven hoe de risico’s kunnen worden beperkt. Omdat de bewijslast bij de bedrijven ligt, moeten zij ook zelf opdraaien voor de kosten voor zulke risicoanalyses.

Reach heeft in eerste instantie een impact op de chemiesector, maar ook op een lange rij andere sectoren binnen of buiten de koepel van essenscia. Binnen de koepel, die gisteren zijn algemene vergadering wijdde aan duurzame ontwikkeling en de klimaatuitdagingen, zitten bijvoorbeeld ook de subsectoren cosmetica en detergenten, maar evengoed de biotechnologiesector. Farma ontspringt als enige bij essenscia de dans. “Geneesmiddelen hebben hun eigen wetgeving en zijn in principe niet onderhevig aan de Reach-wetgeving”, stelt Verschueren.

De preregistratie maakt dat bedrijven en hun klanten de stoffen kunnen blijven produceren en gebruiken tot aan hun registratiedeadline, die ligt tussen 2010 en 2018, afhankelijk van het volume en risico van de stof. Stoffen die in grote volumes (meer dan 1000 ton) worden geproduceerd en gebruikt, en zeer zorgwekkende stoffen worden als eerste geregis-treerd. In een volgende fase moeten producenten, invoerders of gebruikers ook gegevens voorleggen over de effecten van de chemische stoffen op milieu en gezondheid.

Beroepsgeheim

Omdat de preregistratie gratis is, zullen vrijwel alle stoffen worden aangemeld. Maar waarnemers verwachten dat vele bedrijven in een aantal gevallen nadien zullen beslissen om te verzaken aan de definitieve registratie, omdat die te duur zou uitvallen. Zo kan de vergoeding voor een registratie van een stof oplopen tot 31.000 euro, en bedraagt de standaardvergoeding voor een autorisatie 50.000 euro plus 10.000 euro per stof. Hoe zwaar de factuur wordt, is onduidelijk. De Europese Commissie houdt het op een ruwe schatting van 2,8 à 5,2 miljard euro. Daartegenover staan de veel hogere gezondheids- en milieuvoordelen. De langetermijnbesparing op de gezondheid kan gemakkelijk 50 miljard euro zijn, maar kan ook het dubbele bedragen. Voor milieu variëren de ramingen van 9 miljard euro tot het tienvoudige.

Een noodfonds om bedrijven die de registratiefinanciering niet aankunnen is er niet en wordt ook niet gepland. “Daar geloven we niet in.” Essenscia steunt de bedrijven onder meer via infocampagnes, maar heeft ook experts ingehuurd. Zo onder meer IT-bedrijven die programma’s kunnen aanbieden om de administratieve klus te vereenvoudigen. Er zijn ook advocatenkantoren ingehuurd voor ondersteuning. “Er worden langs verscheidene kanten partnerschappen opgezet om bedrijven te helpen te geraken waar ze moeten zijn. Maar het werk moet wel in de bedrijven zelf gebeuren, en de kosten van de oefening liggen wel in het bedrijf zelf. Dat is onvermijdelijk.”

“Bovendien heeft registratie van bepaalde ingrediënten met formules te maken. Daar zit waarschijnlijk ook af en toe een stuk beroepsgeheim bij. Ik denk dat de solidariteit uiteindelijk ook haar grenzen heeft.”

Paniek is er bij de leden niet te bespeuren. “Misschien zijn er hier en daar wat accidentjes, maar hopelijk kunnen we ze tijdig opvangen”, zegt Verschueren.

Attent blijven

En zeggen dat de chemiesector aanvankelijk vreesde voor een bloedbad onder zijn kleinere leden, omdat die de loodzware administratieve en financiële last niet zouden kunnen dragen. “De gedachtegang rond Reach is geëvolueerd”, zegt Verschueren daar nu over. “Hoewel ik niet zeker ben dat iedereen in de sector dat volledig zal beamen. (lacht) Vooral diegenen die vandaag bezig zijn met het invullen van de sheets om zeker te zijn dat ze het preregistratieverhaal kunnen instappen, zullen misschien af en toe eens vloeken.”

Essenscia verwerpt intussen de kabbelende kritiek dat de bedrijven te weinig tijd zouden hebben gekregen om zich aan te passen aan de eisen van Reach. “Dat zou onjuist zijn. Er was voldoende tijd”, zegt Verschueren, die toch op zijn hoede blijft voor Europa. “Fundamenteel is er geen discussie dat dit de richting moet zijn waarin we gaan, maar we moeten wel heel attent blijven. De wetgeving mag dan wel goedgekeurd zijn in 2006, maar er worden in de Europese instanties nog continu amendementen ingediend op de uitvoeringsmodaliteiten. Vanuit bepaalde hoeken wil men er extra verplichtingen inbouwen.”

Hoe andere landen intussen omgaan met Reach krijgt essenscia te horen via de Europese sectororganisatie Cefic. Die beschouwt België tot nader order als een van de beste leerlingen van de klas. “Cefic heeft ons een enorm compliment gegeven door Erwin Annys, die bij ons het Reach-beleid voor België opvolgde, te promoveren tot directeur van het Reach-programma voor Europa. Dat is voor ons een erkenning van het werk dat wij hier geleverd hebben. Voor hem is dat een prachtige kans die veel deuren opent, niet alleen in België maar ook in Europa, en zowel bij bedrijven als de overheden.”

Rest van de wereld

Intussen wordt ook al jaren gewerkt aan het vervolgverhaal op Reach met het zogenaamde Globally Harmonized System of Classification and Labelling of Chemicals (GHS), dat met enkele jaren vertraging zou worden ingevoerd vanaf 2012-2013. “Eigenlijk komt dat neer op het optrekken van het concept van Reach naar een wereldniveau”, zegt Verschueren. Deze keer lag het initiatief niet bij Europa. GHS wordt gedragen door een programma van de Verenigde Naties. “Al zou het me niet verbazen als Europa met Reach mee aan de oorsprong lag. De aanpak van GHS ligt helemaal in de lijn van Reach, en daardoor gaan we in Europa een stuk voorsprong hebben. Wij hebben namelijk een groot stuk van ons huiswerk al af.”

Essenscia zet zich wel schrap bij sommige onderdelen van GHS. “Eén punt waar wij ongelukkig over zijn, is dat zij een heel aantal extra ingrediënten mogelijk labelen als gevaarlijke stof”, zegt Verschueren. “Zelfs afwasproducten, en dat lijkt ons toch wat te extreem.”

Intussen is het afwachten of Reach op punt staat. “We moeten ondervinden of we geen denkfouten hebben gemaakt in de aanloop, maar ik denk het niet”, zegt Verschueren. “We mogen het alleen niet onderschatten. Het is een heel zwaar programma met tienduizenden stoffen die moeten geregistreerd en goedgekeurd worden. Het gaat ook over veel lidstaten, dus ik hoop dat die hoge ambities kunnen worden waargemaakt.”

Afwachten ook of het agentschap in Helsinki opgewassen is tegen de tsunami van registratiedossiers. Het ECHA telt vandaag 200 werknemers, en wil op termijn 400 mensen aan het werk hebben. “We beginnen eraan, met de vingers gekruist”, besluit Verschueren. (T)

Door Bert Lauwers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content