De pyrrusoverwinning tegen big tech

Marc De Vos © Marc De Vos

Mijn geadopteerde werkland Australië behaalde vorige week een glansrijke overwinning. Het vocht als David tegen Goliath en versloeg Google en Amazon in een pioniersstrijd voor een eerlijke financiering van de klassieke media. Aussie boven, want dit precedent inspireert andere landen die maar wat graag in de buidel van big tech willen tasten. De Europese Unie, Canada en het Verenigd Koninkrijk staan te popelen.

Dat zou nefast zijn. Als een nieuwe en een oude industrie vechten om marktaandeel, is het dan aan de overheid om de nieuwe spelers tot afdrachten aan de oude te dwingen? Dat is het Australische scenario. Zowel de internetplatformen, de zoekmachines als de klassieke mediabedrijven beconcurreren elkaar voor advertenties. De techbedrijven verslaan daarin de oude media. De overheid van de Australische mediaondernemingen treft de Amerikaanse internetbedrijven met een overwinnaarsbelasting waarover ze rechtstreeks met hun concurrenten moeten onderhandelen.

Australië wil de verliezende media-industrie beschermen om kwaliteitsvolle media te garanderen. Ik wil wel. Niemand moet mij overtuigen van het belang van goede media in een democratie. Na Donald Trump beseft iedereen dat het online verspreiden en delen van informatie aan diepe bezinning toe is. Daarbij moeten de rol, de verantwoordelijkheid en de juridische status van zoekmachines en internetplatformen worden herbekeken. Dat fundamentele debat vermijdt het Australische initiatief volledig. In plaats daarvan faciliteert zakendeals tussen mediagroepen.

De belangrijkste winnaar is News Corp, de multinational van de Australische persmagnaat Rupert Murdoch, de uitgever van onder andere The Wall Street Journal, The Sun, The Times en diverse Australische kranten. Google sloot een deal voor de wereldwijde business, en Facebook onderhandelt met News Corp, naar verluidt telkens voor een bedrag meer dan 100 miljoen dollar. Het eindresultaat is een geheime alliantie tussen multinationals die beide profiteren van gedeelde onlinecontent. De zakenmodellen blijven onveranderd en wat er met het geld zal gebeuren, is een raadsel. Tot dusver de garantie voor kwaliteitsjournalistiek.

Het Australische precedent is een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet.

De interneteconomie en big tech staan voor een periode van fundamentele regulering. Iedereen weet dat er vier zaken moeten gebeuren. Een belastingregime voor de digitale economie moet internetbedrijven deels belasten in landen waar ze virtueel actief zijn. De marktdominantie van de internetgiganten vergt ingrepen in marktstructuren en zakenmodellen. De rol van internetplatformen en sociale media voor nieuwsgaring en meningsuiting moet worden uitgeklaard. Onderliggend is een nieuw referentiekader nodig over eigendom, beveiliging, exploitatie en waardecreatie met data.

Het Australische precedent is voor dat alles een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet. Het politieke proces was problematisch. Australië speelde soloslim en nam de vlucht vooruit. In plaats van regulering werd gekozen voor een onderhandelde vergoeding tussen wederzijds afhankelijke bedrijven. De uitkomst is problematisch. Voor een relatief beperkt bedrag verzekeren internetgiganten zich van mediacontent, terwijl ze nieuwe regulering vermijden.

Nu komt de kat op de koord. Aan landen met begrotingszorgen is er geen gebrek. Geldbeluste regeringen zullen maar wat graag Australië imiteren. De dominante internetbedrijven zullen proactief met lokale en internationale mediaspelers onderhandelen. Daarmee hopen ze regulering van hun industrie te vermijden en hun rol in de nieuwsindustrie voort uit te bouwen. Als de Australische regeling voor een overwinning moet doorgaan, dan is het een klassieke pyrrusoverwinning die de dominantie en de controle van big tech verder dreigt te verankeren.

De auteur is decaan aan de Macquarie University in Sydney en visiting fellow bij de denktank Itinera. @devosmarc

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content