‘De oplossingen zijn er meestal al’

Luc Huysmans senior writer bij Trends

“We hebben in 2014 alleen al 40 miljoen euro eigen vermogen geïnvesteerd, maar gelukkiger zijn we nog niet geworden.” André Jurres van het hernieuwbare-energiebedrijf NPG Energy wacht op een visie van de overheid.

Amper een paar maanden oud, is een van de mengmachines van de biomassacentrale NPG Bio II in Kallo al buiten strijd. Een fabricatiefout. Daaraan merk je dat een energiefabriek uit de grond stampen in essentie hetzelfde is als een huis bouwen. Alleen zijn de investeringen groter, en opereert een energiebedrijf onder een overheid die haar energiehuishouding nog lang niet op orde heeft.

“De energiemarkt is voorbij de liberalisering”, vindt André Jurres. “De investeringen zijn zo groot geworden dat ze niet meer door de vrije markt kunnen worden gegenereerd, tenzij met overheidssteun. Maar dan ben je eigenlijk winst aan het subsidiëren.” Jurres begon in 2001 met WattPlus, dat bij de vrijmaking van de energiemarkt de eerste uitdager werd van Electrabel en SPE (nu EDF Luminus). Hij verkocht het bedrijf na een jaar aan het Nederlandse Essent, maar leidde het nog vier jaar. Met Jacques Adam richtte hij vervolgens NPG Energy op. Met het Luxemburgse Enovos als meerderheidsaandeelhouder bouwt de onderneming hernieuwbare-energiecentrales in de Benelux.

“Het elektriciteitssysteem heeft vooral flexibiliteit nodig. We hebben geen gascentrale van 900 megawatt (MW) nodig, maar twintig van 40 MW. En opslag, want we kunnen het evenwicht op het netwerk niet garanderen met alleen hernieuwbare energie. Maar dan kan je niet zonder capaciteitsvergoedingen: investeerders die worden betaald om productiecapaciteit ter beschikking te stellen.”

Moeten we dan concluderen dat de liberalisering mislukt is?

ANDRÉ JURRES. “Als je de productie almaar meer moet subsidiëren, dan zijn de facto alleen de leveranciers echt vrijgemaakt. De kosten om dat deeltje vrij te maken, zijn in elk geval hoger dan de opbrengst voor de consument. Daarom zou nieuwe grootschalige productie niet meer door één bedrijf mogen worden gebouwd. Dat is slecht voor de marktwerking.”

Intussen blijft het gevaar op een black-out de komende winters levensgroot.

JURRES. “En dan wordt vaak beweerd dat de oplossing ligt in flexibele gascentrales. Maar die staan allemaal stil. Een gascentrale heeft ongeveer 6000 draaiuren nodig om rendabel te zijn. De elektriciteitsprijs is nu echter minstens 20 euro per MWh te laag om de productie zinvol te maken. Daarom kan je beter veertig turbines van 20 megawatt bij de bedrijven zelf bouwen, zodat je niet alleen stroom maakt, maar ook de warmte kan benutten. Daarmee stijgt de efficiëntie naar 80 procent. Trouwens, een nieuwe centrale bouw je voor veertig jaar: gaan wij nog centrales van 900 MW nodig hebben binnen twintig jaar?”

Minister Marie-Christine Marghem wil de oudste kerncentrales langer open- houden.

JURRES. “De nieuwe Franse reactor in Flamenville loopt vier jaar achter op schema, en de Britten, die in Hinkley Point een nieuwe centrale bouwen, betalen voor die energie 70 euro per MWh meer dan de huidige marktprijs. Maar ik sluit niets uit, op voorwaarde dat er een volledig plaatje is.

“In de jaren zestig hebben we onze industrie opgebouwd op basis van kernenergie, en gas in plaats van kolen. Nu staan we aan de vooravond van een vergelijkbare grote keuze. Een simpele oplossing is er niet. Behalve alles importeren. België is nu al, samen met Italië, de grootste importeur van Europa. Dat is geen langetermijnoplossing, want de meeste landen worden op termijn ook netto-importeurs.”

Hoe kunnen we de nodige investeringen financieren? De overheden hebben nu al geen geld.

JURRES. “De sector kan het ook niet. Er zijn geen Belgische energiebedrijven meer, en bedrijven als GDF Suez, RWE en EDF hebben geen reden om in Europa te investeren, als er in de VS een energiewalhalla aan de gang is. België moet vrienden zoeken om investeringen te delen. Nederland en Luxemburg staan daar zeker voor open.

“De sector is arm, de overheid is arm, en de consument staat te ver van de sector om te kunnen investeren. De banken zijn rijk, maar die snappen het probleem niet. De overheid zou het gemakkelijker moeten maken het spaargeld aan te wenden. In de Tweede Wereldoorlog waren er oorlogsobligaties, misschien moeten we nu denken aan energie-obligaties. We hebben de komende dertig jaar 60 miljard euro nodig, maar het saldo zal batig zijn. Met als enige voetnoot: we kunnen dit pas doen als er een visie is. Met visie en een deel eigen inbreng kan je de banken wel warm maken.

“Daarom zeg ik dat we over de liberalisering zijn. De Britse premier David Cameron heeft letterlijk gezegd dat de elektriciteitsmarkt te belangrijk is om over te laten aan de vrije markt. Terwijl zijn land, samen met de Scandinavische landen, wellicht het meest liberale van Europa is. Kijk ook naar Poetin, die zeer goed beseft dat energie macht is.”

Moeten we dan opnieuw de energieprijs reguleren?

JURRES. “Tot 70 procent van de factuur is al gereguleerd. Maar tegelijk is er geen levensvatbaarheid voor de leveranciers. De grootste zeven hebben een marge van 0,3 procent. Indien dat niet naar 2 of 3 procent gaat, is zelfs de kleinste opflakkering van de olieprijs de doodsteek voor een aantal spelers. Bovendien worden de fluctuaties almaar extremer. Door de daling van de olieprijs, stijgt de productie met 2 miljoen vaten olie per dag, en als de investeringen dalen, draait Saoedi-Arabië de kraan toe.”

We moeten het dus over een andere boeg gooien. U gelooft in waterstof, maar daarvan wordt al veertig jaar beweerd dat de doorbraak binnen enkele jaren komt.

JURRES. “Toch denk ik dat we met waterstof op termijn de economische welvaart in stand kunnen houden. Vooral in transport moeten we het grootschalig gebruiken. Natuurlijk is er verlies wanneer je waterstof omzet in elektriciteit, en omgekeerd, maar steenkool haalt ook maar een rendement van 40 procent. Maar ik zou waterstof niet omzetten in stroom, tenzij het niet anders kan. Gebruik de waterstof zelf. In Duitsland wordt gebouwd aan een waterstofnetwerk, zodat ze er ook de tankstations op de snelwegen mee kunnen bevoorraden. België en Nederland hebben het voordeel dat het om relatief kleine investeringen gaat.

“Waterstof is niet dé oplossing, maar op lange termijn wel een deel ervan. Toyota bouwt waterstofauto’s. Maar het brengt die enkel op de markt in landen waar wordt geïnvesteerd in de technologie.”

Intussen investeert u in biogas.

JURRES. “Biogas is een efficiënte manier om je afvalstromen te valoriseren. Mogelijk kan je het ook gebruiken in CNG (compressed natural gas), een brandstof voor onze auto’s en vrachtwagens. Maar biogas is nog heel klein in de Benelux. Wat is meestal het probleem met energiecentrales? De brandstofkosten. Bij biogas zijn die er amper, want het gaat voor 90 procent over afval. Als we dat niet verwerken, komt het gewoon bij het andere afval terecht.

“Het potentieel van biogas is enorm: in Vlaanderen zijn er 10 tot 12 miljoen varkens, in Nederland 25 tot 30 miljoen. Die zijn elk goed voor een ton mest per jaar. En dan zijn er nog 3,5 miljoen runderen bij onze noorderburen, en 1,5 miljoen hier. Dat is een enorme mesthoop, waar we iets mee moeten doen. In België kan 10 procent van de gasbehoefte worden afgedekt door biogas, in Nederland misschien nog iets meer.”

Waarom doen we dat niet?

JURRES. “Grotendeels door de wetgeving. Waalse boeren smeken om het digestaat (het restproduct van biogasproductie, nvdr) uit onze biogasinstallatie in Tongeren, maar we mogen dat niet leveren, omdat de Waalse regering de grens gesloten houdt.

“Digestaat wordt hét probleem van de agrarische sector in Noord-West-Europa. En er wordt niet naar een structurele oplossing gezocht. De tijd dat een minister van Energie alleen naar zijn of haar bevoegdheid moest kijken, is voorbij. Nu moet je spreken met je collega’s van Milieu, Landbouw, met het buitenland,… Grootschalige projecten zijn de remedies van na de Tweede Wereldoorlog. Dat is niet houdbaar en niet betaalbaar. In België is simpelweg geen plaats voor extra kerncentrales.”

Maar de industrie kan niet zonder goedkope energie.

JURRES. “Op zich is waterstof goedkoper dan olie. Alleen zijn CO2-kosten veel te laag: die zouden per ton 80 of 100 euro moeten zijn, niet 8 of 10 zoals nu.

“Dat we worden gedwongen te investeren, is een voordeel. Ik heb alle begrip voor minister Marghem en de behoeften van de industrie, maar door de kerncentrales langer open te houden vernietig je investeringen, want je houdt een onrealistisch lage elektriciteitsprijs in stand.”

Wat is voor u prioritair?

JURRES. “Het slim maken van onze bedrijven en huishoudens is een van de grote investeringsposten. In huishoudtoestellen moeten chips komen, die bepalen wat wanneer gebeurt. Alles moet geconnecteerd zijn, maar ook stuurbaar en flexibel.

“Huishoudens zullen centraal worden aangestuurd. Daar zullen misschien micro-WKK’s (warmtekrachtkoppelingen, nvdr) zijn, waterstofopslag, kleine energiecentrales. Wellicht zal de overheid het op termijn zelfs verplichten dat wie bouwt, een stuk eigen energie moet produceren.

“Dat maakt ook dat de netten veel minder zullen worden gebruikt, maar wel noodzakelijk blijven. Dus zullen we moeten gaan naar capaciteitsvergoedingen, op basis van het vermogen dat jouw elektrische apparaten nodig hebben. Dat is veel zinniger dan injectievergoedingen voor wie zonnepanelen heeft. Maar dat moeten de regulatoren nog beseffen.”

U mist visie.

JURRES. “We hebben alleen al vorig jaar 40 miljoen euro eigen vermogen geïnvesteerd, maar gelukkiger zijn we nog niet geworden. Wij willen nog een paar 100 miljoen euro investeren, maar dan is er een visie nodig.

“We leven in een heel boeiende tijd. De meeste oplossingen zijn er. De enige reden waarom we dat nog niet beseffen, is omdat onze economische groei nog fossiel is. We importeren elk jaar voor 10 miljard euro aan fossiele brandstoffen. Gespreid over twintig jaar heb je dus 200 miljard euro om aan oplossingen te werken. Alleen zitten we tien tot dertig jaar op een ‘dubbel schema’, zoals iemand die een huis bouwt ook nog huur moet betalen. Iedereen weet dat de elektrificatie er komt. Met kleine landen kunnen we samen het verschil maken.”

LUC HUYSMANS

“Het elektriciteitssysteem heeft vooral flexibiliteit nodig. We hebben geen gascentrale van 900 megawatt nodig, maar twintig van 40 megawatt”

“De energiesector is arm, de overheid is arm, en de consument staat te ver van de sector om te kunnen investeren. De banken zijn rijk, maar die snappen het probleem niet”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content