De oorlog is een klimaatramp

Marc De Vos © Marc De Vos

We moeten het blijven herhalen: de militaire oorlog in Oekraïne en de westerse economische en financiële oorlog tegen Rusland zijn, naar alle waarschijnlijkheid, nog maar begonnen. Maar het is nooit te vroeg voor deze vraag: wat betekenen die oorlogen voor wat het decennium van de energietransitie moet worden?

We kunnen vergelijken met covid-19. Ook de pandemie is nog niet voorbij, maar internationale instellingen hebben gedocumenteerd hoe het crisisbeleid in vele landen de fossiele industrie heeft gesubsidieerd. Overheden die de hele economie ondersteunen, steunen nu eenmaal vooral de fossiele economie en haar architectuur. Datzelfde geld kan dan niet meer gaan naar investeringen in nieuwe energie. Het relancebeleid wil dat wel compenseren, maar werkt maar geleidelijk.

De pandemie was al een indirecte bonus, maar Oekraïne is ronduit een bonanza voor de fossiele energie. De energieprijzen en dus de winstgevendheid van de producenten gaan door het dak. Voor economen is dat een wenselijke prijsprikkel voor minder consumptie en uitstoot. Voor politici is het ondraaglijke inflatie die met subsidies moet worden bekampt. Regeringen die minder energieverbruik organiseren, denk maar aan verlaagde maximumsnelheden of auto-arme dagen, zijn zeldzaam. We voelen allemaal de pijn in de portemonnee, maar het is opvallend hoe weinig creativiteit gaat naar minder verbruiken, vooralsnog. En dat terwijl het digitale werken nog maar net is uitgevonden.

De pijn aan de pomp gaat boven de pijn van het klimaat.

Ons van Rusland verlossen, betekent ook elders meer fossiel produceren en transporteren. De Amerikaanse president Joe Biden, ooit verkozen als groene ridder, smeekt nu overal om meer olie en dumpt zelf strategische voorraad op de markt. Drill baby, drill! Amerika wil er zelfs de relaties met de schurkenstaten Venezuela en Iran voor herstellen. De pijn aan de pomp gaat boven de pijn van het klimaat. Wat een acute stroomstoot richting alternatieve energie zou kunnen zijn, wordt afgevlakt en uitgesteld, uit vrees voor electoraal protest.

Europa wil bliksemsnel gas invoeren van buiten Rusland. In de VS kopen we schaliegas dat we eerder op Europees grondgebied verketterden als funest voor het milieu. Bij gebrek aan pijpleiding betekent al dat niet-Russische gas eerst vloeibaar maken, dan opslaan en transporteren per schip, dan opnieuw opslaan, vervluchtigen, transporteren, om uiteindelijk te verbranden. Ik ken geen studies van die nieuwe gaswaardeketen, maar het lijkt me dat de totale fossiele voedafdruk van onze gasconsumptie daarmee fel vergroot. In afwachting verbrandt Duitsland meer bruinkool.

Van waardeketens gesproken: de nieuwe koude oorlog versnelt de westerse drive naar strategische autonomie. Ook dat is slecht nieuws voor de energietransitie. China is immers de hofleverancier van zonnepanelen en batterijen wereldwijd. De navelstreng met China doorknippen, betekent ofwel hogere prijzen, ofwel minder capaciteit, ofwel beide. Je kunt op de korte termijn duurzamer of onafhankelijker willen zijn, maar niet beide. En dan speelt ook hier nog de oorlogsinflatie. De prijzen voor grondstoffen in batterijen en dergelijke exploderen. Wat heb je aan duurzame energie als ook die onbetaalbaar wordt?

We kunnen er dus niet omheen: de oorlog in Oekraïne is een klimaatramp. Zeker op de korte termijn. Op de middellange termijn kan een versnelde westerse zelfvoorziening een klimaatzegen zijn, bijvoorbeeld met een nieuwe generatie kernenergie op Europese bodem. Maar de klok van de opwarming van de aarde tikt. Dit decennium moest de omwenteling brengen. Wie of wat zal daar nu voor zorgen? Ik rij alvast trager en minder, en draag dikkere kleren. Ook dat is solidariteit in tijden van oorlog. En het is maar een symbolisch begin.

De auteur is fellow bij het Itinera Institute in Brussel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content