DE ‘PATATTEN’ VAN JéRôME DERVICHIAN

Op 1 januari 1977 ging De Coene in vereffening. De internationale houtonderneming van de Pottelberg in Kortrijk had 2500 medewerkers op haar hoogtepunt, bestond 90 jaar en bediende klanten wereldwijd. De Coene ontbeerde in de jaren zeventig het managementtalent om een Ikea te worden. Staan wij verder op 11 januari 2007, na de bekendmaking van de Manager van het Jaar 2006?

Van tien naar drie en van drie naar één en u weet wie het is. Elke Manager van het Jaar is een symbool. Een symbool voor een team, een bedrijf, een groep die hij of zij stuurt. Trends weet dat de Managers van het Jaar staan voor kosmopolitische ondernemers van bij ons die de 21ste eeuw aankunnen. Hoe? Door het Europese vernuft te koppelen aan de Aziatische massaproductie, de gekochte of geleende technologie van de VS en de ondergebruikte breinen en handen van de Derde Wereld. De Vlerick Leuven Gent Management School, de UAMS, de Lessius Hogeschool, de Handelsschool Solvay vormen die kosmopolieten. Zij winnen diepgang door hun verbeelding te verrijken met verhalen uit de eigen traditie.

Jérôme Dervichian spreekt vol overgave over de patatten voor de Vlaamse magen en de bâches tegen de noorderregen die hij vorderde in Reykjavik voor de arbeiders van De Coene die het Hotel Loftleidir verfraaiden met interieurs uit Kortrijk. Weemoedig dwaalt Dervichian door de Unesco in Parijs. De Coene verkocht tafels en zetels voor de conferentiezalen van de internationale cultuurorganisatie. De degelijkheid en de vindingrijkheid van de stukken spreken uit elk beeld. De nostalgie om wat had kunnen zijn, overweegt bij Willy Nel, de ontwerper van Decoplan, een nevenbedrijf van De Coene. Minutenlang demonstreert hij met houtplaten, moeren en bouten de zelfbouwrekken van De Coene en eindigt gelaten: wij waren tien jaar te vroeg en te duur. Nergens koopt u de meubelpakketten van Decoplan. Ikea versleept zijn gelijkaardige dozen naar China. De getuigenissen van Dervichian en Nel liepen op beeldschermen in Kortrijk.

Marginale bijdrage. Vier dagen voor de bekendmaking van de nieuwe Manager van het Jaar sloot de opzienbarende tentoonstelling over de Kunstwerkstede De Coene haar deuren. Meubels, spanten, huizen, radiokasten, zetels, banken, tafels, triplex, dubbels en originelen van brieven, plannen en foto’s illustreerden een onbekend verhaal. Waarom dook De Coene onder de horizon? De onderneming bouwde honderden diverse producten, deed het priegelwerk voor tientallen wereldarchitecten, had een ijzersterke ambachtelijke reputatie, maar was gemeend onrevolutionair. De avant-garde, ook de avant-garde van de researchers, toont nauwelijks belangstelling voor het geduldig perfectioneren van productieprocessen. De Coene deed dat negen decennia.

Congolese arbeiders bouwden 1000 prefabwoningen van De Coene in Leopoldstad, de Pottelberg verzond 1800 trailers voor de Amerikaanse basissen in Europa, voor Philips fabriceerde het bedrijf dagelijks 1000 radiokasten, de Kortrijkzanen leverden 300 houten bungalows in Eindhoven, in België staan tientallen prefabscholen met de spantentechnologie van De Coene. De onderneming exporteerde midden jaren vijftig 42 % van de productie. U kijkt verbaasd op. Omdat u geen Kortrijkzaan bent. En de houtsector toen en nu een marginale bijdrage levert voor het bbp. De Coene werd een blinde vlek in ons economische geheugen.

Creativiteit. Voka, Flanders District of Creativity, het Actieplan voor Vlaanderen, professor Leo Sleuwaegen baseren zich op het verleden van Vlaanderen om voorrang te eisen voor de creatieve industrie langs Maas en Schelde. De creatieve industrie, berekenden FDC en Vlerick recentelijk, draait een omzet van 11 miljard euro en een toegevoegde waarde van 4,1 miljard euro. Beide cijfers groeien elk jaar. 55.500 mensen werken in deze sector met een snellere tewerkstellingsgroei dan de rest van de economie.

Wat moet vermeden worden en waarom stierf De Coene? Nooit was de onderneming een financieel succes. De kracht van De Coene school minder in het management dan in de dynamiek, de scheppingskracht en het vakmanschap van de medewerkers. Tien jaar voor het malle einde van De Coene werden koloniale dochters van Generale Maatschappij van België voor 60 % eigenaar van de Kortrijkse Kunstwerkstede, de originele naam met de klank van art deco en de artsandcraftsmovement van William Morris. De koloniale subholdings van lavieilledouarière zochten na de Congolese onafhankelijkheid nieuwe investeringen en een stek in Vlaanderen. Pol Provost (1907-1990), toeverlaat van de familie De Coene, met zijn liberale, loge en Vlaamse connecties, lijmde de Generale Maatschappij. Een mallemolen van dynamiek, noodstops, vers geld, ruzie en ijdelheid begon te tollen. Haast dag op dag dertig jaar geleden ging De Coene nv in vereffening. Dat hoefde niet zo te zijn.

De auteur is directeur van Trends. Reacties: frans.crols@trends.be

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content